Op dit moment is het zaterdag 4 augustus. Eén week voordat we vertrekken naar Great-Brittain. Beter gezegd, naar Wales.
Het is hier al droog vanaf april ergens en constant heet, rond de 30 graden en meer. In GB is het aan de westkant aangenamer, tussen de 20 en 25 graden, met soms ook een beetje regen. Zo zien ook de voorspellingen er uit en het zou fijn zijn als die uitkomen. We zullen zien.
Enkele weken geleden hebben we de tickets voor de veerboot al gekocht. Bij nader bekijken van de tickets bleek dat de boeking precies verkeerd om was: eerst van Dover naar Calias en later andersom. Maar het moest natuurlijk van Calais naar Dover zijn….. Een telefoontje naar de veerdienst bracht uitkomst: geen probleem, we hadden blijkbaar via de Engelse site geboekt en die vult dat automatisch in. De tickets werden omgezet met verrekening van het tarief en klaar. Mooi geregeld.
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
Zaterdag 11 augustus 2018, dag 1. Km-stand begin: 107725.
De hitte-periode is gelukkig voorbij, vandaag wordt het nog 23 graden. Morgen zitten we in Great-Brittain en daar is het de afgelopen tijd wel warm, maar niet zo ontzettend heet geweest als hier.
Ongeveer half een vertrekken we. Deuren gesloten, bij Broer even tot ziens gezegd en weg… terug naar binnen om de zonnebril te pakken. Maar dan zijn we echt weg.
Achter Eindhoven de eerste stop voor de boterham. In Antwerpen is het heel erg druk, net als rond Genk. Hoe verder we naar de kust komen, hoe groener het wordt. Mooi om dat ook weer eens te zien na de dorre grasvlaktes overal thuis.
Om 18 uur pas arriveren we in Pont d’Oye op een prima camperplek, naast het kerkhof. Een Fransman staat er al, een Duitser en een Belg arriveren nog later. Het dorp is vol gezet en gehangen met bloemen, dat ziet er heel leuk uit en ‘verbergt’ een beetje het dorp zelf. Zoals dat er uitziet zal het ook wel de bedoeling van de bloemen zijn….
Eerst maar eens een borreltje, dat is wel verdiend vandaag. Die zakt gelijk door en heeft na een kwartier de werking van minstens 6 glazen bier. Een avondwandelingetje doet dan goed.
Af en toe rijden sirenes door het dorp, ter herinnering aan thuis waar ze zeker de laatste dagen frequent te horen waren met overal die natuurbranden.
km-stand 108056 (331)
Zondag 12 augustus 2018, dag 2.
Weer: net boven de 20 graden, in GB even een paar te verwaarlozen spettertjes.
Van de camperplek naar Calais was een kwartiertje. Dan wachten op de veerboot en na inschepen is het anderhalf uur varen.
Na de doolhof Dover kiezen we een route onderlangs dwars door Folkestone en dan via de A529 verder: door Sussex. In Hastings daarboven, Battle en een stukje verder ligt Netherfield. Op een normale kaart niet te vinden: te klein.
Alles ziet er hier anders uit, de huizen in vele pasteltinten, de wegen die bijna overal ‘niet goed meer’ zijn, de vuilnisbakken in de voortuinen langs de straat in de buitenwijken en de vele pittoreske kerkjes. Dat is een open deur natuurlijk, maar daarom niet minder waar.
Zo hebben we weinig kilometers en veel gezien vandaag. Londen zijn we nog niet voorbij. Morgen toch maar een stuk motorway pakken.
km-stand 108171
Maandag 13 augustus 2018, dag 3.
Weer: afgelopen nacht heeft het af en toe flink geregend. Vandaag 23 graden, droog en wat zon.
Jammer dat de pub waar de camperplek bij hoorde op zondagmiddag 5 pm (wel even aanpassen hier…., onze tijd 18.00 uur) ging sluiten. Dat schijnt op veel plekken de gewoonte te zijn hier. Een van de personeelsleden kwam naar buiten met vele verontschuldigingen. “De mensen die nog binnen zijn mogen nog hun consumptie opdrinken, maar dan gaat de pub toch echt dicht. But you can stay here tonight, no problem.’ ’s Nachts rustig, maar tegen de morgen kwam het verkeer op gang. Door de ligging boven op de heuvel had je héél kort het autogeluid, het kwam snel op en verdween weer net zo snel. Rare gewaarwording.
Het zonnepaneel bewijst zijn waarde: gingen we gisteren slapen met 12,1V, worden we wakker met 12,9V in de accu.
We gaan richting Eastbourne over de B 2095. Ooit al eens eerder gezegd: M, A en dan B is de volgorde van belangrijkheid en hoe meer cijfers hoe minder belangrijk. En B met 4 cijfers is dus heel erg weinig belangrijk, staat soms niet op de kaart en indien wel is de kleur wit.
De heggen langs de kant zijn groen, maar niet berekend op passeren. Ze zijn taps geknipt, maar niet uitlopend, maar toelopend. En dat is als je camperspiegels hebt, nogal lastig. Wie van de heg-eigenaren de wedstrijd van smal, smaller, smalst gewonnen heeft weten we niet maar de hoofdprijs is zeker gedeeld.
We trekken verder langs de kust, eerst door dorp Peveney met kasteel. Dan dwars door stad Eastbourne en als toppunt eerst door Brighton en dan over de boulevard. Gezellig druk daar, waarschijnlijk werken de Engelsen op maandag niet of ze hebben nog allemaal vakantie. Het beroemdste hotel, waar de aanslag op Thatcher is geweest moeten we zeker zien, vandaar over de boulevard. Die strekt zich uit over vele kilometers en gaat dan over in bedrijven aan het water.
Onze eerste ponden geven we tussen de middag uit aan een paar beefburgers langs de weg. Zo blijft er ook wat kleingeld over voor ’n parkeermeter.
De route van vandaag ging door het afwisselende Sussex. Het ene moment is het gewoon plat en ineens zitten we weer midden in de heuvels. De weien afgezet met heggen en overal van die leuke cottages. Het rommelige van net na Dover is helemaal weg.
km-stand 108397
Dinsdag 14 augustus 2018, dag 4.
Weer: weinig zon, maar lekker temperatuurtje. Kortom, prima!
Vanmorgen eerst met de vuilnisbak als tafel aan de achterkant van de pub, de blog bijgewerkt. Later zien we dat nog wat vergeten is, dat wordt de volgende keer wel ingehaald.
We zitten niet ver van Stonehenge en de route komt er langs. Dus staan we kort na vertrek op de gigantische parkeerplaats ter plekke. Precies 41 jaar nadat we ook hier waren in 1977. Maar intussen is er wel heel veel veranderd. in 1986 is Stonehenge door de Unesco tot werelderfgoed verklaard en dat betekent nu enorme drukte. Niet alleen staat er nu een heel groot bezoekerscentrum waar je wellicht een klein uur in de rij staat voor een ticket. Dat ticket kost nu £ 21,50 en dat is dan incl. de bustocht van enkele kilometers naar het monument. Daar mag je dan, zien we van veraf, niet meer dichtbij komen. Zoals gezegd, anders als vroeger toen je zo ongeveer de auto tussen de stenen kon zetten. In plaats van wachten wachten wachten, gaan we terug naar de camper met het voornemen als we thuis zijn de foto’s van toen maar eens te zoeken.
foto 623-626-627
We gaan over de A303 verder en buigen ergens rechtsaf naar Street over de B3151, weer zo’n weg met B en 4 cijfers…., maar wel heel mooi. Sowieso hebben we de hele dag de mooiste vergezichten omdat het flink heuvelachtig is hier.
foto 633
Dan ontkomen we er niet aan om de M5 op te draaien naar Bristol. Weliswaar motorway, lees autobaan, maar qua omgeving toch heel mooi. We gaan over de oude Severn-tolbrug (£ 5,60) naar Chepstow. Op het ticket staat de melding dat de Britse regering besloten heeft dat er vanaf 31-12-2018 geen tol geheven meer zal worden op de beide bruggen. Waarschijnlijk zijn ze dan afbetaald?
De camperplek die we uitgezocht hebben ligt bijna onder de brug, maar blijkt net een paar weken geleden gesloten te zijn. Dat vertelde althans een ontzettend aardige heer die samen met echtgenote ons die richting uit had zien rijden. Hij woont in de buurt, was onderweg naar huis en besloot ons achterna te rijden om te vertellen dat de man van het eigenaars-echtpaar er tussenuit was en de vrouw had laten zitten met een berg schulden. Die was dus genoodzaakt om de boel te verkopen en wel aan een ‘contracter’. Wat er mee ging gebeuren wist hij niet. Volgens hem konden we een klein stukje verderop ook blijven staan, maar dat was wel heel schuin of anders op het gras hierachter. Alles veilig want vlakbij de militaire kazerne enz. enz. Het is niet duidelijk geworden hoe zijn Nederlandse vriend die hartproblemen heeft en ook in de buurt woont, in dit verhaal paste.
We hebben nog eens goed rondgekeken en zijn toch maar naar camping Beeches Farm gereden. Het werd toch tijd om weer eens te ravitailleren. Heel aparte boerderij-camping met prachtige grasvelden, mooie uitzichten en met een bijzondere toegangsroute van enkele kilometers over een hobbelig zandpad. Apart prijsbeleid ook: de afgelopen jaren is de prijs met £ 2,- per jaar gestegen tot £ 16 nu..
foto 643
km-stand 108609
Woensdag 15 augustus 2018, dag 5.
Weer: ’s morgens wat spetters en ’s avonds ook, maar stelt niets voor. Rest van de dag prima: >20 gr en soms zon.
Vandaag beginnen we aan de womo-route, definitief Wales in. Gisteren was het nog een beetje balanceren op de grens tussen Engeland en Wales. Omdat we vlakbij zijn rijden we eerst via een 5km lange en zéér smalle weg naar Tintern waar een van de beroemdste abdijen (ruïne) staat van GB, gebouwd in 1131 en door Henry IV in 1536 buiten gebruik gesteld. Dat ging heel simpel: het dak werd er af gehaald en de rest aan de natuur overgelaten.
foto 652
Volgende (boterham-)stop is Caldicot Castle, een paradijs voor kinderen. Speelplaats in een groot park rond het kasteel en binnen de muren groepen kinderen met spellen. Meer dan muren en een paar torens is het ook niet, wel prachtig onderhouden.
Wij gaan naar de Dewstow Hidden Gardens and Grottoes. Een pareltje, met recht klein maar fijn. In de 19e eeuw ergens aangelegd, na 1940 volgestort met aarde en in 2000 weer ontdekt en is de restauratie begonnen. Vanaf 2006 is alles toegankelijk voor publiek. De grotten zijn grotendeels niet natuurlijk, maar bijzonder uitgevoerd. Zeer de moeite waard.
foto 663-664-668
In Newport, de derde stad van het land, is de Transporter Bridge. Een van de acht hangveren in de wereld die nog werken. Een geweldige constructie.
foto 678-684
Op het volgende stuk van de route passeren we Tredegar House. Daar schijnt een nogal bijzondere familiegeschiedenis aan te hangen met zwarte tovenarij enzo. Van buiten is daar niets van te zien…. en we kunnen niet naar binnen want het is al ruim 5 pm geweest.
foto 688
Wat wel nog open is, de Aldi. Niets historisch te zien, wel de bekende indeling van overal in Europe.
Opvallend is dat het onderhoud van veel privé-bezit slecht is. In sommige buurten zie je wel de betere woningen incl. bijbehorende tuin, maar dat is redelijk zeldzaam. Ook veel winkels staan leeg of zijn dicht. Pubs zien er wel allemaal prachtig uit 🙂 Het onderhoud van het publieke domein is veel beter, met uitzondering van de meeste wegen.
Voor de overnachting rijden we naar Caerleon.
km-stand 108684
Donderdag 16 augustus 2018, dag 6.
Weer: veel regen vannacht, ’s morgens droog en vanaf half elf weer volop zon. 20°.
Wat veel belangrijker is dan onderhoud van materiaal: de mensen zijn hier erg vriendelijk en zeer behulpzaam. Gevraagd en ongevraagd vertellen ze alles wat je wil weten met groot enthousiasme.
De overnachtingsplek in Caerleon ligt tussen het Romeinse amfitheater en de velden van de rugby-, annex football- en golfclub. Wat is er veranderd in 2000 jaar?
Het is mooi weer intussen en we gaan op pad naar het Romeins museum en de Romeinse baden. Heel interessant, Caerleon was de meest westelijke plaats van de Romeinen. Hadrian’s Wall, bijna op de grens met Schotland was de meest noordelijke. Indertijd zijn de Romeinen met 40.000 man het Kanaal over getrokken om Brittanica in te lijven. Van strijd moet nauwelijks sprake zijn geweest. Toen ze er eenmaal waren hadden de Romeinen, afgezien van het feit dat ze ver van huis waren, niet veel te klagen. Een rustig leven met voldoende ontspanningsmogelijkheden. Theater, kunst en een uitgebreide badcultuur. Lees, gezelligheidsplekken. Motto: geef het volk brood en spelen.
foto 692-697-696
Veel informatie in het museum. De baden zijn erg mooie opgravingen. Er is een dak boven gemaakt en de baden worden d.m.v. projecties tot leven gebracht. Het lijkt net echt terwijl er geen water meer aanwezig is. Knap gedaan.
In het vervolg van de wandeling stuiten we op een verzameling café’s en winkeltjes waar je niet uitgekeken raakt. Kunst en kitsch strijden om voorrang in een erg aparte omgeving. Waarschijnlijk is het vroeger een koetsenwerkplaats met stallen of zoiets geweest.
foto 701-706
Het dorp zelf is ook de moeite waarde om in rond te wandelen. In de kerk vindt een begrafenis plaats, maar net vantevoren zijn ze achter in de hoek de koffietafel aan het opzetten of afbreken. Dat was even niet duidelijk.
We rijden naar Llandegfedd, een stuwmeer met als functie waterbuffer voor drinkwater voor inwoners en industrie. Gevuld wordt het meer door regen, 3% en voor 97% via een leiding die water uit rivier de Usk naar dit meer transporteert.
In Pontypool gaan we naar het museum. Verbazingwekkend. Volgens de info meer dan 50.000 voorwerpen en dat geloven we graag. Gesorteerd en verdeeld over diverse kamers, van posters tot wasmachines en de ontwikkeling van de spelcomputer. Noem iets en het staat er. De twee dames aan de receptie passen hier perfect….
We lopen nog even de stad in waar een overdekte markt is. Maar binnen blijkt dat vele winkeltjes gesloten zijn, een afspiegeling van wat er ‘buiten’ gebeurd. In de heel kleine winkelstraat is eigenlijk nog maar één winkel open: de 1 £-winkel. Idem als bij ons de 1 €-shop.
Overnachten doen we op een camperplek een paar mijl buiten de stad, boven op de berg (± 520 meter). Inderdaad berg, het is hier allemaal hoger dan heuvels.
foto 721-722
Km-stand 108721.
Vrijdag 17 augustus 2018, dag 7.
Weer: afgelopen nacht was het koud! Bovendien schijnt het geregend te hebben gezien het water dat van de camper afloopt als we wegrijden. Overdag 16° en veel zon. In de mijn: koud!
Gisteren zien we ’s avonds niet alleen schapen rond de camper, maar ook ‘wilde’ paarden. Ze zijn niet bang voor mensen en komen eens kijken wat wij hier doen. Een enkeling laat zich zelfs aaien.
Gaan we met de fiets naar Blaenavon (spreek uit: Bleen-aven) of met de camper. Toch maar met de camper omdat het zéér behoorlijk stijgt als we terug moeten fietsen, enkele mijlen van 11%.
Eerste bezoek geldt de Big Pit coalmine. Die heet zo omdat de pit, de stijg- en daallift, dubbel uitgevoerd is, terwijl overal elders er maar 1 lift is zit. We krijgen een helm met lamp en gaan een uurtje ondergronds, 300 ft. Uitleg van een gezellige en kundige ex-mijnwerker die hier zelf 15 jaar ondergronds gewerkt heeft. Alles hier opschrijven kan natuurlijk niet, enkel een paar bijzonderheden. Toen de mijn begon in de vroege 1800-jaren moesten ook kinderen vanaf 6 jaar hier werken, 12 uur per dag en 6 dagen per week. In het donker om steeds de deuren tussen secties open en dicht te maken. In de hoogtijdagen werkten hier 1300 miners en 72 paarden. Die laatste kwamen de laatste week van juli en de eerste week van augustus boven de grond en werden dan geblinddoekt om ze te beschermen tegen het felle daglicht dat ze 50 weken niet gezien hadden.
Vele verhalen en veel lopen door véél te lage gangen met als gevolg diverse keren de helm eraf gestoten en pijnlijke benen van het gebukt lopen. Je zit tenslotte in een echte mijn die tot midden jaren 1980 in bedrijf is geweest. Tot op de dag van vandaag wordt 2 keer per dag gecontroleerd op gasvorming. Je mag ook niets met batterij mee naar binnen nemen. Een mooi museum, ingericht in de originele gebouwen ter plaatse, completeert het geheel. Nou ja, de koffie natuurlijk ook.
Als we buiten komen staat de P-plaats helemaal vol, gelukkig waren we vanmorgen op tijd hier.
foto 731-735-743-746a
We gaan naar de Blaenavon Iron Works een klein stukje verderop en zien hoe met de kolen uit de mijn en het erts dat hier ook gedolven werd, ijzer werd gemaakt. Ook hier erbarmelijke werkomstandigheden. Wonen was voor de leidinggevenden redelijk, zo zien we in het grote woongebouw ter plekke. Het werkvolk woonde in de buurt.
Niet van alle ijzer kon men op enig moment staal maken. Mede omdat ene meneer Gillchrist Thomas ontdekte hoe je dat kon oplossen, kreeg de industrie hier een enorme boost. Zuid-Wales heeft zodoende aan de wieg gestaan en was zeer belangrijk voor de industriële revolutie: kolen, ijzer en de mogelijkheid om dat te verwerken. Alles bij elkaar heeft dat geleid tot het maken van deze omgeving tot ‘World Heritage Site’. De omgeving van de mijn en de fabriek, het stadje en de vijver (Keeper’s pond) die hier ligt is door mensen gevormd. De vijver die diende voor water-opslag voor de mensen en de fabrieken.
foto 747-752-753
In het World Heritage Center waar we ook nog naartoe lopen, alle uitleg over het totale gebied. Dat men het Unesco werelderfgoed hier ook belangrijk vindt blijkt uit de toegangsprijzen van mijn, fabriek en center: alles is gratis.
Dan wordt het lastig: wat te doen zodat we zondag in Cardiff kunnen zijn? We rijden terug naar de camperplek van gisteren. Moet lukken dat met Cardiff.
Zaterdag 18 augustus 2018, dag 8.
Weer: mmmm. Beetje spetters en beetje zon, soms tegelijk. Tegen de avond trekt het dicht en valt er wat meer water. Niet koud.
Fout: bij het wegrijden van de camperplak, in een bijna leeg zaterdagmorgen-landschap rijden we rechts!!! Gelukkig komt er achter ons een vriendelijke Welshman aanrijden die toetert….
Vandaag een paar dingen op het program. Eerst naar het paard in het landschap. In een streek waar verder niets te doen is, heeft met bedacht om op die mijnsteenbergen een park aan te leggen. Niets bijzonders, maar als je op een bepaald punt gaat staan zie je een liggend paard in het landschap: 200 meter lang en 15 meter hoog.
foto 756
Vele baasjes en nog meer honden wandelen er. Daaronder zit een heel bijzonder baasje. Een wat oudere heer spreekt ons aan, vraagt wat over Toby. Hoe oud die is en hij geeft aan welke soorten hij er in ziet. Dan gaat hij al snel over naar opmerkingen over Thea’s oma. Hoe die er uit gezien heeft en wat zij van haar geërfd heeft. Vele opmerkingen volgen, soms kloppen ze, soms niet. Maar er zit wel een kern in die goed zit. Hij zegt een medium te zijn en tijdens ons gesprek kletsen voortdurend 3 dames tegen hem. Maar hij verstaat ze niet dus hij moet het doen met de plaatjes die de dames laten zien. Kortom, een echt bijzondere ontmoeting.
Volgende stop is Caerphilly waar een enorme burcht midden in de stad staat. Gebouwd rond 1270 door de Walese vorst Llewellyn ap Gruffudd (!). Het Caerphilly Castle is tegenwoordig vooral bekend de zuidelijke toren sinds het kasteel aangevallen werd in 1648 door Oliver Cromwell staat verder scheef zakt. De helling is intussen veel groter dan die van de toren van Pisa.
foto 763
Het centrum tegenover het kasteel is lekker druk. We wandelen er doorheen op de terugweg naar de camper.
Het derde doel van vandaag is St. Fagans Museum of Welsh Life. Een groot openluchtmuseum. In de laatste 70 jaar aangelegd aan de voet van het hele grote herenhuis, St. Fagans Castle.
Grote parkeerplaatsen (£ 5,-). Een gigantisch ontvangst-gebouw met tentoonstelling en natuurlijk een winkel. Een kleine historische kermis compleet in bedrijf en meer dan 40 historische gebouwen, ruim opgezet. (Entree: £ 0,-). In ieder gebouw wel een medewerker, klaar om tekst en uitleg te geven. Hoe doen ze dat allemaal hier? Kennelijk liggen prioriteiten hier anders als bij ons.
Er is veel aandacht voor Welsh history and craftmanship en zeker ook voor kinderen die dan ook in grote getale met ouders hier rondlopen of in de speeltuinen zijn. Ergens in een ingericht huisje staat een niet groot uitgevallen medewerker die als volgt reageert op onze opmerking dat het bed dat daar staat zelfs voor hem te klein zou zijn: vroeger sliepen de mensen zittend omdat, als ze zouden liggen, de duivel zou denken dat ze dood waren en er dan vervolgens met hun ziel ervandoor zou gaan.
Dan moeten we beslissen wat we doen, waar we gaan overnachten. We komen terecht op een camperplek een kilometer of 15 van hartje Cardiff. Ver weg van alles en doodstil. Morgenvroeg willen we doorrijden naar de Cardiff Caravan and Campersite en van daar uit de stad bezoeken. Op de een of andere manier voelt dat nu als een soort verplicht nummertje: je moet er geweest zijn. We zullen zien.
foto 770-776-784
Zondag 19 augustus 2018, dag 9.
Weer: afgelopen nacht en ook ’s morgens is het behoorlijk nat. Maar het wordt als we op de City Camping aankomen beter, beetje zon. Koud is het niet, >20°
Tegen elf uur komen we op de bestemming aan, na een route vanaf de camperplek van misschien wel 10 km heel bochtige single-track road bergop en bergaf.
Even koffie, boel bij elkaar pakken en te voet Cardiff in.
Cardiff is sinds 1955 de hoofdstad van Wales en loste daarmee Aberystwyth af. Van een nederzetting rond 1090, via vissersdorp dat in 1905 stadsrechten kreeg, ontwikkelde Cardiff zich tot een van de grootste havens ter wereld. Vooral aangedreven door de kolenmijnen en de ijzerindustrie. Wales was toen een van de belangrijkste, zo niet de belangrijkste kolenleverancier ter wereld. Het parlement van Wales zetelt hier ook.
Volgens de meneer-medium die we laatst ‘op de hei’ tegenkwamen zijn de Welshmen een totaal ander volk dan de Engelsen. Zij stammen van de Kelten af en zin dus meer verbonden met de Ieren en de Schotten. Dat laatst betwijfelen we omdat de Schotten meer van de Noormannen hebben. Maar enfin. Antwoord in het Nationaal Museum?
foto 789-797
We gaan eerst naar het Nationaal Museum: een combinatie van kunst en natuurhistorie. Geen antwoord op de vraag waar ‘de Welsh’ nu bij thuishoren.
foto 804-816
Stadsbezoek
foto 823
Kasteel
foto 830-832-840
We eten nog wat in de stad en lopen de paar kilometer weer terug naar de camping. Terugkijkend is het bezoek aan Cardiff heel erg meegevallen, het voelde niet als ‘we hebben dit moeten doen’. Misschien vanwege de gezellige drukte?
km-stand (gisteren vergeten) 108846
Maandag 20 augustus 2018, dag 10, week 2.
Weer: Het lijkt vaste prik te worden: ’s nachts regen. Overdag droog en 20°.
Route: naar de haven van Cardiff, via Barry met de eeuwige kermis naar Nashpoint.
Maandag wasdag en klusjesdag: wasje doen, camper verzorgen, internet-dingen regelen. Blog en zo.
Maar om half twaalf zijn we weg. Midden door de stad naar de haven. Was het vroeger zoals gezegd een van de grootste van de wereld, nu is het een gebied met veelal moderne gebouwen en een volledig nieuwe infrastructuur. Een ontwikkeling die je overal ziet in de oude steden: of de haven is niet meer nodig, of de haven wordt verplaatst naar grote gebieden buiten de stad.
foto 851-855
Spannend vandaag? Nou nee, maar wel weer veel gezien en tussendoor heel erg moeten opletten op de smalle wegen. Soms raken de spiegels beide zijden van de weg. Dat wordt weer krassen wegpoetsen als we terug zijn.
foto 869-877
De camperplek is echt geweldig. Bovenop de kliffen aan de weg naar de vuurtoren, Nashpoint Lighthouse uit 1832 een aantal honderden meters na het dorp. De vuurtoren is nog in dienst, het licht werkt nog. ’s Avonds komen er wat auto’s langs, waarschijnlijk op weg naar de vuurtoren die omgebouwd is tot (vakantie-)woningen. Wij kunnen er niet komen omdat de weg afgesloten is met een hek, maar dat maakt niet uit. We staan prima. Een paar nachtvissers houden het vol tot ongeveer 24 uur, een andere auto ook….
foto 891-892
km-stand 108917
Dinsdag 21 augustus 2018, dag 11.
Weer: Het begint nogal triest, niet koud maar wel van die miezelregen. Tegen de middag wordt het droog en even later zelfs een beetje zon en dat blijft zo.
Route: Southerndown, Ogmore-by-the-sea en Ogmore Castle, Merthyr Mawr, Bridgend, Porthcrawl, Rhyslyn.
foto 898-902-903
We zitten op het einde van route 1 (van 10) uit het boekje. Als we dit tempo volhouden wordt het wat laat in het jaar voordat we terugkomen. Afwachten hoe het verder gaat. Vandaag is ook weer het motto ‘de reis is het doel’. We twijfelen hoe nu verder, pakken we die kleine dingen onderweg mee of gaan we op enig moment ineens door naar Swansea? Als we in de buurt zijn van het Margam Country Park besluiten we toch het park in te gaan. P= £ 5,70, maar dan is alles verder gratis. Daar hebben we geen spijt van gekregen. Het is een mooi verzorgd groen park met vele oude bomen, enkele ruïnes, een kleine kerk en een groot gotisch kasteel. In dat laatste mag je wel niet verder in dan het trappenhuis. Het is alles bij elkaar een fikse wandeling, de fitness is daarmee ook weer geregeld.
foto 924-926
’s Avonds staan we op een camperplek in Rhyslyn op de P-plaats van het Afan Forest Park. Een kilometer of zo van de bewoonde wereld. Morgen naar Swansea.
km-stand 108975
Woensdag 22 augustus 2018, dag 12.
Weer: niet te best. 19° en regelmatig miezel, het regent niet echt door. Soms ook zon. Paraplu en regenjas niet nodig, maar parasol of zonnebril ook niet.
Route: vanuit de camperplek terug naar Port Talbot, Swansea, Bishopston, Nicholaston, Oxwich en weer terug naar de camperplek in de buurt van Killay.
Als we ’s morgens vertrekken miezelt het nog regelmatig, maar aan de kust in Port Talbot laat de zon zich soms een beetje zien. Eerste stop is super-super-supermarkt Sainsbury. Het hele assortiment in -tigvoud aanwezig. De winkel doorlopen is meer dan aan dagelijkse beweging nodig is. Doel in Swansea is het National Waterfront Museum, gewijd aan alles wat er aan de waterkant gebeurd. In het zo belangrijke industriële Wales in vroeger tijden was het hier een zeer levendige haven. Ook hier, zoals we overal zien, worden die havens intussen niet meer gebruikt door het bedrijfsleven, maar door de pleziervaart. Het havengebied is helemaal nieuw ontwikkeld en zo te zien, ook weer als overal, geen goedkoop woon- en werkgebied. Interessant museum en ook dit is gratis. Prachtig om te zien hoeveel volk er dan binnenkomt incl. massa’s kinderen.
Het trammuseum er tegenover hoort er ook bij en daar zien we dat in 1804 de eerste (paarden-)trein ter wereld hier reed. Later werd dat een ‘echte’ tram die de mensen in 20 minuten van Swansea naar The Mumbles bracht. Volgens de zeer vriendelijke toezicht-meneer duurt het tegenwoordig een uur met de auto… als het goed weer is en de Swansea-ers naar het strand willen. En dat nog wel over een 4-baans weg.
Na de boterham proberen we dat uit en hebben we weer eens veel geluk. Het is geen echt strandweer, dus gaat het redelijk vooruit. The Mumbles is een super-toeristendorp. We rijden erdoorheen en stoppen een klein stukje na het dorp om de mooie kust te zien. Op die plaats nauwelijks strand, dus ook niet veel volk.
Behalve wat aanrijdingen met schade kunnen hier eigenlijk geen ernstige ongelukken gebeuren. De normale wegen zijn zo ontzettend smal dat de top-snelheid heel vaak niet boven de 40 uitkomt, kilometers dus, geen miles! De heggen en struiken langs de weg zijn geschoren op de hoogte van een personenauto. Busjes, campers, caravans en vrachtauto’s raken dus constant de struiken. Daarbij moet je goed oppassen omdat zonder waarschuwing de weg iets smaller wordt en het ook regelmatig voorkomt dat de struiken ineens een begroeide muur blijken te zijn. Tip: als de middenstreep verdwijnt, is de weg smaller dan normaal. Waarschijnlijk onder het motto dat zich dan niemand kan verschuilen achter “ja maar hij kwam over de streep…”
De scherp naar links indraaiende inrit naar Oxwich castle volgt na honderden meters single-track road en is onmogelijk te doen met de camper. We moeten doorrijden naar een breder stuk, draaien, terugrijden en dan gaat het goed.
Wat later zoekt we een nabijgelegen farm-camping op. Lees: een zeer schuine wei met een paar Dixie-toiletten en een mooi uitzicht. Weer een probleem: we zitten bijna einde weg, de ingang van de wei is zeer scherp links en de weg is camper-breed. Oplossing: ingang voorbijrijden en achteruit de wei in. Bevalt van geen kant. Vooruit terug de weg op en enkele honderden meters achteruit terug. Kippetje.
15 km Later arriveren we bij de rugbyclub die voor £ 10,- hun parkeerterrein incl. douches en WC enz. ter beschikking stelt aan een GB-camper en wij.
foto 943-944-953-958
km-stand 109046
Donderdag 23 augustus 2018, dag 13.
Weer: van alles wat, 20°
Route: Gowerton, Llanelli, Burry Port, Kidwelly, Pontyates, Cross Hands, Llandeilo, camperplek Dryslwyn Castle.
Vannacht weer flinke regen en vanmorgen droog en het zonnetje laat zich zien. We doen wat noodzakelijke dingen en vertrekken na de koffie, onze Engelse mede-campers ook. Ofschoon we op de kaart voornamelijk witte weggetjes rijden, blijken die vandaag minder smal. Misschien daarom wel vaker heel steil, eerste versnelling soms noodzakelijk. Zeker als we om een of andere reden stapvoets moeten rijden of zelfs moeten stilstaan, slippen de voorwielen op de nog natte weg gewoon door, ondanks héél voorzichtig optrekken.
In Llanelli is het stik-druk. Hel lijkt Venlo wel op een Duitse dag, er is geen parkeerplek te vinden, zeker niet voor een camper.
Dat valt wel op hier in Wales. Er rijden best wel wat campers, maar verzorgingsplaatsen zijn zeldzaam. Je bent al snel op campings aangewezen. Gelukkig staan er in het Womo-boekje, onze reisgids, wèl wat overnachtingsplekken want die zijn ook nergens aangegeven. Heel soms hebben die zelfs verzorgingsmogelijkheden. In de camping-app van de NKC/Acsi staan nog niet half zoveel plaatsen als in het boekje. Vaak zijn er pubs die ruimte en niet meer dan dat bieden, mits je klant bent natuurlijk. Ook rugbyclubs verdienen zo wat bij zoals die van afgelopen nacht.
Intussen zijn we een stuk verder op de route, in Kidwell en daar staat het Kidwelly Castle. Parkeerruimte zat. Voor £ 3,20 pp mogen we naar binnen dwars door het piepkleine winkeltje en komen dan tussen de robuuste muren van de ruïne terecht. Bijzonder is het woon-/gastgedeelte met 6 verdiepingen en dat in de middeleeuwen. Nu kun je van de begane grond rechtstreeks naar de sterren kijken.
Wales heeft de grootste kastelendichtheid ter wereld. Het lijkt wel alsof er meer kastelen dan plaatsen zijn. Verreweg de meeste zijn echter ruïne, in beheer bij de CADW namens de secretary of state, de overheid dus. Waar de afkorting voor staat weten we niet, maar de C staat voor Cymru en dat is Welsh voor Wales.
foto 968-979
Dan kom je ineens weer iets bijzonders tegen: Newton House in Llandeilo. Een toegangsweg van ruim een kilometer over het landgoed komt uit bij het House of gewoon kasteel. Een tearoom nodigt uit met een verlokkende ‘tea with scones, clotted cream and marmalade’. Niet te vermijden…..
Newton House is bijzonder omdat je zonder toezicht gewoon overal mag komen in het gebouw en ook overal met je vingers aanzitten. Op de stoelen zitten, het bestek pakken, laden openmaken en als de tafel in de grote zaal niet gedekt is, kun je er zelfs badmintonnen tussen de schilderijen en ornamenten. Alles in de geest van de laatste bezitters van het landgoed. Buiten loopt een grote kudde bambi’s met hele grote geweien. Op het landgoed ook de zeldzame White Cows met als kenmerk een bruinzwarte neus, oren, tenen en de puntjes van de horens. Een super-enthousiaste medewerkster met knalrood geverfde haren neemt ons nog mee naar de afgesloten bovenste verdieping. Daar waren vroeger de kinderen gehuisvest, samen met de nanny. Die laatste in een piepklein kamertje terwijl de kinderen alle ruimte om te spelen hadden. Zelfs een kleine bühne om theater te kunnen doen.
Tijdens ons bezoek een stortbui en zoals het hoort schijnt de zon weer als we buiten komen.
Het is bijna zes uur als we stoppen op de picknickplek Dryslwyn Castle. Even later krijgen we gezelschap van een Engelse camper met een heel vriendelijk echtpaar er in. Alweer een geweldige overnachtingsplaats in een klein parkje, vlakbij de rivier (een stuk lager) en de kasteelruïne (een stuk hoger).
foto 982-996-997
km-stand 109135
Vrijdag 24 augustus 2018, dag 14.
Weer: koud vandaag, niet meer dan 15°. Af en toe een bui, maar alleen als we ergens binnen waren…
Route: Carmarthen, St. Clears, Laugharne.
We zijn niet ver van de National Botanic Garden en denken erover gaan we wel of niet naar binnen? We doen het en hebben er absoluut geen spijt van. Heel grote tuin c.q. park met in een prachtig landschap o.a. een ‘glasshouse’, vele kleinere tuinen, een vlinderkas enz enz. We hebben er dik 3 uur rondgelopen en zeker niet alles kunnen zien, conditie heeft een einde.
Het glasshouse dat als een soort ufo in het landschap gesitueerd is meet 110 bij 60 meter in vrije overspanning. In het dak liggen 785 ruiten van 18 mm gelaagd glas, de meesten in de afmeting 400 x 150 cm. Ingedeeld is de kas in tropische zones van langs de evenaar over de continenten. In het midden ligt een Australisch ravijn van 5,5 meter diep.
Ook buiten is heel veel te zien.
Wij gaan nog naar de vlinderkas waar een heel vriendelijke mevrouw ons wijst op enkele aparte vlinders, met een spanwijdte van 20 cm. Jammer maar helaas worden die beesten maar 1 week oud. Ze hebben namelijk geen mond en kunnen dus ook niet eten. In die week moet wel alles gedaan worden om voort te planten.
Carmarthen waar we vervolgens komen heeft een kleine historische kern en een redelijk winkelcentrum. Natuurlijk ook een kasteelruïne. Het is er stikdruk. Later komen we er achter dat het vandaag bankholiday is. Korte verklaring: vroeger waren er diverse feestdagen, net als bij ons. Men vond dat lastig en dus zijn die allemaal afgeschaft en zijn er bankholiday’s ingesteld. Alle banken, dat waren de initiatiefnemers, zijn dicht. Maar intussen zijn wel alle winkels en attracties gewoon open. De anderen die daar niet moeten werken, hebben gewoon een heel lang weekend.
Als we terug gaan naar de camper druppelt het en als we binnen zijn giet het. Als we rijden schijnt weer voorzichtig een zonnetje.
Op naar onze overnachtingsplaats in Laugharne. Dé plaats van Dylan Thomas, vereerd als de dichter des vaderlands, Wales uiteraard. Maar dan hebben we pech: de camperplek is voorzien van bordjes ‘verboden te overnachten’. We kijken eerst naar Thomas’ werkplek en zijn woning en rijden dan terug. We hadden op de heenweg toch ergens een bordje gezien met P £ 1,-? We zijn het zeker voorbij, dan maar weer terug. En ja hoor, een grote open plaats voor de kerk met daarnaast het graf van Dylan Thomas 1914-1953. Hij is niet oud geworden en heeft tijdens zijn leven, ondanks goede inkomsten, altijd een groot geldprobleem gehad. Reden: zowel hij als zijn vrouw gaven meer geld uit in de pub dan ze hadden. Desondanks hebben ze 3 kinderen gekregen.
foto
Dan rijden we toch nog eens terug naar de niet-overnachtingsplaats want ertegenover liggen een aantal restaurantjes. We kiezen er een en vragen ‘a table for two’. Dan begint het toneel: twee langs elkaar staande tafels worden uit elkaar gehaald zodat er 2 tafeltjes van 2 ontstaan. Er wordt snel een vaasje bloemen bijgehaald voor de, nu aparte, tafel. Er komt een hele aardige jongeman aan tafel: “Good evening. How are you today? I am Dick and I’m gonna serve you. Behind the bar are my 2 collegues, named … and … (vergeten) and they wil also serve you. This is the menu and on this page you can choose, but also the page before if you want vegetarian. We have housewine by the glass or other by the bottle enz. enz. … Shall I leave you a few minutes so you can choose what you want to have?”. En dat bij iedere nieuwe binnenkomer.
Wie kent de serie ‘Are you being served’ nog. Op die manier dus, zeg maar met die hete aardappel in de mond.
km-stand 109190
Zaterdag 25 augustus 2018, dag 15.
Weer: koud ’s morgens 13°, maar de hele dag zon en later zelfs korte-broek-warm.
Route: niet de moeite waard, via Pendine naar Tenby.
’s Morgens net na half negen: klop klop klop aan de deur en iets van ‘good morning’, ‘hallo’. Een oud mannetje staat daar met de mededeling dat het niet de bedoeling is dat hier overnacht wordt en of we al de pond parkeergeld betaald hebben. Een hele amusante discussie volgt, alles is goed en “het is niet erg als we a little bit more in de bus doen (de grond is van de kerk)”. We stoppen 5 pond in de bus die we na enig zoeken vinden en rijden naar Pendine, naar het Museum of Speed.
Vreemd, zo’n speedmuseum aan de Walese kust. Wat is de reden? Het blijkt het heel grote brede en vlakke strand te zijn dat bij vloed altijd onder water staat en dan steeds weer vast en vlak wordt. In 1925, 26 en 27 waren Malcolm Campbell, Henry Seagrave en J.G. Parry Thomas in een felle strijd gewikkeld om het wereldsnelheidsrecord op land te hebben en te verbeteren. Thomas hield het record met 171 m/h, Campbell verbeterde, Seagrave wilde een auto bouwen voor 200 m/h, maar intussen gingen de ander twee verder. Maar, bij 174 m/h verongelukte Thomas, dood. De gecrashte auto genaamd Babs werd ter plekke in de duinen begraven. Daarna werden er geen wereld snelheidsrecordpogingen meer gedaan in Pendine. Wel nog andere records. De laatste was in 2010: 88 m/h met een grasmaaier.
Babs werd 42 jaar later opgegraven door Owen Wyn Owen en in 16 jaar gerestaureerd. De auto staat nu in het museum, maar is rijklaar.
Er is nog meer te zien, o.a een paar oude motoren, ook voor records gebruikt.
foto 63-64-69 (op dit strand gebeurde het)
Rond de middag komen we in Tenby op camping Meadows Farm aan en krijgen met moeite de allerlaatste plek. We krijgen de camper zelfs met blokken en luchtvering niet recht, maar het uitzicht maakt alles goed. Het dorp is een kruising tussen Zandvoort en Valkenburg. We gaan er op de fiets naartoe. Op de heenweg geen trap hoeven doen, maar op de terugweg….
Enfin, we hebben het gezien. Van oudsher een plek voor de Engelse upper-ten. Het een leuk dorp, nog volledig ommuurd en compleet overlopen door de vakantieganger. Heel veel breed en vlak strand, bijzonder geschikt om grote kuilen in te graven, wat dan ook massaal gedaan wordt. Een rots met daar bovenop een klooster is bij eb met droge voeten te bereiken, bij vloed niet.
foto 78-83-87 (het is duidelijk eb)-94
De weersvoorspelling voor morgen is véél regen, van 4 am tot 4 pm. We zullen zien.
km-stand 109226
Zondag 26 augustus 2018, dag 16.
Weer: is de voorspelling uitgekomen? Ja hoor, plensregen van ’s morgens heel vroeg tot een uur of één en een uurtje namiezelen. Dan toch nog een bleek zonnetje.
Route: geen, we zijn op de camping gebleven en gaan maandagmorgen verder.
foto 99
Probleem: er zit een lek boven rechtsvoor ergens. Een paar spulletjes op het bovenbed waren nat. Nu was dat precies de hoek waar álle water van het dak naar beneden kwam. We stonden namelijk heel erg scheef, ondanks de blokken en de automatische niveauregeling. Zo scheef, dat we gezegd hebben ‘dat nooit meer’. Later bij het wegrijden konden we niet achteruit, to slippery, dus vooruit over de blokken weg. Resultaat: beide nogal beschadigd.
Planning was ook, gezien de weersvoorspellingen, om zondag te blijven staan. ’s Middags Formule 1 en ’s avonds Tatort. ’s Morgens uitslapen en de blog bijwerken.
Nu dus tijd om wat anders te vertellen.
Wales is een bijzonder camper-onvriendelijk land. Waarschijnlijk niet bewust, maar omdat er niet over nagedacht wordt. En dat terwijl er heel veel campers zijn. Veel onderweg, ook en vooral busjes, maar bij de huizen staan er ook veel. Desondanks is het heel lastig om water in te nemen of te lossen, het toilet kun je bijna nergens legen, de struikwallen langs de wegen zijn niet op camper-spiegelhoogte berekend, veel P-laatsen zijn hoogte-begrensd en op andere moet je minimaal 4 uur parkeren terwijl andere auto’s er vanaf ’n uur kunnen staan. Behalve een aantal pub-eigenaren die het wel begrepen hebben: kom hier eten en je kunt gratis blijven staan. Oké, het is een mooi land, dat dan weer wel. Oh ja, een enkele buitenlander zien we hier wel. Maar Nederlanders gaan blijkbaar ergens anders heen, die hebben we pas 2 gezien.
Maandag 27 augustus 2018, dag 17. Week 3.
Weer: goed.
Route: Tenby, gewoon verder langs de kust, Lamphey, Stackpole, Freshwater West, Castlemartin, Pembroke en Pembroke Dock, Milford Haven, Dale, St. Ann’s Head.
Zoals al gezegd was het wegrijden van de camping een crime. Eerst van de plek af op vaste gravel en dan water tanken. Op en neer lopen met de gieter wel te verstaan. Och zo lukt het ook.
foto 102-103
Vandaag een nogal afwisselende route. We rijden o.a. door een duinengebied waar de weg de oorspronkelijke vorm gewoon volgt. Is hier trouwens meestal. Uitvlakken doen ze hier niet aan en dus is het resultaat als volgt: stel je een achtbaan voor met sterke stijgingen en dalingen en kort daaropvolgende scherpe bochten. Verschil met een echte achtbaan is dat je hier ook tegenverkeer hebt. Af en toe kun je dan uitwijken maar dan nog blijft er niet veel ruimte over. Zoals die keer met die VW Golf. We gingen heel erg dicht stapvoets langs elkaar en de meneer in de Golf wilde nog snel zijn spiegel inklappen. Maar wij reden en hij trok heel snel zijn hand terug, bang om klem te komen zitten… en terecht.
foto 107-109-120 (Stackpole)-134
LPG tanken lukte niet: de pomp was dicht. Volgens een heel erg vriendelijke meneer die zijn hond uit liet was het bank-holiday. De eigenaar was waarschijnlijk bij de cricket-wedstrijd een stukje verderop. Maar wij begrijpen het niet meer. Wat was het afgelopen vrijdag dan? Toen zei men ons ook dat het bank-holiday was. Misschien komen we er nog wel achter.
’s Avonds staan we bij St. Ann’s Head, samen met een Duitser. Prachtige plek met een rondom zicht van tientallen kilometers, vooral over zee natuurlijk. We wandelen van daaruit naar de vuurtoren, heen en terug 4 km. Als het donker wordt vindt onze mede-camper dat het tijd wordt te vertrekken en zijn we alleen. Een uurtje later komt er toch nog een camper-bus met pappa, mamma, 2 kindertjes en 2 honden.
Dat is ook zoiets, wij denken dat je als inwoner in Wales niet meetelt als je niet minstens 1 hond hebt.
foto 149 (camper met uitzicht)
km-stand 109330
Dinsdag 28 augustus 2018, dag 18.
Weer: begonnen met 15° en toch nog 20° gehaald. Droog tot 19 uur en dan 5 minuten motregen. Blijkbaar moest het toch al zo groen gras nog groener…..
Route: St. Ann’s Head, Little Haven, Haverfordwest, Nolton Haven, Newgale, Solva, St. Davids.
foto 158 (Little Haven, niet in ’n beeld te vangen)
Aan verschillende kleine baaien liggen kleine dorpjes, stuk voor stuk pareltjes. Little Haven is een vergulde parel. Wat een plaatje, wat een sfeer. Te bereiken via een moeilijke single-track road en dan kom je er bijna niet meer uit. De weg doorrijden is wel/niet mogelijk, maar we nemen het risico niet. Een stijging van 20% over een afstand volgens een bekende meneer daar, zeker 500 meter. Ook single-track en met een paar heel scherpe bochten er in. Hij trok een ‘gaat niet gezicht’ kijkend naar de camper en zijn vrouw glimlachte bevestigend. Nu hebben we in het verleden nogal wat wegen gereden die ‘niet te doen’ waren, maar hier hebben we de handdoek in de ring gegooid en zijn na een wat moeilijke keer-manoeuvre teruggereden. Dat was wel nog te doen met 16% en uitwijkmogelijkheden, zelfs als de politie je met sirene aan tegemoetkomt.
We doen ‘even’ boodschappen bij de Tesco in Haverfordwest. Weer zo’n gigant vol volk. Dat is niet prettig, o.a. omdat als je binnen staat, voor- en achterkant niet meer te zien zijn en de keuze gewoon té té té groot is. Gauw weg hier, terug naar de kust via een LPG-tankstation. Dat is dan ook weer geregeld.
Maar eerst nog langs de chocoladefabriek. Intussen zijn we in Oostenrijk, Noorwegen, Duitsland in zo’n fabriek geweest. Lijkt wel een verzameling, alleen blijft er uiteindelijk alleen de herinnering van over.
Via een alweer prachtig landschap van weien, heggen, bosjes, rotsen en zee komen we in Nolton Haven. Het volgende pareltje waar we de camper parkeren en de zee inlopen. Nou ja, waar bij vloed de zee staat. Toby vindt het ook leuk.
foto 169-176-
181(een uitzicht, Newgale)
Een kop koffie later zien we een bord staan met ‘Solva woollen mill factory’. Het blijkt een sinds 1907 bestaande wolfabriek, gespecialiseerd in tapijten en kleden. Erg mooie en heel dure spullen.
Dan is het nogal laat geworden. Pas tegen 18 uur komen we in St. Davids aan. Een bekend dorp, vooral vanwege de kathedraal en het Bishop’s Palace.
foto 191
km-stand 109402
Woensdag 29 augustus 2018, dag 19.
Weer: uit de kunst.
Route: geen, behalve de wandeling.
Aan de receptie van de camping, een van de zeer vele die hier in de buurt liggen, niemand meer. Ze sluiten om 5pm. Nogal wat gepuzzel tussen alle mededelingen die er hangen om er achter te komen of en zo ja, waar we kunnen staan. Mag er wel of geen hond in en wat kost dat dan? Onze conclusie: we denken dat er een hond in mag maar alleen op veld 1 en pas vanaf 1-9 op veld 2 en 3 en de kosten zijn £ 18,-. Het eerste blijkt vandaag te kloppen, het tweede moet zijn £ 27,- Later blijkt dat we dat verkeerd begrepen hadden, wordt de hond niet berekend en blijft voor 2 nachten £ 50,-. Als je ziet wat er geboden wordt (mooi verzorgde plaatsen met stroom, prima sanitair en alle verzorging voor de camper) niets te veel. Het magnifieke uitzicht is een perfecte toegift.
Intussen hadden we al besloten om vandaag hier te blijven staan en te genieten van het mooie weer…, als de voorspellingen kloppen. En ja hoor, mooi op tijd, ongeveer 10 uur breekt de zon door en de hemel wordt hoe langer hoe meer ongestoord blauw.
foto 207 (nog geen korte broek, dat kwam pas later)
Na een tip van de zeer vriendelijke camping-meneer breken we op voor een wandeling langs de kust en via St. Davids weer terug. Uiteindelijk zijn we 4 uur onderweg en hebben we 1 kop koffie genuttigd onderweg en geschat 5 kilometer afgelegd. Heel mooie wandeling en een heel leuk, redelijk toeristisch, dorp. Sorry, St. Davids is de kleinste stad van Great Britain.
De uitzichten vanaf het wandelpad langs de kust zijn geweldig. Bij de St. Non kapel, zij was de moeder van St. David, gaan we terug landinwaarts naar het stadje.
foto 209-218-221
De beroemde St. Davids Cathedral die nog altijd in gebruik is en de naastgelegen ruïne van het Bishop’s Palace zijn wel de hoogtepunten. We hadden die gisteravond al bezocht en nu staan we van bovenaf op de 2 gebouwen te kijken. Vreemd eigenlijk omdat kerken meestal op het hoogste punt gebouwd werden, maar hier in een dal. De kathedraal stamt uit de 12e eeuw en is sindsdien ‘een getuigenis van het geloof van vele generaties en als een thuis voor de tegenwoordige christelijke samenleving die het gebouw elke dag weer tot leven brengt’. aldus het welkomstwoord van de deken van de kerk. Het is een nogal ingewikkeld gebouw met de bijbehorende kunstwerken, versieringen en sarcofagen. Zeer de moeite waard.
foto 225
In het stadje vele galerietjes en kleine winkeltjes, pubs enz. Gezellige sfeer en prettige drukte.
foto 222-228-236 (afscheid van de camping)
Donderdag 30 augustus 2018, dag 20.
Weer: ’s morgens 15°, later weer prima. Bewolking en een zonnetje, zelfs een paar druppels gezien.
Route: St. Davids, Tresinwen – Stumble Head, Goodwick, Fishguard, Nevern.
We nemen afscheid van deze mooie camping en laten alles achter wat we niet meer willen hebben en ruilen dat voor nieuw. Zoals water.
De eerste kilometers over de A487 zijn snel afgelegd. Dan moeten we linksaf naar Stumble Head, een vuurtoren die op een eilandje voor de kust ligt, verbonden met een kleine loopbrug. De weg ernaar toe slaat weer alles, nu staat er zelfs gras in de middenstrook. Tegenliggers òf wij moeten flinke stukken terug, met als hoogtepunt het wildrooster vlak voor… Er staan aan de andere kant al 2 auto’s en achter ons ook. Aan de kant gaan kan niet meer, te weinig ruimte. De eerste auto voor ons duwt zich helemaal opzij tegen de rand en vooruit tegen het hek aan. Thea uitstappen en kijken of er verderop nog plaats is, maar intussen ik vragen aan de tegenligger of het kan. Die zegt geruststellend ‘plaats genoeg’ onderin. Dus dan er langs en dat gaat op de centimeter. Intussen komt Thea terug en staat met een mevrouw te kijken hoe dat lukt. Blijkt dat die mevrouw gevraagd had ‘Is he in panic?’. Thea: ‘ha ha, he never is…’. Zo, dat is dan weer vastgesteld.
Het uitzicht, het landschap, de moeite meer dan waard.
Het wildrooster gaf toegang tot een grote parkeerruimte verderop waar al een tiental auto’s stonden. De terugweg hoefde dus niet achteruit!
foto 239
In Goodwick en Fishguard stoppen we. Goodwick heeft een veerverbinding met Rosslare in Ierland waar we vorig jaar aan land gegaan zijn vanuit Roscoff in Frankrijk. Het Ocean Lab museum is helaas net vandaag gesloten. Het dorp Fishguard Low ligt bij een drooggevallen haventje, net een schilderijtje. Een riviertje dat uitmondt in die haven die vol ligt met bootjes op het droge. Het is eb. Fishguard High is er ook, met een wandtapijt van 30 meter in de Town Hall. Dat moeten we helaas aan ons voorbij laten gaan omdat het een steil bergop wandeling van een kleine kilometer betekent vanaf de eerste parkeerplaats.
foto 253
Een stukje verderop ligt Nevern, weer zo’n plek waarvan je denkt hoe zijn hier mensen terecht gekomen en nog vreemder, waarom blijven die hier? Behalve dan dat het net een decor uit een sprookje is? Er zijn een paar huizen waar je met een wat grotere auto niet kunt komen. Dan een supersmal bruggetje waarachter een mooi kerkje ligt met een spooky kerkhof. Tot slot nog een hele grote inn. Daarover straks meer. De kerk is oud, zonder verdere info kun je dat constateren aan de datums op de graven. Een jongen van 17, gestorven in 1792. Nog voordat Napoleon zijn ding in Europa deed.
foto 257-264
Het is alweer 4 pm als we nog naar het megalithische graf Pentre Ifan gaan, gedateerd ongeveer 3500 voor Chr. Altijd weer indrukwekkend als je er de geschiedenis bij voorstelt. Het is de grootste en belangrijkste opgraving in Wales van deze soort. Als we verder willen is de keuze terug of doorrijden. Wat we gehad hebben weten we en dat kan alleen maar beter worden als we doorgaan. Dachten we… Het gaat ook goed tot ineens een bord verschijnt met 20%, gelukkig bergaf. De weg is camperspiegelbreed, maar dat zijn we intussen gewend. Dan ineens moeten we door de beek die gewoon over de weg stroomt, gaat goed. Maar direct aansluitend gaat het 20% bergop. Gelukkig zit er een sterke motor in de camper en nog gelukkiger: we komen geen andere auto meer tegen op dat stuk. No problem 🙂 dus.
foto 269-270
Intussen is het te laat om nog iets anders te gaan doen, dus weet je wat, terug naar Nevern. Parkeren bij de Trewren Arms Inn, lekker eten en dan mag je op de P-plaats blijven staan.
km-stand 109477
Vrijdag 31 augustus 2018, dag 21.
Weer: prachtig. Hele dag zon aan een blauwe hemel, dik 20°
Route: Nevern, Drefach Felindre, Newcaste Emlyn, Cenarth, St. Dogmaels, Cardigan, New Quay.
Het was héél erg rustig vannacht. ’s Morgens schijnt lekker het zonnetje als we op weg gaan naar de Caws Cenarth Cheese Farm. Enkele kilometers over single-track road met korte en hevige stijgingen en dalingen. Leuk om te zien en een aardige winkel erbij die we dan ook verlossen van een paar soorten kaas. Die moet wel goed zijn. Prins Charles vond dat ook. Ze hebben hier kaas gemaakt van zijn eigen koeien.
foto 276
Binnendoor naar het National Wool museum. Dat ligt een stuk verderop in Drefach Felindre. Zo heet die plaats ècht. Via een heel smalle toerit kwamen we op een mooie parkeer- annex picknickplaats. Na het bezoek hebben we daar nog even een boterham gegeten.
Het is een heel mooi uitgebouwd en verzorgd museum, gehuisvest in een oude wolfabriek waarvan er hier in de omgeving vroeger enkele tientallen geweest moeten zijn. In een combinatie van oude gebouwen en moderne glazen verbindingen is nu de geschiedenis van schaap en mens te zien. Je wordt ontvangen door enthousiaste medewerkers c.q. vrijwilligers die je met veel plezier de weg wijzen door het labyrint en klaar staan om vragen te beantwoorden. Alles bij elkaar de moeite waard.
foto 280-289
Volgens het boekje moet Cenarth een aardig dorpje zijn. Dat hebben wij niet gezien. Wel een parkeerplaats met een ontzettend vriendelijke beheerder ‘That’s £ 2,50 please… do you want to stay overnight?… no… oke… Thank you love (tegen Thea) and thank you very much sir…’.
Dat alleen al was het geld waard. Wat was er wel: een klein watervalletje in een riviertje dat door een vreemde omgeving stroomt, een watermolen en het National Coracle Centre, links en rechts een paar mooie hoekjes.
Coracle: een soort eenpersons bootje gemaakt van dierenvellen of later geteld doek over een houten geraamte. Ze werden gebruikt om de schapen die in het water gejaagd werden om wat vuil kwijt te raken, in toom te houden. We weten zeker dat je als leek in zo’n ding stapt, je binnen een paar seconden er weer uit ligt. Ze worden niet meer veel gemaakt, maar zelfs enkele beroemdheden (welke stond er niet bij) hebben er een of meer.
foto 292
St. Dogsmael Abbey ligt aan de andere kant van het water bij Cardigan. Om een of andere reden (verkeerde programmering of zo?) rijden we eerst naar een plek aan de rivier Teifi. En als je dan denkt nu hebben we alles qua wegen wel gehad… nee dus. We draaien van de weg af en stoppen. Moeten we daar door? Intussen staat er al iemand achter ons die bezweert dat er beneden een grote P-plaats is. Dat kan wel zo zijn, maar tussen 2 begroeide manshoge muren in een bocht met 20% daling en niet meer speling dan een centimeter of 10, te verdelen over 2 kanten dus? Het lukt en beneden is die grote P-plaats, maar verder ook niets buiten het riviertje. Maar dan. Terug bergop… het is daarna enige tijd heel erg stil geweest in de camper. Zeg maar een enigszins verwijtend sfeertje hing er.
Maar de ruïne hebben we daarna nog wel gekeken, evenals Cardigen (uit de auto) en de monding van de Teffi in zee. Mooi.
foto 303-305-308
De camperplek bij een kerkje lijkt ons niets en dus rijden we door. Hadden we dat maar niet gedaan en waren we maar teruggegaan. De camper werd gelijktijdig links en rechts door de struiken ‘schoongeveegd’ en het noodzakelijke poetswerk thuis nam met de meter toe.
We hebben het overleefd en overnachten bij de pub Penrhiwgaled Arms, vlakbij New Quay. Eten in de pub en gratis staan op de parkeerplaats. Goed geregeld weer.
Zaterdag 1 september 2018, dag 22.
Weer: soms deed het zonnetje een poging, maar helaas. Niet koud, dik 20°, dus nog steeds korte broek en T-shirt.
Route: New Quay, langs de kust tot Llanrhystud, dan landinwaarts naar Trageron via Pontrhydiendigaid naar Devil’s Bridge, camping Woodland Caravan Park.
foto 311
Langs de kust is het ietwat vlakker, je krijgt in ieder geval de indruk omdat de uitzichten weids zijn. De weg is breder en drukker. Hier en daar buigen we naar het strand af en zien dat de zandstranden verdwenen zijn en in plaats daarvan stenen gekomen zijn. Allemaal sterk afgerond alsof ze heel lang in de betonmolen meegedraaid zijn. Langs de zee ligt er als het ware een dijk van, zo hoog opgestapeld zijn ze.
foto 313-316
Dan verlaten we rechts de kustweg, naar de Cambrian Mountains. Als je op de kaart kijkt zie je een brede strook langs de kust waar overal dorpjes liggen, vanaf nu is dat afgelopen. Alleen nog enkele huizen wijd verspreid, tussen de weien met grazend vee. Voornamelijk schapen, maar ook rundvee. je ziet hier overal trouwens meer koeien buiten dan bij ons.
Hier wonend kun je niet zonder auto of je moet heel veel tijd en goede schoenen óf een paard hebben. Als je wat vergeten bent mee te brengen kun je niet even naar de winkel.
foto 319
In Tregaron bezoeken we het Red Kite Center. Een lekker kneuterig museum, gewijd aan de rode wouw, een forse roofvogel. Bijna uitgeroeid hier in de bergen maar dankzij enz. enz. Een aardige behoorlijk op leeftijd zijnde dame wil ook graag weten wie wij zijn en waarvandaan enz. ‘Oh, nice…’
Het Corse Caron Nature Reserve nodigt uit voor een wandeling. Een ‘boardwalk’ (houten pad) loopt door het moerassige gebied. Het levert mooie plaatjes op.
foto 327
Voordat we op de camping landen waar we zondag willen blijven staan, komen we langs Strata Florida = dal der bloemen. De resten van een kathedraal uit de middeleeuwen. Historisch gezien een van de belangrijkste christelijke relikten van Wales. Een paar kilometer verder ligt The Arch. Een poort die de overgang van de kustweg naar bergpassen markeert. In 1810 gebouwd door de eigenaar van het landgoed dat hier eindigt, ter gelegenheid van het gouden troonjubileum van Koning George III.
foto 333-337
foto 335
km-stand 109692
Zondag 2 september 2018.
Weer: ’s morgens droog, ’s middags wat miezel en na de F1 beetje zon.
Route: geen
Vandaag staan we op camping Woodlands, vlakbij Devil’s Bridge. Wandelen dus.
Nu even niets te maken met ‘blind summit’ en ‘hidden dip’. Even uitleggen. Een blind summit (een blinde top) zit in de weg en je kunt pas het volgende stuk weg zien als de auto niet meer klimt maar nét over de top is. Vergelijk maar weer met die achtbaan. Een hidden dip (verborgen gat) in de weg zie je pas als de auto al daalt. Stel voor, een recht stuk weg en ineens is verderop een stuk weg weg. Nog verder zie je die weer, maar intussen komt er ineens een tegenligger omhoog uit dat gat en die zit dan vaak al vlakbij. Alles heeft te maken met het gegeven dat ze hier niet aan uitvlakken doen, maar gewoon het terrein volgen.
Gewoon de weg volgen doen we ook als we naar Devil’s Bridge wandelen. Bij de kassa kopen we een kaartje van een nederlandse mevrouw die daar werkt en gelijk in de gaten heeft dat wij ook van die kant komen. Hoort ze dat? Nou nee, niet echt, maar Nederlanders zeggen altijd gelijk dat ze een senior-ticket willen, o.a. Duitsers niet volgens het hele verhaal waarin ze dat uitlegt.
Maar goed, we beginnen aan de wandeling die volgens de folder minimaal 3 kwartier duurt. De route gaat zo’n honderd meter naar beneden waarbij de treden gemiddeld dichter bij de 40 dan bij de 30 cm hoog zijn. Hoogtepunt is de Jakobsladder met exact 100 treden aan één stuk door. Het is een mooi gebied met watervallen en uitzichten. Probleem is alleen dat het ook weer naar boven moet. Hadden we al spierpijn van het dalen, we moeten toch die 100 meter ofwel zo’n 30 verdiepingen weer omhoog. Gelukkig niet via de Jakobsladder…. dachten we. Klopt ook, maar de weg omhoog is minstens net zo erg, alleen zitten daar wat meer platte stukken tussen. Uiteindelijk zijn we na ‘n dik uur en ‘n kwartier terug. Poeh, poeh. Maar dan, coffee and cake! Calorieën gelijk aanvullen.
Oh ja, Devil’s Bridge zijn eigenlijk 3 bruggen over elkaar gebouwd. De eerste stamt uit de elfde eeuw, de tweede uit de middeleeuwen en de derde uit ongeveer 1900. Iedere keer is de oude brug gewoon intact gelaten en de nieuwe eroverheen gebouwd.
Veel meer staat er niet op het programma. Wat huishoudelijke klussen, de F1 van Monza en ’s avonds Tatort. Omdat we aan de receptie wifi hebben ook nog facetimen met Thomas en Tessa en de rest. Moesten we alleen weer een stuk berg af en op.
foto 339-348-363
Maandag 3 september 2018, dag 24, week 4.
Weer: het begint erg nat totdat we uit de bergen zijn bijna in Aberystwyth, dan klaart het op en steeds meer zon en >20°. Puur mazzel.
Route: Devil’s Bridge, Aberystwyth, Borth, tot net iets verder dan einde weg bij Ynyslas.
Aberystwyth, samengesteld uit de delen Aber en Ystwyth, was hoofdstad van Wales totdat Cardiff die positie overgenomen heeft begin jaren ’50. Er zijn 12.000 inwoners en tijdens het collegejaar komen daar 11.000 studenten bij. Als we arriveren parkeren we aan de rand van de stad en pakken de fiets richting centrum. Voordeel van de fiets is dat de aanlooproute er niet is en dat je heel gemakkelijk een indruk van de stad kunt krijgen en vervolgens het meest interessante deel te voet kan doen. Zo fietsen we eerst naar en zelfs in de burcht en gaan dan aan het andere einde van de stad met de funicula naar de top van Constitution Hill. De funicula is er sinds 1896 en is het langste elektrische treintje van Groot Brittanië. Als de ene naar boven gaat, komt de andere naar beneden, verbonden via 2 lange kabels. Het geheel heeft dringend behoefte aan onderhoud. Het lijkt wel of er sinds 1896 niets meer aan gedaan is. Boven aangekomen genieten we van een schitterend uitzicht over de stad. Dat uitzicht kun je ook nog eens bekijken via de grootste camera obscura ter wereld die je met een joystick zelf kunt bedienen.
foto 380 the old college -385-391
In de stad blijven er in de uitverkoop toch 2 truien en een hemd aan de vingers hangen (stel het wordt tóch nog eens koud…). Ook het gebouw waar het politiebureau van de serie Hinterland in gevestigd was bekijken we. Gebouwd als stadhuis, later in gebruik als écht politiebureau en nu een leegstaand gebouw, klaar om gerenoveerd te worden en dat is echt héél erg nodig.
foto 386
Alle eetzaakjes zijn al gesloten als we tegen 6 pm wat zoeken, dus sluiten we het stadsbezoek af met eten in de pub. Je zoekt een tafel, kiest uit het menu, loopt naar de bar, bestelt met vermelding van het tafelnummer, betaalt en je gaat zitten en wachten. Alles wordt dan gebracht voor, schrik niet, £ 13,50. We bestellen een chicken-pie. Daar krijg je frites bij (!) en peas, van de hele groene erwten. Wij willen graag de seizoensgroenten in plaats van de peas. En wat kijk je dan? Diezelfde peas, maar dan met wortelen. We halen de fietsen op die eenzaam en alleen bij het station staan (dat is thuis wel anders) en gaan terug naar de camper. Nu nog een slaapplaats zoeken.
foto 420
Het ‘witte’ weggetje langs de kust moet naar een camperplek leiden bij Ynyslas. Voordat we zover zijn krijgen we nog een echt wow-moment. De weg loopt hoog door het land, tussen de gebruikelijke heggen door. Geen kust te zien. Dan, in één klap ontvouwt zich de kust bij Borth. Op een totaal onverwacht moment plotseling een fantastisch uitzicht, badend in het vlak over het water scherende licht van de zon. We rijden heel langzaam de meer dan honderd meter via een 25% daling naar beneden om er zo lang mogelijk van te genieten.
foto 421
Borth is een langgerekt dorp langs een breed zandstrand en daarom heel gewild bij de Welshmen. Jammer is dat het dorp er blijkbaar niet van profiteert, investeringen in onderhoud zijn hard nodig.
Een klein stukje verder bij Ynyslas zou de camperplek moeten zijn, maar die is afgesloten met een hoogtebar, precies bij het bord einde weg. Toch inrijden? Kan geen kwaad toch? We rijden langs een groot caravanpark, waarvan er in Wales vele zijn, en komen terecht op het strand, bij de monding van de rivier Dovey. Aan de overkant ligt Aberdovey. Kilometers fijn zand waarvan heel veel hard en berijdbaar. Er staan enkele auto’s en zelfs een paar campers. We vragen aan de mensen of zij ’s nachts blijven staan en dan ontstaan de leukste gesprekken. “Waar komen wij vandaan, waar komen zij vandaan. Je mag hier niet overnachten… maar we doen het toch. Misschien komt er morgenvroeg iemand maar dat zien we dan wel… enz.” Geweldig mooie plek.
foto 436 de voortuin van de camper
km-stand 109735
Dinsdag 4 september 2018, dag 26
Weer: prachtig, volop zon. Het begint met 13° en is binnen een uur boven de 20°.
Route: eerst een paar kilometer terug naar de doorgaande weg, Ynyslas, Machynlleth, Corris, Dolgellau en dan een kilometer of 5 de bergen in naar farmcamping Thomas.
Na het ontbijtje gaan we eerst eens aan de wandel. Je kunt hier echt kilometers over vlak zand lopen en nog eens kilometers door de duinen. Het is een natuurgebied met infocentrum vlakbij. Als we binnen willen kijken moet de deur nog open gemaakt worden, wat Wendy graag doet. En vervolgens ook een lawine van info verstrekt. Nog maar eens zeggen: wat zijn de mensen hier toch allemaal beleefd, vriendelijk, bereid om te helpen. Het voelt erg fijn.
We maken een aardige wandeling en heel veel foto’s en zetten koffie als we terug zijn. En wie komt daar aangelopen? Wendy. Zij herkent ons en zegt ‘oh ja, jullie rijden naar het noorden hé? Goed, want je mag hier namelijk niet overnachten.’ Wij: ‘natuurlijk niet Wendy, no problem.’ Ha ha.
foto 443-445
We komen weer op de A487. Let wel: een A is goed, 3 cijfers minder. De breedte van de weg leidt tot de verzuchting dat ze hier eigenlijk de bussen wat smaller zouden moeten bouwen. Eerste stopplaats is dan Machynlleth, bekend van de 24 meter hoge klokkentoren in het midden van het dorp. Leuke sfeer verder, maar weinig te beleven.
foto 447
Het CAT ofwel het Centre for Alternative Energy is ooit begonnen met de ideeën van enkele ingenieurs. Doel is het vrijmaken van Great Britain van fossiele brandstoffen. Het begint met weer een funicula, maar nu een bijzondere. De bovenste wagen loopt vol water, net even meer als de onderste weegt. De zwaartekracht doet de rest. Eenmaal onder aangekomen wordt het water geloosd en het begint opnieuw. In het park aandacht voor alternatieve energie, maar zeker ook voor architectuur. Daarvoor worden hier post-academische opleidingen gegeven.
foto 455-463
In Corris is een station van een stoomtreintje. Dat de trein niet zou rijden wisten we eigenlijk wel. De vakanties zijn hier afgelopen en de scholen begonnen, dus is er geen publiek meer. Maar het museum was ook dicht. ’n Enkele vrijwilliger die nog aanwezig was wilde wel het en en ander kwijt, bijvoorbeeld over de wens voor een nieuw stationnetje. Honderduit vertellende (alweer) loopt hij mee, wijst van alles aan. Vanwege de drukte bij de naastgelegen school, (groot-)ouders die de kinderen uit de wijde omtrek afhalen, hadden wij de camper een stuk door het dorp geparkeerd. Dus met pijn en moeite kunnen draaien en met nog meer moeite terug door de smalle straat van het dorp. Aan de A-weg vinden we vervolgens de tweede attractie van Corris: een verzameling huisjes c.q. winkeltjes waarin verschillende ‘craftsmen’ hun metier beoefenen. Ook voor de kinderen is er van alles te doen. Maar ja, die waren vandaag dus naar school. Erg rustig daar dus.
Wat de meneer van de stoomtrein ook nog vertelde was dat de vallei hier gebruikt werd door de Amerikanen om laagvliegen te oefenen. Klere herrie zei hij. Toen we later bij die kleine winkeltjes waren kwam er zo’n stuntvlieger laag over, heen en terug. Geen oefen-F16. Maar, op een groot bord hing de verklaring van de herrie van die Amerikanen: hoe kun je welk toestel herkennen? En daar stonden wel diverse typen straaljagers op. Zo rustig is het hier dus soms helemaal niet.
Dolgellau staat erom bekend dat, naast een prominente rol in de geschiedenis die we hier niet opschrijven, het hele dorp gebouwd is met donkere leisteen. Dat is inderdaad doorgevoerd in alles, van huis tot winkel tot kerk en tuinmuur. Apart.
foto 485-488-493
Dagelijks zoeken we weer een overnachtingsplek en die we nu uitgezocht hebben ligt een kilometer of 5 de bergen in. Een farmcamping, eigenlijk 2 vlak na elkaar. Hoe de Womo-boekje-mensen die nou weer gevonden hebben is onduidelijk. De eerste aanwijzing staat er vlak voor, maar dan heb je qua rijden wel al wat overwonnen. Zeker als je, zoals wij, te ver doorrijden en de krassen op de camper aan beide zijden tegelijk uitgebreid worden. Enfin, we vinden de aanwijzingen uiteindelijk toch en willen naar de tweede camping rijden omdat die het meest uitgebreid in het boekje staat. Maar dat geven we na enkele tientallen meters op omdat we tussen de stenen aan beide zijden van de weg met het trapje blijven hangen. Dan maar bij de eerste gaan staan. ‘Zoek maar een plekje, maakt niet uit’. En zo hebben we enkele hectares helemaal voor onszelf. Prachtig uitzicht en nul ontvangst op de mobiele telefoon. Tour 4 sluiten we hiermee af, morgen beginnen we aan 5. In kilometers zitten we nog net niet op de helft van de hele tour.
foto 498-502
km-stand 109793
Woensdag 5 september 2018, dag 27.
Weer: nogal fris ’s morgens. Binnen 15, buiten 13 graden. Wat doen de wolken? Wordt het zon of regen? Hele dag zon dus met de korte broek!
Route: terug naar Dolgellau, Barmouth, Harlech, Ffestiniog, Garreg.
Wat een overnachtingsplek was dat weer. Als we wegrijden moeten we oppassen dat we niet een paar schapen onder de wielen krijgen. Die beesten gaan echt niet aan de kant voor zo’n stomme camper hoor. We moeten de poort open maken om van de farm weg te komen en minder dan stapvoets door het erg smalle paadje richting weg rijden. Als we dan een paar kilometer weg zijn, staat al het eerste punt op de agenda: een oude abdij. Die ruïne-muren dwingen altijd weer respect af. Wat mensen vroeger konden maken, maar ook hoe hier geleefd moet zijn. De toerit gaat dwars over een camping, vreemde situatie.
Het bezoekerscentrum van Natuurreservaat Coed Ganllwyd trekt zoals alle wandel-parkeerplaatsen veel bezoekers. Wandelaars, renners, bikers enz. De mensen van Wales hier zijn blijkbaar gek op buiten zijn, samen met de honden.
En dan zijn we al in Barmouth. Een van de Walese vakantieplaatsen. Enorme stranden met bijbehorende parkeerplaatsen aan de boulevard. Een klein stukje boulevard wordt als zodanig gebruikt, de rest is voor de auto en dus voor de strandbezoekers. De straat door het dorp, parallel aan de boulevard is best wel gezellig. Je merkt nu wel dat de scholen begonnen zijn. De kinderen zijn weg en de honden zijn gekomen. Alle soorten en maten kom je hier tegen en diegenen die aan Toby durven te ruiken, krijgen allemaal na enkele seconden een snauw van hem. Hij zal wel geen engels of welsh begrijpen.
Een beetje verborgen ligt het Round House, Ty Crwn op z’n Welsh. Gebouwd als gevangenis en ontnuchteringscel voor vooral zeelieden. Er was over nagedacht: de ene ingang was voor de deugnieten, de andere voor de vrouwen. Het gebouw was rond omdat dan de duivel zich nergens in een hoek kon verstoppen.
518-525 zoek de verschillen
De heuvels van Wales zijn hier in het Snowdonian National Park en er tegenaan, allang geen heuvels meer, maar bergen. Veel van de heggen zijn muurtjes geworden.
foto 531
In Harlech twijfelen we of we wel of niet de kasteel-ruïne zullen bezoeken. Het ziet er heel indrukwekkend uit met een fantastisch uitzicht, dus toch maar naar binnen. Geen spijt van. Het gebouw is in de 12e eeuw gebouwd in 6 jaar tijd. Onvoorstelbaar eigenlijk. Vroeger liep er een 61 meter lange trap tot aan de vloedlijn waar dan aangemeerd kon worden. Nu ligt er tussen kasteel en zee wegen, spoorweg en een golfterrein. Klimaatverandering?
In het dorp de steilste weg ter wereld: 40% helling. ‘Helaas’ afgesloten voor doorgaand verkeer.
foto 532-536-540-547
Als overnachtingsplek zoeken we weer een pub op, de Brondanw Arms in Garreg. Blijven staan kost hier £ 10,-, maar als je gaat eten is het gratis. Aangezien je hier voor ongeveer £ 10,- pp kunt eten, heb je dan eigenlijk voor een tientje met z’n tweeën gegeten. Mooie plek ook, dus wat wil je nog meer?
foto 559
km-stand 109895
Donderdag 6 september, dag 28.
Weer: Regen! en niet zo zuinig. Tenminste, als we wakker worden en zolang als we er staan om de blog bij te werken.
Route: Via Porthmadog, Tremadog, de Pass of Aberglaslyn naar Beddgelert, Rhyd Ddu, Caernarfon
Gisteravond werkte de wifi niet, zelfs niet in de pub, nu werkt het zelfs in de camper. Misschien gisteren teveel mensen die er gebruik van maakten? Mooie gelegenheid om ook de mail weer te herstellen. Wat gebeurd? Bij het wegsturen van een bericht over de blog was er enige dagen geleden bijna tegelijk een mail verstuurd. Conclusie van Ziggo: account gehackt en dus geblokkeerd. Nu, pas na een uitgebreide chat met een Ziggo-medewerker, de boel weer aan de praat gekregen.
We gaan dus pas laat weg en eerste doel is een tankstation, hoog tijd. Laat daar nu ook nog een ‘wurstbude’ bij staan… Spaart de middagboterham.
We besluiten om Lleyn Peninsula, een ver uitstekende landtong, uit de route te halen. Het lijkt daar minder interessant.
Dus gaan we op weg via een andere route dan in het boekje…, die dan enkele kilometers verder afgesloten is wegens werkzaamheden. Kortom, na een half uur staan we weer precies waar we vertrokken, bij de Brondanw Arms. Enfin, uiteindelijk komen we wel door het prachtige landschap (alweer) in Beddgelert. Een van de mooiste dorpen van Wales. Gebouwd vooral met de leisteen die hier in overvloed overal aanwezig is en volgehangen en gepoot met bloemen. Ondanks de intussen miezelregen toch even leuk om rond te lopen.
Beddgelert betekent ‘het graf van Gelert. Dat was de hond van een vroegere koning. Toen de koning op jacht ging was zijn hond ’s morgens nergens te vinden. Teruggekomen van de jacht sprong zijn hond vrolijk tegen hem op, maar hij zat helemaal onder het bloed. De koning rende naar de kamer van zijn zoon en vond daar alleen met bloed besmeurde lakens. Daarop stak hij zijn hond dood en hoorde daarna ineens zijn zoon ergens huilen. Hij vond hem toen naast een dode grote wolf. Daarop heeft de koning zijn hond begraven en hij heeft daarna nooit meer gelachen.
foto 567-569
We zitten in Snowdonian National Park en daar hoort de naamgever prominent bij. In Rhyd Ddu kun je het spoor oversteken en het wandelpad oplopen naar de top van de Snowdon op 1085 meter die daarmee de hoogste berg van Great Brittain is. Intussen schijnt de zon alweer en is de berg ook goed te zien. Mazzel, want iets eerder zag je alleen maar mistige wolken om de top.
Oh ja, we zijn niet naar boven gelopen.
foto 579 (de linkse is Mount Snowdon)
Dan wordt de volgende plaats Caerfarnon. Een ommuurde binnenstad met een zeer indrukwekkende burcht-ruïne. Leuke wandeling door de stad gemaakt. Helaas is de camperplek intussen tot ‘no overnight parking’ verklaard. Dus, wat nu. We vragen aan een Engelsman die daar toevallig net met de armen vol boodschappen naar zijn camper komt wat zij doen. In ieder geval niet blijven staan en hij wijst ons op een app waar zo te zien nogal wat verblijfplaatsen in staan. Wij de app gelijk downloaden en daar staat zowaar een plaats vermeld aan de andere kant van de haven. Zo gezegd, zo gedaan. Alweer een fantastische plek aan de waterkant met een mooi uitzicht op de stad aan de ene en dito over het water aan de andere kant.
foto 586-588-589-594-596-601-607-611
km-stand 109950
Vrijdag 7 september, dag 29.
Weer: prima, ongeveer 15°, maar volop zon.
Route: langs de zuidkust van Anglesey, het eiland van Wales in het noordwesten.
Anglesey is een eigenlijk niet zo interessant eiland, niet qua landschap en niet qua cultuur. Maar ja, je moet er geweest zijn 🙂 en wat je zeker niet mag missen is Llanfair P.G. Voluit geschreven is dat:
LLANFAIRPWLLGWYNGYLLGOGERYCHWYRNDROBWLLLLANTYSILIOGOGOGOCH
en dat is de langste plaatsnaam ter wereld.
We stonden daar foto’s te maken, komt er een mevrouw die aanbood om een foto van ons samen te maken. Wij vragen of zij dat kon uitspreken. Nou, geen probleem, het rolde er zo uit. Dus dat wilden wij ook wel leren. Met dank aan Thomas komt hier de handleiding, zonder sound-file. Nu kunnen we de volgende keer zelf controleren of die mevrouw ons niet voor de gek hield….
foto 624
———————————————————————————————————————————
LLAN – FAIR – PWLL – GWYN – GYLL – GO – GER – YCH – WYRN – DROB – WLL – LLAN – TY – SILIO – GO – GO – GOCH
In plain English betekent dat:
The church of Mary in the hollow of the white hazel near the fierce whirlpool and the church of Tysilio by the red cave.
•LLAN – To start off with, pronounce this section as you would do the Scottish word “clan”.
Then listen to the sound recording above taking particular notice of how the “ll” is pronounced. It is difficult to explain in words and is more easily learnt by oral example, but we will have a go here anyway. Lie your tongue flat in your mouth so that the tip is firmly touching the bridge behind your front teeth. Keeping the tip of your tongue in place, try and touch your back teeth with the sides of your tongue – now breathe out forcing the air to run strongly over the back of your tongue. This will cause a vibrating noise near your back teeth. Again, keeping the tongue in position, gently change the shape of your tongue until the sound becomes more controlled. This is the “ll” sound you are looking for. Listen to the sound file above and keep on practising.
•FAIR – Simply pronounce this section as you would the english word “fire”, (not like you would expect to pronounce the word “fair” in english!) and change the “f” for a “v”.
•PWLL – Now you have been practising your “ll” sound this will be a little easier to explain. The “pw” section is pronounced like the “pu” in the english word “put”. Now add the “ll” on the end as described above. Now listen to the sound file again!
•GWYN – You may have heard the Welsh name “Gwyn”, well this is pronounced in exactly the same way. Just say the english word “win” and put a “g” in front of it. (pronounce the “g” as you would in the word “gone”). Easy.
•GYLL – This is a bit more tricky. First say the english word “gil” (as associated with fish!”). Then change the “l” (as in “let”) to “ll” as explained above. Listen to the sound file again.
•GO – Looks easy doesn’t it – it is! Pronounce it as you would the “go” in “gone”
•GER – Simply say the word “care” but change the “c” for a “g”.
•YCH – Like the pronunciation of “ll”, this is another tricky section to explain. Think of something you don’t like and say “yuck”. Now take the “y” from the beginning to leave “uck”. Now change the “ck” to “ch” as pronounced in the Scottish word “loch”.
•WYRN – This looks more complicated that it is. Just say the english word “win”.
•DROB – First say the english word “draw” and then add a “b” on the end. Easy.
•WLL – You’ve learnt this already. It’s pronounced the same as “pwll” above but without the “p”.
•LLAN – Again, this is exactly the same as the “llan” at the beginning of this section.
•TY – Simply pronounce this section as you would the “t” in “twig”.
•SILIO – Just say “silly – o”. The “o” is pronounced as in “cot”.
•GO – As above.
•GO – As above.
•GOCH – We’re almost there. Simply say “go” as above, put the “ch” after it and that’s it! Put it all together and keep on practising. Now there is only one question remaining ….
——————————————————————————————————————————————————
foto 626
De Bryn Celli Ddu is en neolithische grafkamer daterend uit 5000 voor Chr. Het zal niet op het jaar kloppen vermoeden we.
foto 635-633-639
Het is pas 4 pm als we bij South Stack in Holyhead aankomen. Dat is dan wel weer een bijzondere plek, helemaal aan het einde van een kleine weg. Vanuit de tot camperplek benoemde plaats kijk je bovenop de vuurtoren. Een lekker fris windje waait er.
Als we een stukje wandelen komen we, naar blijkt, een paar Oostenrijkers tegen. “Aha, da sind die fliegende Holländer. Die fahren hier nach oben, weil wir unten stehen gebleven sind. Das ist andersherum als wie es sein sollte.” Wij kijken maar vriendelijk en grijnzen wat van ‘ja, ja” en denken intussen je moest eens weten waar en wat wij rijden.
foto 652
km-stand 110025
Zaterdag 8 september, dag 30
Weer: brrrr, nat.
Route: linea recta terug naar Bangor over de A55.
foto 657-658
In de loop van de vroege morgen is het begonnen te regenen en nogal heftig. Het houdt ook niet op als we al aan het rijden zijn, als we al in Bangor zijn en als we bij Penrhyn Castle aankomen. Dan maar eerst de boterham en dan zien we wel. En ja hoor, het wordt droog en het zonnetje piept erdoor. Alweer mazzel dus. En die mazzel houdt niet op. Als we aan de kassa staan blijkt dat het vandaag National Heritage day is en daarom is de toegang gratis. Dat spaart liefst 2x £ 12,21. Het was de prijs wel waard geweest constateren we achteraf.
Het kasteel lijkt veel ouder dan het is omdat het in een middeleeuwse stijl door de familie Pennant gebouwd is in de 19e eeuw. Hun geweldige vermogen is opgebouwd door de leisteenmijnen die ze bezaten èn door de suikerhandel. Dat laatste op Jamaica waar de slaven het werk deden. Er is te veel te zien om het hier allemaal op te noemen of te laten zien, maar duidelijk is wel dat zij inderdaad over heel erg veel pecunia konden beschikken.
foto 665
In de burcht, in de vroegere paardenstallen, is een spoorwegmuseum ondergebracht. Zowel echte locomotieven als modellen zijn er. De echte zijn allemaal uit de begintijd van de ‘railway’, prachtig om te zien. In het kasteel verder de ‘victoriaanse keukens’ waar ruimte te over was om voor veel mensen tegelijk te koken. Een heleboel ingerichte kamers waar het geld vanaf straalt. In de eetzaal zit een oude vrijwilligster-mevrouw, die ons op haar grote smartphone een foto laat zien hoe de zaal normaal gesproken ingericht is. Nu is de tafel namelijk leeg. Oorzaak is dat er door HBO een nieuwe serie opgenomen wordt die volgens haar zoiets als de opvolger van Game of Thrones moet worden.
foto 676 de oudste uit ongeveer 1840, heel bijzonder
-692
foto 707-712-713-719
In de doolhof die het kasteel is, worden ook exposities gehouden en nu is dat ‘The effects of time’. Meer dan 5000 klokken zijn uitgestald als een soort doorlopend landschap in dat gedeelte van het kasteel.
foto 723-724-726
Wij lopen nog naar de ‘walled garden’, nog een prachtig stukje tuin op enige afstand van het kasteel. Het hele landgoed beslaat 25 hectare en beslaat, kijkend op de kaart, een groter gebied dan de stad Bangor.
foto 732-734
Het is bijna 4 uur als we wegrijden bij het kasteel en enkele minuten later begint het weer te regenen. Een bezoek aan Mount Snowdon met de tandradbaan zit er niet meer in, geen zicht bovenin. Een bezoek aan de ‘electric mountain’, net als aan het ’slate-museum’ halen we niet meer, te laat. Dus gaan we op zoek naar een pub en die vinden we aan de voet van Lake Padarn, op enkele kilometers van Llanberis. Hopelijk zit het weer morgen een beetje mee, dan rijden we dat stukje terug.
km-stand 110109
Zondag 9 september, dag 31
Weer: Behoorlijk nat om te beginnen.
Route: niet de moeite waard
We stonden afgelopen nacht weer bij een pub. Mooie regeling is dat toch. Je mag gratis blijven staan als je in de pub gaat eten.
’s Morgens zijn we redelijk op tijd weg omdat we begrepen hadden dat de electric mountain een probleem zou kunnen zijn. Het beste is namelijk om tijdig te reserveren en dat hadden wij niet en dat ging nu ook niet meer: nul ontvangst. Dus eerst naar de kassa en om 10 uur krijgen we de vroegst mogelijke kaartjes: ’s middags 1 uur. Mooi, dan gaan we nu naar het National Slate Museum. Het regen nog steeds een beetje als we daar parkeren. Ook zoiets hier: op alle parkeerplaatsen die we gezien hebben betaal je tot 2 uur of tot 4 uur of voor een hele dag. kortere tijden zijn er niet. Soms moet je een gedeelte van je kenteken ingeven zodat je het kaartje niet kunt doorgeven.
Maar oké, het is een heel erg interessant museum. De geschiedenis van de ‘mining of slate’, het delven van leisteen. Een film-documentaire om te beginnen en dan een demonstratie van het splijten van de stenen tot de beroemde leistenen voor dakbedekking. Die demo was extra leuk door de aanwezigheid van een 8-jarige wijsneus die desgevraagd ‘de steen ook wel kon splijten’.. en dus bij de meneer kwam die het hem inderdaad liet lukken. Luid applaus.
Het museum is eigenlijk gewoon de verwerkingsfabriek die hier toen stond en intussen al 25 jaar dicht is. Ten onder gegaan aan de concurrentie uit vooral China. Een bepaalde maat leisteen, als voorbeeld, kost hier £ 8,-, de concurrent uit China £ 1,-. Er is veel te zien daar. Ook enkele hier heropgebouwde oude werknemershuisjes met verschillende inrichtingen uit diverse jaren.
foto 739-743
Volgende actie is het bezoek aan de ‘electric mountain’. Vreemde benaming, elektrische berg. Maar die naam is gekomen doordat in het binnenste van de berg een gigantische waterkrachtcentrale gebouwd is. Dan koop je een kaartje en dan begint het met een speech van een medewerker wat er allemaal wel en vooral niet mag. Ook welke moeilijkheden er in de excursie zijn, zoals een trap en zo. Na afloop van de film alles in kluisjes stoppen: tassen, fototoestellen, mobieltjes, parapluis, losse jassen. Let er vooral op dat overal camera’s staan en als er iets geconstateerd wordt is het finito met de excursie. Dan stappen we allemaal in een bus, formaat lijnbus. Een kilometer verderop is achter verschillende veiligheidspoorten, de ingang. De bus rijdt de berg in. En omdat we geen foto’s mochten maken wat cijfers:
– bouwkosten in 1988 na 10 jaar bouwtijd £ 480.000.000
– 16 km 2-baans weg in de berg, niks single-track, met tot 10% hellingen.
– machinehal van 180 m lang, 25 meter breed en 60 meter hoog, de grootste door mensen gemaakte grot van Europa. om een idee te geven van de afmetingen: er past een flat in van 20 verdiepingen en 600 woningen en dan blijft er nog ruimte over om er met de auto naar toe te rijden en te parkeren..
– 6 generatoren
– capaciteit van 1320 Megawatt, inschakelbaar binnen 12 seconden vanaf 0.
– 600 meter onder de grond c.q. onder het wateroppervlak.
en nog vele andere zeer indrukwekkende cijfers.
foto (uit folder van doorsnede, komt nog)
De reis gaat verder over de Pen y pas en eindigt vandaag in Betsw-y-Coed op een farm-camping.
foto 761
km-stand 110147
Maandag 10 september 2018, dag 32, week 5.
Weer: hele dag droog en ook nog eens af en toe een zonnetje. Frisse wind bij een graad of 15.
Route: Van Betws y Coed naar Pentrefoelas, Cerrigydrudion, Llanfihangel Glyn Myfy, Clawd-newyd, Ruthin, via de Horseshoe Pass naar Llangollen.
foto 774
Van de bergen nu langzaam naar de heuvels met weidse uitzichten. Maar als je op de hoogtemeter kijkt zie je dat gebied waar we rijden eigenlijk halverwege de berghoogte ligt, tussen de 300 en 400 meter. De stenen muurtjes zijn intussen allang weer vervangen door heggen, maar hier worden ze lager gehouden of op er zijn er helemaal geen. Het landschap wordt erg open richting de Horseshoe Pass en daar is het helemaal kaal en boomloos. Bovenop de pas ligt het restaurant Ponderosa. Toepasselijk, wie kent de serie Bonanza nog? Pa Cartwright met zoons Hoss, Adam en Little Joe op hun farm de Ponderosa?
foto 780-781-785
Boven op de pas een stevige wind. Van hieruit goed te zien dat er grote gebieden verbrand zijn, ziet er allemaal nog recent uit. We maken met Toby een wandeling en gaan dan verder naar Llangollen. Onderin de stad de rivier de Dee en hoog boven de stad loopt een kanaal waar van die heel smalle en heel lange bootjes in varen. Vreemd gezicht.
foto 789-792-796
Ook in Llangollen ligt Plas Newyd. Een heel bijzonder huis, gebouwd rond 1780 door 2 Ierse vriendinnen. Het huis zit binnen en buiten vol met houtsnijwerk. Een echt pareltje hier, ook nog eens omgeven door mooie tuinen.
foto 803-804-818-822
Het kanaal dat boven langs Llangollen loopt, komt ook in Pontcysyllte en kruist daar via een aquaduct op grote hoogte de rivier de Dee. Het aquaduct is 3,40 meter breed incl. het looppad erlangs. Aan de andere kant zit geen reling (kostenbesparing, vroeger ook), zodat je als je op zo’n bootje staat, goed moet opletten dat je niet 38 meter de diepte in stort.
foto 830-831
Overnachten doen we op de parkeerplaats van Chapel Tearoom, vlakbij het aquaduct. 1 Keer raden wat er vroeger in de tearoom zat.
km-stand 110230
Dinsdag 11 september 2018, dag 32
Weer: vannacht regen gehad, ’s morgens schijnt het zonnetje weer!
De route van vandaag is eigenlijk zonder veel dingen om te bekijken, behalve kort nadat we weggereden zijn in Chirk. We zijn pas rond 11 uur weggereden, nadat we in de tearoom genoten hebben van de echte tea en we de blog bijgewerkt hadden. Het kasteel in Chirk gaan we niet in, maar volstaan we met rondkijken in de bijbehorende boerderij annex ontvangstruimte. Kastelen hebben we intussen genoeg gezien, of er moet zich iets heel bijzonders voordoen.
We moeten zeker 2 kilometer rijden voordat we van het landgoed af zijn en dan ontbreken de wegwijzers. Maakt niet uit natuurlijk want de navigatie wijst de weg. Een heel smalle weg. We komen een auto met een oudere man tegen en het kan niet anders of hij moet terug. Maar dat is wel héél erg lastig. Zwalkend lukt het uiteindelijk, maar intussen staat de jongeman van de achterrijdende auto ineens aan het raam ‘Are you lost?’ Nee, natuurlijk zijn we niet verdwaald, we hebben Janssen toch? Korte tijd later begrijpen we waarom hij dat vroeg: er zijn in Great Brittain 3 officiële soorten wegen (al vaker verteld) M en A en B-wegen. Er zijn echter ook onofficiële K-wegen en daar rijden we even later op. Een combinatie van heel heel heel erg smal met overdreven stijgingen, dalingen, scherpe bochten en versleten asfalt. Als dat er al ooit geweest is. Veel langzamer dan stapvoets en dan nog is remmen praktisch onmogelijk, de auto schiet gewoon verder naar beneden. Gelukkig ontbreken de tegenliggers want passeerplaatsen zijn dun gezaaid. Soms is er toch een beetje heimwee naar de Twingo 🙁 Wat een avontuur!
Een stuk verderop buigen we af naar Y Bala. Prachtige 2-baans weg naar boven door de Cambrian Mountains. Schitterende uitzichten en schapen om ons heen. Probleem: 12 kilometer verderop is de weg afgesloten, dus weer terug. Niet zo erg want mooi is het ook als je van de andere kant komt. Terug beneden in de dorp Pen-y-bont-fawr gaan we rechtsaf. En zo gaan we langs Lake Vyrnwy richting Bala over weer zo’n wit weggetje. Deze is echter redelijk te doen, maar we komen wel een uur geen enkele auto tegen.
In Bala dan over de B4403 langs Bala Lake weer naar beneden naar Dinas-Mawddwy. Je kon goed zien dat het water in het meer heel hoog stond. Dat kwam, aldus vertelde een meer daar die we dat vroegen, doordat het water in het meer afgelopen nacht met een 60 cm. gestegen was vanwege de regenval van ’s nachts en ’s morgens. Hebben we weer geluk gehad met dat beetje regen wat wij hadden. Overigens gebeurde het wel dat het meer met meer dan 2 meter steeg.
Nieuw probleem. Na een kort stukje op de B4403 staat er een bord dat de weg heel smal is en weinig passeerplaatsen heeft. Borden met ongeschikt voor HVG-vehicles (vrachtwagens) schrikken ons niet meer af. Maar na het gebeuren van eerder op de dag kiezen we nu toch maar voor de A494. Bij een Inn stoppen we en een vriendelijke Welshmen wijst ons er op dat aan de achterzijde P-gelegenheid is. Dus staan we dan ’s avonds achter de Inn in Mallwyd. De Welshmen woont in New Quai en al pratende is hij enthousiast om ons verhaal op internet te gaan lezen. Hij zou het wel vertalen. We hebben lekker gegeten en alweer een gratis overnachtingsplaats. Nog steeds een goede deal: in plaats van campinggeld betaal je voor het eten. Dubbel voordeel.
Top-route vandaag! Alle soorten wegen, bossen en meren, kale bergen, weidse uitzichten, geen drukte. Geen mede-campers, geen enkele buitenlander en mede-weggebruikers met good behaviour.
foto 847-849-851-854-870-873
km-stand 110390
Woensdag 12 september 2018, dag 33
Weer: zon, tussen de 13 en 18°
Vandaag gaan we verder richting zuiden, het bijna laatste deel van route 9. Daarmee staat ook vast dat we niet de hele route kunnen doen, want morgenavond is het afgelopen. Vrijdag is nodig om in Dover te komen. Reden om nog eens terug te gaan in de toekomst.
Nu weer een rit door het mooie landschap van het binnenland van Wales. Eerste richtpunt is Welshpool. Net voordat we de stad inrijden komen we langs het station waar enkele mensen staan te wachten. Even kijken wat er langs gaat komen. En ja hoor, zo’n mooie antieke stoomloc met een paar wagons.
foto 879-885
Even later staan we bij Powis Castle. We lopen wat rond. Het ziet er allemaal leuk uit, maar de toegangsprijs van £ 13,- pp vinden we toch wat te gortig. We rijden door het landgoed tussen de koeien en de schapen weer weg richting Newtown. De stad is niet nieuw zoals de naam doet vermoeden, maar al meer dan 1000 jaar oud. Een op het oog gezellig centrum, maar verder niet veel loos. Via Llanidloes komen we bij de indrukwekkende stuwdam van het Clywedog Reservoir. Van boven af kun je de nog de resten zien van een oude loodmijn aan de voet van de dam.
foto 890-898-900-903-911
Rhayader is uitgangspunt voor (wandel-)tochten door Elan Valley. In het dal is een opeenstapeling van stuwmeren, 3 boven en na elkaar. Wij vinden ons nachtplekje onder het bordje ‘no overnight parking’, samen met 2 engelse campers, precies boven aan de eerste dam. Morgen zien we de rest wel.
foto 920
km-stand 110528
Donderdag 13 september 2018, dag 34
Weer: we zaten al wat hoger, begintemperatuur 10°. Overdag zon en wat wolken, 17°
Route: het rondje afmaken door Elan Valley, Rhayader, Llandrindod Wells, Hay on Wye, Brecon
Er wordt gezegd dat Elan Valley waarschijnlijk de mooiste van Wales is. Dat kunnen we nu bevestigen. Beschrijven is moeilijk omdat je snel in dezelfde superlatieven terugvalt. Dat is overigens ook de reden dat hoe verder we komen, hoe meer foto’s er geplaatst worden. Dan is er minder beschrijving nodig.
Ook vandaag is de route het belangrijkste. Onderweg zijn niet veel speciale dingen te doen. We komen tot 495 meter hoogte en net zoals laatst gaat het afwisselend snel omhoog en snel omlaag. Bovenin is het helemaal kaal en uitsluitend voor de schapen gereserveerd. Wel leuk: juist in dat kale stuk rijdt zo’n houtwagen, die normaal gesproken vol stammen ligt. Maar de wagen is leeg want er staan hier ook nergens bomen…
foto 929-930-936-939
Wat we o.a. willen doen is het National Bike Museum in Llandrindod Wells, maar helaas, opgeheven. Er zit nu een job-center in het gebouw. Volgens een meneer die in de buurt aan het werk was, is het museum ook helemaal weg, zit dus ook niet ergens anders. Als we enkele kilometers het dorp uit zijn, loopt en een kuddde schapen voor ons. Boerin en boer op de quad er achter, maar de hond deed het werk. Geen enkel schaap werd gepermitteerd om achter te blijven.
foto 947
Hay-On-Wye is dé plaats in GB om een boek te zoeken en te kopen. Nadat in de zestiger jaren het eerste literaire antiquariaat opende, zijn er intussen zo’n 30 bij gekomen. De grootste is de Hay Cinema Bookshop. Volgens de mevrouw aan de kassa staan er zeker een kwart miljoen boeken. Ze tellen ze niet meer zei ze. Indrukwekkend, er staan meer boeken dan op de boekenbeurs in januari in Blerick en dat op een oppervlakte van ongeveer 20×10 met wat extra ruimtes. Alleen al het aantal rubrieken waarin de boeken verdeeld zijn, zijn niet te tellen. Ongelofelijk gedetailleerd.
Het Hay Castle staat helemaal in de steigers vanwege een renovatie en is gesloten voor bezoekers. In de stad ook plenty snuisterijen-winkels, al dan niet tweedehands. Soms kwaliteit, soms gewoon rubbish, maar dat is aan de prijzen niet te zien.
foto 951-954
km-stand 110638
Vrijdag 14 september 2018, dag 35
Weer: lekker zonnetje en wat wolkjes, maar tijdens de dag ook regen.
Route: van Brecon naar Dover over de motorways, beetje saai eigenlijk. Wel gezien, en niet de eerste keer, bordje met waarschuwing: als je afval achterlaat is de boete £ 2500,-.
Daarmee is ook wel zo ongeveer alles van vandaag gezegd. De reis verliep spoedig, zelfs het stuk onder Londen door. Beetje file, maar niet de moeite waard. We arriveren rond 6 pm in Dover, waar je midden in de stad mag overnachten op een parkeerterrein. Kosten: nul tussen 6 pm en 9 am. We hadden nog gezelschap van een stuk of 6 andere campers.
We lopen nog even de stad in, maar behalve de Turkse pizza is er weinig te beleven.
Zaterdag 15 september 2018, dag 36.
Weer: zon, de hele dag.
Route: van Dover naar Velden.
Als we om half tien klaar zijn, besluiten we om maar alvast naar de boot te gaan, een rit van 1,5 km. Melden bij de pascontrole en dan naar het P&O loket. Net wilden we vragen of we wellicht dan op een eerdere boot mee zouden kunnen in plaats van de geboekte om 12.55, krijgen we al van de loketmevrouw een inschepingsbiljet voor de boot van 10.15. Dat is geluk hebben, scheelt bijna 3 uur en dus komen we ’s avonds al kort na 18 uur thuis.
km-stand 111400. Daarmee komt het totaal aantal gereden km’s op 3675.
Onder het altijd geldende motto ‘de reis is het doel’, was dit het verhaal van onze reis naar en in Wales. Het was weer mooi. Zelfs zo mooi, dat we staande op de boot en kijkend naar de kust van Frankrijk terwijl de kust van Dover verdwijnt, het gevoel hebben van een afscheid en niet van een thuiskomst. Nog meer reden om nog eens terug te gaan.
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Afsluiting.
Wat is ons opgevallen in Wales:
Welsh is een taal waarvan je niets begrijpt of verstaat. Het heeft niets met Engels te maken, maar stamt van het Keltisch. De mensen voelen zich meer verwant met de Ieren dan met de Engelsen.
Narrow roads. Veel single-track-roads, maar ook de ‘normale’ wegen zijn nogal smal. De heggen die tot over de witte zijstreep hangen maken het feitelijk en zeker optisch nog smaller.
Eén hond moet je hier minstens hebben, anders tel je echt niet mee. Twee of meer is beter. Ze zullen wel geen hondenbelasting kennen.
Kinderen. Er zijn er veel en er is veel voor georganiseerd. Ze worden ook overal mee naartoe gesleept.
Vrouwen zitten hier meer achter het stuur dan mannen zo is de indruk. Moet ook wel omdat veel mensen hier nogal afgelegen wonen en geen fiets hebben. Dus moet je met de auto boodschappen doen en de kinderen wegbrengen naar en ophalen van school.
Campers. Er zijn er veel, onderweg en ook geparkeerd bij woningen. Maar faciliteiten er voor zijn er niet en op veel plaatsen worden ze middels hoogte-barriers geweerd. Van de andere kant mag je op veel plaatsen vrij staan of ben je welkom achter de pub.
Het weer is meestal wel goed, maar het gras is hier wel overal mooi groen. Er valt dus wel regelmatig water uit de hemel.
De muziek op de radio is de hele dag Engels. Logisch? Nou dan stel je voor dat wij in Nederland de hele dag, dag in dag uit, alleen maar Nederlandse muziek hoorden…
De mensen zijn allemaal ontzettend vriendelijk en behulpzaam. Voorbeeld: íédereen steekt als dank de hand op als je stopt omdat je elkaar niet kunt passeren op zo’n smalle weg. Die situatie doet zich heel vaak voor. Je zou er een lamme arm van krijgen.
Schapen zijn er 4 keer zoveel als mensen in Wales. Die beesten lopen allemaal vrij in de wei en hebben plenty ruimte. Overigens lopen er ook heel veel koeien buiten.
Chips en peas krijg je hier letterlijk overal bij. Bij de vis uiteraard, maar ook bij de lasagna. Gezien: een bak frites bedekt met half gemalen erwten en daar bovenop de vis. Dan pak je de azijn en die sprenkel je er overheen.
‘Knommelwinkeltjes’ hebben bij ons al heel lang geleden het loodje gelegd. Hier bloeien ze.
Bramen staan hier overal in overvloed. Het lijkt wel de nationale plant. Ze worden veel geplukt, vaak door wat oudere dames.
Nieuwbouw hebben we eigenlijk geen gezien. Dat wil zeggen, er is de afgelopen jaren wel nieuw gebouwd, maar alles is klaar. Voorbeeld die ontwikkelingen in de oude havengebieden. Bouwprojecten staan dan misschien waar wij niet geweest zijn?
Diesel is hier 2-3 penny duurder dan gewonen benzine. Toch rijden er opvallend veel diesel-personenauto’s. Aan de pomp hebben ze ook maar 2 soorten: gewone en diesel. Vreemde tegenstelling met enkele andere landen waar je soms uit 6 soorten kunt kiezen.
Erkers. Als het even kan, heeft je huis een erker(tje). Vooral de rijtjeshuizen in de dorpen langs de weg. Vaak neemt die erker meer dan de helft van de voortuin in beslag, waarvan dan nog zo’n 30 cm overblijft. Wel staat er dan nog een muurtje omheen. Wat rest is te klein om de fiets in te zetten. Kan het beneden niet? Dan maar boven.
foto 744-404-413