Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
Week 6
Het eerste stuk van het verhaal is al enige tijd geleden geschreven. Om precies te zijn op 15 juli 2017 toen we het kennismakingsweekend met de deelnemers aan de groepsreis hadden in Beekbergen op de camperplek van camping ’t Lierderholt. Dat stuk is toen het verslag van onze trip naar het Sauerland (2017-2) geworden.
Nu gaat de reis echt beginnen: de eerste drie dagen onderweg naar de plaats van verzamelen in Viareggio, Italië.
Maandag 28 augustus 2017
Km-stand: 94340
Weer: tussen de 27 en 29 graden en de hele dag zon. Airco op volle toeren.
De eerste 530 km zitten er op: vanmorgen rond 10.15 vertrokken en zo tegen 18 uur hier gearriveerd. We staan in Sulz am Neckar. Een plaatsje van bijna niks, helemaal weggeduwd onder in het dal, een beetje links van de A81 bijna halverwege Stuttgart en de Bodensee. We hebben Toby uitgelaten langs het riviertje waar zo te zien geen stroming in zit. Dat zal in het regenseizoen wel anders zijn, maar nu vallen de eenden op het water in slaap en worden ’s morgens op dezelfde plek weer wakker.
Eerste belevenis ook al: onderweg passeren we een camper en zegt Thea opeens ‘heej?, is dat niet Willem?’ Maar ja, ondanks dat Willem goed herkenbaar is (zie de foto’s later deze reis maar als er deelnemers op staan), het gaat dan toch te vlug om hem in het voorbijrijden te herkennen. Een stuk verder stoppen wij voor koffie en loop ik dichter naar de autobaan om het kenteken te kunnen lezen. Maar enkele minuten later geef ik het op, hij zal ook wel ergens gestopt zijn anders was hij allang voorbij gekomen. De redenering klopt: als ik bij de camper terug ben staan hij en Ari-an achter ons, samen met Lieuwe en Janny. Zij waren een paar uur eerder vertrokken dan wij en dan zie je elkaar hier op ’n P-plaats. Sterk verhaal.
Km-stand 94863
Dinsdag 29 augustus 2017.
Weer: heet, tot 32 graden.
Zo, op naar die Schweiz. Het eerste stuk nog over die Autobahn en dan boven langs de Bodensee. Wat gisteren heel slim leek, het mijden van de autobaan van Stuttgart naar Ulm omdat het daar altijd zo druk is, wreekt zich vandaag. De mogelijke tijdwinst van gisteren leren we vandaag dubbel in. Gemiddelde snelheid langs de Bodensee ongeveer 30! Maar och, maakt niet uit, dadelijk is dit voorbij en zijn we in Oostenrijk, waar het vervolgens minstens net zo langzaam gaat.
Het blijft sukkelen totdat we Fürstentum Liechtenstein uit zijn. In Vaduz komen wel de herinneringen boven. Er gaat midden in de stad een weg naar links, naar Malbun. Het wintersportdorp waar dochter Tessa jaren geleden een winter lang in een hotel gewerkt heeft. Daar hebben we haar toen opgezocht met de nodige hobbels: eerst verreden we ons omdat er ergens in Ch of in A een klein dorp ligt met dezelfde naam, een aantal kilometers verderop. Die tocht eindigde ergens op een berg waar we zonder sneeuwkettingen niet meer van af kwamen omdat het intussen fors sneeuwde en pikkedonker was. Dan rijden we terug naar Vaduz en vandaar de berg op naar Malbun en vervolgens stranden we honderden meters voor het dorp. De sneeuwkettingen kregen we er niet meer op en met heel veel geslip bereikten we een P-plaats waar Tessa ons opwachtte. Het laatste stuk, best lang, lopend met de koffers achter ons aan slepend afleggen. Maar het moet gezegd, we hebben er een prachtige vakantie gehad daar boven in het hotel in de besneeuwde bergen. Bij het vertrek hebben we de auto moeten zoeken onder de sneeuw…..
Vóór Liechtenstein nog is het 32 graden als we bij de Oostenrijkse Aldi, de Hofer, stoppen om een paar broodjes te halen. Dan merk je na een paar minuten wat de airco in de camper waard is. Een paar uur later is de airco niet meer nodig: later boven op de Fluëlapas is het net 20 graden en zitten we in een landschap van alleen maar stenen en een paar meertjes. Dan besef je ook weer hoe mooi het in de bergen is, goed om weer hier te zijn.
En dat ‘hier’ geldt voor de bergen, niet zo zeer voor Zwitserland. Er zijn hier heel weinig camperplekken en die er zijn, zijn schreeuwend duur, net als de diesel die hier 30% duurder is als in Dld. Een camping vind je niet onder de 35 euro. Niet vreemd dus dat we eigenlijk al vanaf Liechtenstein nog maar een enkele camper en geen caravan gezien hebben. Toch moeten die er ook gereden hebben want als we een plek gevonden hebben op Camping Chapelle (tegen ACSi-tarief van 17 euro ex. 3,50 toer. bel.) blijkt die zeker niet leeg te zijn. Een heel erg mooie plek, vlakbij de plaats waar weg, spoorweg en de beek elkaar kruisen met een brug en een viaduct. Een regelrecht Faller-landschapje dus, foto maken en thuis op schaal nabouwen.
Km-stand 95186
Woensdag 30 augustus 2017.
Weer: heet.
Op de hooggelegen camping was het vanmorgen maar een graad of 10. Koud dus. Maar al gauw wordt de zon sterker en warmt het lekker op. We besluiten om rustig aan te doen en vertrekken ook pas, na de ravitaillering, tegen 12 uur.
Zwitserland is een prachtig land met schitterende landschappen. Beetje duur, maar dat is Nederland ook voor veel andere Europeanen. Het bevreemdt des te meer dat hier alles op wintersport gericht lijkt, terwijl je hier toch van alles ook in de zomer kunt doen. Waarom liggen hier niet net zo veel camperplekken als bijv. Duitsland of Nederland? Ruimte is er meer dan voldoende. Misschien maar eens een brief schrijven.
We gaan over de Majolapas verder zuidwaarts. Waar je nauwelijks gemerkt hebt dat het intussen meer dan 1800 meter is, merk je dat héél erg goed in de afdaling. Nog nooit haarspeldbochten gereden? Rij hier een keer op en af en je kunt het. Het is heel steil en heel bochtig en je voelt je net een klimgeit. Op het einde van de pas worden we omgeleid en aan het eind van de omleiding wordt duidelijk waarom. We passeren het dorp Bondo waar 2 weken geleden een mega-aardverschuiving geweest is. Alles is afgesloten en aan het begin van het dorp is nog steeds een Rode Kruis team paraat. Op dit moment worden nog steeds 8 mensen vermist. Tientallen doden zijn al geborgen. We kunnen de berg niet zien die gedeeltelijk naar beneden gekomen is, maar de onbeschrijfelijke puinhoop zegt meer dan genoeg.
We rijden verder naar het Como-meer en nemen de verkeerde beslissing: we gaan rechts ipv links langs het meer naar beneden. Nu hebben we 90% van de weg tunnels. En dat moet je die Italianen nageven: de tunnels zijn écht zichtdicht. Alleen een paar kleine tussenstukjes geven wat zicht op het meer, maar ook weer zeer beperkt. Want van donker in de tunnel naar fel zonlicht is best lastig.
Aan de voet van het meer maken we even een sanitaire stop en prompt breekt de spoelknop af. Een speurtocht in de papieren van de camper leidt tot een camper-dealer die uiteindelijk alleen iets met Fiat-motoren kan, maar die ons wijst naar een collega die ook met het woongedeelte wat kan. Diverse kilometers verder heeft die natuurlijk het onderdeel niet, kan het wel bestellen maar dat duurt 2-3 dagen. Jammer, maar daar kunnen we niet op wachten. Nu staat er een tang op het afgebroken onderdeel waarmee we ons voorlopig kunnen behelpen.
Het volgende beoordelingsfoutje van vandaag komt er aan: we sturen een camperplek aan langs de autobaan, maar hebben ons verkeken aan de afstand tussen afrit en doel. Heel veel kilometers over single-track roads, in goed Italiaans, naar de plek waar het 33 graden buiten is en 34 graden in de camper. Volgens de commentaren een heel rustige plek, maar die mensen wisten niets van een of ander feest waar nogal wat mensen in auto’s op afkwamen en ook niets van de off-road motorvrienden die hier verzamelen.
km-stand 95432
Donderdag 31 augustus 2017.
Weer: bij het wakker worden buiten nog 25 graden. Dat werd in de loop van de dag niet minder.
Toen we hier gisteravond even rondliepen was de gedachte dat er dringend behoefte was aan vocht. De struiken in de perken hebben al bijna al hun bladeren verloren en wat er nog aanhangt, is dichtgekruld. Dus begon het afgelopen nacht te regenen, een flinke bui, toch veel te weinig. Maar ja, de natuur moet ook een beetje rekening houden met de toeristen die het warm willen hebben. Best vroeg vertrekken we en doen nog een laatste poging om een camper-dealer te vinden voor het toilet. Maar helaas, ook deze heeft alleen maar Fiat-auto’s en geen campers. Wel hebben we nog nooit zoveel auto’s bij een garage bij elkaar gezien. Als je een proefrit wil met een auto achteraan moet je toch wel enkele uren wachten voordat die bevrijd is.
Maar goed, we rijden niet alles autobaan naar de bestemming, maar volgen de SS62 door de bergen naar de kust. En dat was nu eens weer een ontzettend goede beslissing. De route is geweldig mooi, en aanrader. Als we na verloop van tijd vanwege onze gewenste aankomsttijd op Camping Viareggio toch weer de autobaan op moeten, is die ook heel mooi.
Het is tegen half drie als we aankomen, dat wil zeggen een paar honderd meter voor de camping. Daar gaan voor onze neus de spoorbomen hermetisch dicht om 4 treinen en een flink kwartier later weer open te gaan. ‘Tuurlijk zijn we ruim op tijd binnen voor de eerste bijeenkomst om 16 uur op de camping. Mooie planning toch, na 4 dagen reizen?
De prosecco smaakt goed, de informatie ook. Het welkomstdiner ’s avonds was ook gezellig en dan moeten we op tijd naar bed, want de wekker gaat morgenvroeg om 4 (!) uur.
Km-stand 95680
Vrijdag 1 september 2017.
Weer: ook om 4 uur ’s morgens is al/nog 25 graden.
Tijdens de briefing is verteld waarom we zo vroeg op moeten. De boot naar Corsica vertrekt namelijk al om 7 uur, je moet je ruim op tijd melden en het is een uurtje rijden. Dus om 4.45 rijden 19 campers heel discreet van de camping af. We hadden de verbaasde gezichten van de andere gasten wel willen zien als die ’s morgens constateren dat iedereen weg is.
Wij hebben de boterhammetjes gesmeerd en de tas voor de tijd aan boord ingepakt. Aankomsttijd is ongeveer 11 uur. Maar voordat het zover is staan we ruim voor de haven al in de file en vervolgens staat de helft van de groep in rij 55 terwijl het 56 moet zijn, want die is van een andere maatschappij dan 55. Als de fout ontdekt wordt, gaat het stapvoets verder, dan weer staan, dan weer verder enz. Uiteindelijk staan we ongeveer als laatste met een paar collega’s voor de boot-inrit te wachten. Weer motor uit en wachten, ongeorganiseerde toestand. Dan eindelijk kunnen we oprijden. We mogen wel, maar we kunnen niet. Auto start niet meer. Paniek want we móéten met die boot mee. Vragen aan zo’n jongen die alles en niets regelt. Geen resultaat. Dan naar een collega of die een hulpstartkabel heeft. Intussen staan de bootmensen te gebaren dat we moeten rijden. Zegt onze collega ‘vraag Jan (de reisleider) even die staat er ook nog’. De reddende engel, zo blijkt. Overgestart en de boot op. We rijden nog op de loopplank als die al ingehaald wordt. Krapper kan dus niet.
Op de boot bedacht wat de oorzaak zou kunnen zijn. Het vele stoppen en starten, de koelkast die stroom trekt en de auto die stationair te weinig oplaadt? Of je de oorzaak nu weet of niet, het leed is nog niet geleden: de 50 meter rijden de boot op hebben de accu niet kunnen opladen. Jan en wij staan nu als laatste klaar om weg te rijden, maar helaas. No start. Jan wil bijzetten om weer over te starten, maar wordt door een van die stressmensen naar buiten gejaagd. Die ‘regelde dat wel’ en dan komt er inderdaad een mannetje aangerend met zo’n hulpstartaccu, druipend van het zweet. Intussen gaan er poorten dicht en begint een stuk van het plafond te zakken om de bovenverdiepingen te legen(?). Het is heel heet en ontzettend lawaaiig, je verstaat je eigen woord niet, laat staan een stresskikker in een andere taal. Eerste poging: loopt die of niet? Nee, toerenteller staat nog op nul. Tweede poging: yes! We rijden weg en laten de komende uren de motor lopen, ook als we stoppen voor foto’s en de boterham. Tegen 14 uur zijn we in St. Florent en stoppen nog even om te tanken, motor uit. Betalen en wegrijden…, dus niet. Gelukkig heeft het tankstation een garage erbij met een hulpstartaccu. Een paar kilometer verder is de camping. Jan is er al en hij wijst een plek aan waar een monteur goed bij kan. Verzekering (Aveco) gebeld. En geloof het of niet: een uurtje later staat er een monteur die na het aanhoren van het verhaal het woord ‘kaputt’ diverse keren uitspreekt. Oké, nog een half uur later zijn we 242 euro lichter voor een nieuwe accu. Het rijden en monteren is voor de verzekering. Zucht. Een heel groot dankjewel voor Jan en z’n startkabel, vooral voor de verzekering die fantastisch geholpen heeft en voor alle medereizigers voor hun meedenken over de oorzaak incl. mogelijke oplossingen.
Wat we gewoon zouden vergeten te vertellen is dat de route tussen Bastia en St. Florent heel erg mooi is met echt grandioze uitzichten. Op ongeveer de helft van de route kijk je zowel naar de ene als naar de andere kant van het eiland over de zee. Ondanks de ellende was dat toch genieten.
En wat doe je dan ’s avonds als je uit Italië komt en wat wilt eten op een Frans eiland? Pizza!!!!!
Zaterdag 2 september 2017.
Weer: zeer veel wind en ’s avonds wat onweer.
Vandaag is de eerste excursie: we gaan met de bus een rondrit door Cap Corse, het dun bevolkte noordelijke deel van Corsica maken. Patrick is onze chauffeur en Ina onze duits-, frans- en engelssprekende gids. Tijdens de rit hebben we nogal wat info gekregen, dus ga er maar even goed voor zitten.
Corsica is een eiland van ongeveer 180 km lang en 80 km breed, 8720 km2. Het vierde in grootte in de Middellandse zee: na Sicilië, Sardinië, Cyprus (ietsje groter) en gevolgd door Kreta (ietsje kleiner). Er wonen een kleine 330.000 mensen, waarvan 55.000 in Bastia en 65.000 in Ajaccio, de hoofdstad. Saint Florent, waar we nu zijn, heeft 2500 inwoners.
Zoals overal trekken hier ook vooral de jongeren weg van het platteland waardoor veel dorpen uitsterven. Het BNP wordt vooral gevoed door het toerisme (23-25% naar gelang hoe goed het jaar is, door 2 miljoen bezoekers) en door wijnbouw. Er worden zeer droge wijnen geproduceerd, 300.000 hectoliter per jaar. De meeste is rood, 60% gevolgd door rosé 30% en wit 10%. Daarnaast nog een verfijnde mousserende zoetere muscat. Er zijn 8 wijnbouwgebieden op Corsica waarbij uit dit gebied rond St. Florent de beste wijn komt.
Het antwoord op de vraag ‘hoezo?’ is gelijk een bruggetje naar het landschap. Corsica is in feite één hoge bergrug met toppen dik boven de 2000 meter. Langs de kant van de weg kun je overal de naakte rotsen zien. Een stuk of zes verschillende gesteenten en in dit gebied is dat vooral kalksteen. Kalkhoudende grond is bij uitstek heel erg goed om druiven op te telen. Wat er verder hier in de bergen groeit, het zogenaamde macchia-struikenbos, moet zichzelf heel erg beschermen tegen droogte en warmte. Je ziet dus vooral planten met dikke bladeren, naaldbomen en bladeren met een soort was er op. Veel van die planten zijn kruiden en dat ruik je hier. Corsica wordt daarom ook wel het ‘Ile parfumé’ genoemd.
Enkele eeuwen geleden was het eiland in handen van de Genuezen, nadat veel verschillende volken overheerser geweest waren. Die Genuezen hadden van grote gebieden in Cap Corse landbouwgebied gemaakt waar graan geteeld werd. Daarom waren er veel muurtjes tegen de hellingen gebouwd om terrassen te maken en grotere stukken grond te kunnen gebruiken. Die muurtjes zie je nu nog, evenals een aantal verdedigingstorens die sterk lijken op de toren van het schaakspel. De ingang zat op een hoogte van een meter of 6. ’s Avonds werd de ladder opgetrokken….
Maar in 1755 waren de Corsicanen het zat en na de nodige schermutselingen werd het eiland zelfstandig. Die vrijheidsstrijders worden nu nog geëerd. Toch was er wat onduidelijkheid blijkbaar, want in 1769 werd Corsica door de Genuezen verkocht aan Frankrijk voor 200.000 pond. Die Fransen verboden vervolgens de Corsicaanse taal U Corsu en dat bleef tot zo’n 150 jaar geleden. Overigens kunnen Italianen het Corsicaans redelijk verstaan, de Fransen niet.
De Corsicanen waren uiteraard niet blij met hun verkoop aan Frankrijk. Onder leiding van Carlo Bonaparte (juist, de vader van) verklaarden ze Frankrijk de oorlog. Ze werden verslagen, maar riepen toch opnieuw de onafhankelijkheid uit, gesteund door de koning van Engeland. Maar nu waren ze dus onderworpen aan de koning van Engeland en dat leidde in 1796 weer tot een poging om de citadel van Ajaccio te veroveren op de Engelsen, onder leiding van zoon Napoleon Bonaparte. Dat mislukte en Napoleon vluchtte naar Frankrijk en werd door de Corsicanen beschouwd als landverrader. Maar, Napoleon maakte furore in het leger van Frankrijk en de rest is geschiedenis: hij werd keizer en veroverde Corsica weer op de Engelsen en maakte Ajaccio, zijn geboorteplaats, tot hoofdstad.
Later werd Napoleon verbannen naar Elba (dat eiland ligt ongeveer hiernaast) waar hij een staf van zo’n 600 mensen ter beschikking had. Hij hergroepeerde, kocht zijn engelse bewakers om en verloor vervolgens de slag bij Waterloo in België. Die tweede Napoleontische periode had zo’n 100 dagen geduurd. Daarna werd hij verbannen naar St.Helena, ergens halverwege de westkust van Afrika en was zijn verhaal ten einde.
De Fransen echter lieten Corsica een beetje links liggen. Pas halverwege de 19e eeuw, heeft Napoleon III ziekenhuizen wegen en spoorwegen gebouwd en werd het verbod op de Corsicaanse taal opgeheven.
Er is nog veel meer te vertellen, maar dan doen we morgen. Ook het vervolg van het verslag van onze excursie.
Zondag 3 september 2017.
Weer: alsof er gisteren niet de hele dag een forse wind gewaaid heeft en wat geregend, is het vandaag heel zonnig en bijna windstil. Tegen de 30 graden weer.
Onze excursie voert langs een prachtige kunstlijn. Af en toe onderbroken door een superklein dorpje.
De grote brand van enkele weken geleden, die ook bij ons op TV uitgebreid gevolgd werd, zien we duidelijk. Ontstaan aan de westkant en over de bergen naar de oostkant uitgebreid. Volgens Ina de gids meestal aangestookt door zeer domme mensen die daar hun voordel in denken te kunnen halen. Het herstel van de natuur in deze situatie duurt meer dan 50 jaar. Brand is hier heel gevaarlijk: je ziet ook overal brandweerauto’s staan die een gebied bewaken. De regenval op Corsica is over het algemeen slecht verdeeld. Veel in het voorjaar en dan, zoals nu, maanden niets meer. Met de voorjaarsregens worden de spaarbekkens gevuld, maar nu is de situatie zo dat rond half september het water voor de landbouw op is. En op is echt op! Met het drinkwater kunnen ze nog een paar weken langer vooruit, maar dat einde is ook in zicht.
Onderweg komen we langs een heel groot bouwwerk, dat een oude asbestverwerkende fabriek blijkt te zijn. Overblijfsel van grotendeels mislukte pogingen om industrie naar Corsica te brengen. Hier werd het asbest verwerkt dat uit de mijn ter plaatse kwam. Nu is er geen geld om de fabriek op te ruimen: de firma Eternit bestaat als zodanig niet meer. Een klein stukje verder zie je zwarte stranden, niet van nature, maar bedekt door mijnafval in de vorm van meestal ronde en platte donkergrijze kiezels. Die zijn ter plaatse van de fabriek jarenlang in zee gestort en even verder aangespoeld. Ze worden constant bewaakt en gecontroleerd op gevaar voor de volksgezondheid. Desondanks is zwemmen daar verboden. Dat zou vandaag sowieso niet gaan: de golven zijn meters hoog vanwege de harde wind langs de kust.
Onderweg genieten we van een prima lunch (diner is een betere naam) en van de uitzichten. We zien o.a. ook veel mausolea, gebouwd door emigranten die in Amerika rijk geworden zijn en later teruggekomen. Ze worden hier i Americani genoemd, een beetje spottend en een beetje afgunstig.
Het dorp Nonza bekijken we wat uitvoeriger: de kerk van Sainte Julienne, beschermheilige van het eiland en de verdedigingstoren van de Genuezen met z’n prachtige vergezichten langs de kust.
Het verhaal van de accu gaat verder: het display geeft 0,0 Volt aan van de startaccu.
Verder brengt deze zondag niets: we hebben rustdag en gaan pas morgen verder. Zwemmen in de Middellandse Zee na een kleine 100 meer in het water te zijn gelopen, is wel even lekker bij deze temperaturen.
Jammer van de aanrijding van Max met Massa, maar de inhaalrace was wel weer de moeite waard.
Maandag 4 september 2017.
Weer: hetzelfde, warm.
Het kan natuurlijk nooit dat een splinternieuwe accu 0 Volt heeft. Zaterdag liep de motor omdat we geen TV-ontvangst hadden en we de camper een metertje wilden verplaatsen om zondag naar de F1 te kunnen kijken. Dat ging goed, maar zondagmorgen stond op het display 0 Volt. Weer kapot? Proberen te starten dan maar en ja hoor, motor loopt. Hoe kan dat dan? Berichtje en mail gestuurd naar Tielen, de dealer, hopelijk is hij bereikbaar. Gelukkig krijgen we respons: er zitten nog een paar zekeringen nast de startaccu en daarvan is er waarschijnlijk 1 kapot. Vloer weer open gemaakt (accu zit onder de voeten van de chauffeur) en weer een zucht. Klopt, zekering kapot. Die hebben we vervangen is nu is alles weer écht in orde. Maar dan blijf je toch alles constant monitoren om zeker te weten dat het goed blijft gaan.
Het volgende probleem dient zich dan gelijk weer aan: de telefoon is uit omdat de accu leeg was. Kan gebeuren. Aan de stroom en herstarten. Vervolgens kent de sim-kaart de pincode niet meer. Hoe kom je dan aan je PUK-code? Nou, dan kijk je toch gewoon in je lijstje met wachtwoorden, codes enz. Daar staat alles in, ……..behalve de PUK-code. Enfin, uiteindelijk via de wifi van de camping gelukt om die te achterhalen (staat nu dus wel in het lijstje) en dan vertrekken we als laatste van de camping. De camper start zonder problemen!!!!
Whatever. We rijden vandaag van Saint Florent naar Calvi. Eerst een stuk vlak langs de kust en dan met een grote omweg via de bergen van het binnenland. Heel goede weg om je bochtentechniek te oefenen. We constateren dat elk van alle eilanden die we intussen aangedaan hebben toch heel anders is. Ook hier weer prachtige beelden die aan de camper voorbijkomen. Heel apart en heel gevarieerd.
De camping La Pineda waar we de komende 2 nachten blijven is ontzettend groot en je verdwaalt er gemakkelijk. Als we alleen reizen is zo’n drukke 4 sterren camping zeker niet onze keuze, maar nu maakt dat niet zoveel uit. We staan als groep nogal verspreid op plaatsen onder heel hoge bomen langs een drukke verkeersweg en vlakbij een helikopterlandingsplaats. De verkeersweg gaat wel, maar de helikopter is z’n geluidsdempers verloren.
Km-stand 95832 (1490 gereden)
Dinsdag 5 september 2017
Weer: hetzelfde, warm, steeds rond de 30 graden. Hele dag blauwe lucht.
Vandaag staat een rustdag op het programma. En wat doe je op een rustdag? Niet rusten maar iets anders doen. Bijvoorbeeld naar Calvi wandelen. Eigenlijk maar een kilometer of twee, maar alles bij elkaar waren het er bijna 9 en dat in die hitte. Dat doen we dus nooit meer, de volgende keer wordt het de fiets.
Calvi is een toeristisch dorp, straalt dat ook uit. Het hart van het dorp is dan ook de haven en de kade die barstensvol ligt met restaurantjes met héle grote terrassen (op het menubord: wij bezorgen ook aan boord!). Als wij er arriveren is er nauwelijks een stoel bezet. Ook wij lopen erlangs en verder naar het bastion, hét aantrekkingspunt van Calvi. Binnenin cq bovenop is het helemaal vol gebouwd met huizen en we beperken ons dan ook tot een rondgang op halve hoogte van het bouwwerk. Weer beneden gearriveerd vragen we aan een mevrouw in een winkel waar de kathedraal is. Zij wijst ons de weg naar ….. midden tussen de huizen op het bastion. Dat kunnen we dus niet meer opbrengen en we laten de kathedraal voor wat hij is. We vervolgen onze wandeling door de enige winkelstraat die Calvi rijk is en stoppen halverwege voor een kleine lunch: ’n kleine omelet met wat sprudel erbij, samen voor 15 euro pp. Corsica is niet echt goedkoop.
Terug op de camping laat de helikopter zich weer zien en nog beter horen. Dat viel wel op afgelopen nacht: hoe rumoerig het overdag is met die drukke verkeersweg naast de camping incl. bijbehorende sirenes enz. en die heli en vliegtuigen van het vliegveld een stuk verderop, zo stil was het ’s nachts. Oké, op die groep Fransen na dan die tot een uur of een van alles tegen elkaar te vertellen hadden. Blijkbaar doen de Corsicanen ’s nachts wat anders.
Om 1700 uur was er nog een borrel en een briefing voor de komende dagen. Altijd gezellig.
Woensdag 6 september 2017.
Weer: alweer rond de dertig graden, maar nu zitten er behoorlijk wat wolken in de lucht. Soms zelfs nogal donker.
Reisdag vandaag naar Portificcio, vlakbij Ajaccio.
Als we goed en wel onderweg zijn komen we langs de super-supermarkt van Super Leclerc in Ile Rousse. Waarschijnlijk een nazaat van ‘it is I, Leclerc’. Als je daar binnenkomt weet je niet meer waar je moet kijken. Je kunt er gemakkelijk verdwalen, net als op een van de 4 parkeerplaatsen. We doen wat boodschappen en zien als we naar buiten komen een Belgisch stel (herkenbaar aan de nummerplaat) naar buiten komen met hun boodschappen: een fles Rosé en 2 glazen. Soms heb je gewoon niet meer nodig.
Het eerste stukje van de route gaat langs de kust met prachtige uitzichten op de grijs-bruin-en een beetje groene bergen die in de azuurblauwe zee steken. Op enig moment buigt de weg van de zee af en gaat het binnenland in. Scènes uit de grote western-films komen voorbij. Eee grotendeels geel landschap met hier en daar een groene boom, omringd door voornamelijk kale bergen. Soms een schijnbaar verlaten ‘ranch’ met enkele paarden die wanhopig op zoek zijn naar een pluk groen gras. Soms zo’n bar langs de weg zonder deurtjes waar waarschijnlijk een paar cowboys verveeld zitten drinken met een half opgerookt sjekkie in de mondhoek. Toch verandert het landschap langzaam. Het wordt wat groener en de bomen wat hoger. Als we stoppen voor een kop koffie ruist er tot onze grote verbazing onder aan de parkeerplaats een beek. Nog verder richting Corte rijden we zelfs even door een bos en dat komt nog af en toe terug als we de Col de Vizzavone over rijden. Maar als de afdaling begint is het idee van de oase ook weer snel verdwenen en is alles weer even droog. Overal om ons heen staan de tweeduizenders te branden in de zon.
We staan op camping …… ook weer zo’n grote, maar die is minder bezet hebben we de indruk. Het zwembad op de foto blijkt met een groothoeklens gefotografeerd te zijn en in het winkelcentrumpje voor de ingang kun je niet verdwalen. Maar och, we staan hier drie nachten en twee dagen en beide dagen zijn we op sjouw. Tot morgen!
Km-stand 95999
Donderdag 7 september 2017.
Weer: idem
Beloftes aan jezelf zijn niks waard. Het voornemen om niet zo veel te wandelen in de hitte hebben we vandaag opzij moeten zetten. Er was een bus geregeld naar Ajaccio omdat fietsen geen optie was, te ver en te druk. Maar dan kun je dus in de stad ook niet fietsen en hebben we uiteindelijk nóg meer gelopen dan in Calvi. Degene die het ’t beste volgehouden heeft? Onze échte bejaarde: Toby.
We laten de foto’s het verdere verhaal maar doen.
Vrijdag 8 september 2017.
Weer: het is wat afgekoeld. Vandaag niet meer geweest dan zo’n 27 graden. ’s Avonds wordt het behoorlijk fris, minder dan 24 graden.…. Als het donker is lange broek en trui aan of naar binnen.
Om kwart voor negen verzamelen bij de vlag en de bus in. De tocht gaat via de kustweg ‘terug’ naar Ajaccio en dan via Sagone, Cargese naar Les Calanche. Vervolgens naar Porto waar we lunchen, Évisa, de Col de Sev (1101 meter) terug naar Sagone en vervolgens weer naar de camping in Porticcio.
En het moet gezegd, een prachtige route, een schitterende dag. De weg langs de kust slingert er hoog boven langs en biedt prachtige uitzichten op diep ingesneden baaien onder ons. Kleine zandstrandjes op de kop van de baaien baden in de zon, terwijl het water schittert rond de afgemeerde bootjes (lijkt op….kasteelroman). De bus stopt op een point de vue – uitzichtpunt en de hele meute stroomt naar buiten. I am tóúrist, I have caméra.
Onderweg vertelt reisgids Nicole (spreek uit als de Nicole van ’ein bisschen Frieden, ein bisschen..) in het Duits allerhande wetenswaardigheden. Dat doet ze heel goed! O.a. dat Corsica meer dan 50 bergtoppen heeft van meer dan 2000 meter. En dat Elba op minder dan 10 km ligt van hier. Omdat het nu al meer dan 5 maanden niet geregend heeft (zie eerder in dit reisverhaal) staat er een boete van € 500,- op verspilling van water. Dat is in de verordening omschreven wat dat zoal is.
We stoppen in een klein dorp waar 2 kerken staan: een katholieke en een Grieks-orthodoxe. Ze hebben dezelfde pastoor, die de ene keer de katholieke mis opdraagt en de andere keer de Grieks-orthodoxe. Die laatste duurt volgens Nicole véél langer. Er wordt in deze buurt ook nog steeds Grieks gesproken.
Het verhaal rond die Griekse kerk dateert uit 1765 toen op Corsica Griekse vluchtelingen aankwamen (what’s new?) en door de Genuezen op een hoop gedreven werden in deze buurt. Corsica heeft een ingewikkelde geschiedenis. Dat zie o.a. aan de samenstelling van de bevolking: 100.000 inwoners autochtoon, 100.000 afkomstig van het vasteland Frankrijk en de resterende 120.000 allerhande nationaliteiten.
Nog zo’n weetje; de eucalyptusbomen die hier groeien zijn geïmporteerd door Napoleon met als doel het droogleggen van moerassige gebieden. De boom zuigt per dag namelijk forse hoeveelheden water op. Doel van dat droogleggen was het bestrijden van de malariamug. Wat men vroeger toch al allemaal wist!
De weg kronkelt behoorlijk richting het hoogtepunt van de dag Les Calanche, veel onoverzichtelijke en heel smalle bochten. De chauffeur moet elke keer toeteren om het tegenverkeer te waarschuwen. Dat ontlokt aan een van de mede-reizigers de opmerking ‘dat moeten ze toch in de navigatie kunnen inbouwen dat er automatisch getoeterd wordt?’
Ter plaatse van Les Calanche rijden een paar verkeersregelaars op elektrische fietsen op en neer om te pogen de opstoppingen te vermijden en dat lukt heel aardig. Toch moet je voor een stukje van enkele honderden meters zeker een half uur uittrekken.
Les Calanches is een zeer ruig en rotsig gebied, samengesteld uit rose graniet. Tot aan de hoogste toppen kun je zien hoe vroeger water de steen uitgeslepen heeft. Het ziet er allemaal heel mooi, heel apart uit en je voelt de oerkrachten die dit allemaal gemaakt hebben. We stoppen ter plaatse nog even bij een cafétje om de indrukken te kunnen verwerken en betalen € 3,90 voor een glas limonade. Alles heeft zijn prijs.
Daarna draait de bus het binnenland in en zien we massa’s kastanje bomen. Veel daarvan zijn aangetast door de kastanjeziekte en zijn helemaal of gedeeltelijk dood. Maar de rest oogt prima en men hoopt dat het nu voorbij is. Weetje: de kastanjebomen zijn door de Genuezen in 1475 geïmporteerd ter bestrijding en voorkoming van de hongersnood.
We vervolgen de tocht naar Porto, waar we lunchen. Voldoende energie binnen gekregen om de rest van de dag mee door te komen. De rest van de route blijft prachtig. Sorry voor alwéér gebruik van dat woord, maar we weten niets anders. Tegen 18.30 uur arriveren we weer op de camping, enigszins wagenziek, maar dat mag de pret niet drukken.
Laatste weetje: op de kentekenplaten van de auto’s staat in Frankrijk het nummer van het departement. Voor Corsica is dat 2A voor Corse Sud en 2B voor Corse Nord.
Zaterdag 9 september 2017
Weer: idem, als we wakker worden is het al/nog 21 graden.
Vandaag verkassen we naar de oostkant van Corsica. De route gaat even over een rode weg en vervolgens bijna geheel over een zeer kronkelige gele weg met groene streep erlangs. En dat blijkt ook wel. De route gaat dwars door de bergrug, de weer- en waterscheiding op Cosica. Langzaam zie je steeds meer bos verschijnen en het beeld wordt ook groener, maar de ondergrond blijft ook even geel en stoffig. De route is zo’n 125 km en is zeer bochtig met heel erg steile zijkanten. Dat was gisteren bij Les Calanche ook het geval zodat de reisgidse de goede raad gaf om niet op de muurtjes (zo’ 30-40 cm hoog) te gaan staan. Ernaast ging het namelijk bijna loodrecht meer dan honderd meter naar beneden.
Boven in de bergen lopen de varkens los rond zoals elders de koeien.
Tussen de middag eten we onze boterham op een P-plek langs de weg met uitzicht op Ghisoni. Precies op het plekje waar in het dorp geen huis staat, zien we de collega’s van de berg af komen door de smalle straatjes.
Als we de bergen bijna uit zijn, worden we getrakteerd op een prachtige Schlucht (Is er een Nederlands woord voor? Wij hebben immers niet zoiets bij ons.) Als we die uit komen, kan de tegenstelling niet groter zijn. De weg gaat over een kleine 15 km kaarsrecht en ontzettend plat naar de kust. De enige onderbrekingen zijn de verkeersdrempels die je met niet meer dan 5 km/uur kunt nemen. Als je tenminste nog iets op dezelfde plaats in de kast wilt terugvinden.
Weetje: de term Ile Parfumée stamt van Napoleon die beweerde dat hij kilometers uit de kust al kon ruiken bij welk eiland ze waren. Tegenwoordig maakt de toeristische sector reclame met de term Ile de de la Beauté. Terecht.
We staan nu halverwege de oostkust in Ghisonaccia op de duurste camping ooit: normaal in het seizoen kost dat voor ons incl. hond en stroom bijna 65 euro. Het zal nu goedkoper zijn, maar er staan er toch nog veel mensen hier. De 5* camping ligt direct aan zee en is van alle gemakken voorzien. Maar dat mag dan ook wel voor die prijs, alleen voor het spa-bad moet je nog 5 euro pppd afrekenen….., het kleinere zwembad is gratis. Oh ja, en de wifi is niet gratis, iets van een eurotje of 3 per half uur. Alleen in de buurt van het restaurant en de receptie bruikbaar.
km-stand: 96111
Zondag 10 september 2017
Vandaag hebben we een rustdag. Dat wil zeggen geen route en geen excursie, alleen een briefing. Maar omdat een gedeelte van de groep vanavond met een bus naar een drijvend visrestaurant gaat, is die om 11 uur. Na ‘spek met eieren’ dus en precies op de gewone tijd dat normaal de repetitie begint.
Het is bewolkt als we opstaan en de zon schijnt alweer bij de briefing als er een paar spettertjes vallen. Naweeën van afgelopen nacht misschien. Toen heeft het behoorlijk geregend en geonweerd. Heeft te maken met die weerscheiding hier: aan de oostkust is het natter. Je ziet er nu niets meer van, alle water is al weer weg.
Per jaar vallen er op op dit eiland 8 miljard m3 water, meer dan in Oostenrijk of Zwitserland. Het is hier alleen heel slecht verdeeld, vandaar de grote droogte nu. Rond een uur of één begint het te druisen, alsof het grootste gedeelte van de jaarlijkse hoeveelheid nu er uit moet. Het duurt een paar uur en dan is het voorlopig zeker niet meer stoffig hier.
We horen dat er in de Toscane ook enorme hoeveelheden water gevallen zijn met zelfs slachtoffers. Gelukkig is dat hier niet zo. Hoe zou het er nu in die Schlucht uit gezien hebben?
Maandag 11 september 2017
Weer: de bewolking trekt vrij snel weg en het zonnetje schijnt weer.
Wat is er over vandaag te vertellen? De alternatieve route naar Bonifacio over Zonza is afgesloten. De reden is onduidelijk, maar zeer waarschijnlijk de enorme hoeveelheid regen die gevallen is. Blijft de vrij saaie route langs de kust: een file onderweg bij een stoplicht in een dorp en het centrum van Porto Vecchia is niet te bereiken met een camper. buiten parkeren en lopen kan niet: te ver en te hoog.
Intussen begin het te waaien en als we op de camping aankomen zo tegen 15 uur, waait het héél hard: 75-105 km/u. Dat blijft vlg. de voorspellingen de komende 24 uur nog wel.
De camping is héél groot en we staan met z’n allen redelijk bij elkaar in de buurt. De plaatsen variëren van te klein tot groot en van te scheef tot redelijk recht. Voor sommigen was het erg moeilijk manoeuvreren. De lucht van verbande koppelingsplaten was duidelijk aanwezig.
Vooruitlopend op overmorgen als we oversteken naar Sardinië even iets anders. De vlag van Sardinië bestaat uit een rood plus-teken op een witte ondergrond. In de vier vakken staan 4 zwarte en-profil morenkoppen met een hoofdband om. De herkomst is niet duidelijk, maar heeft waarschijnlijk te maken met de overwinning op 4 koningen die ooit hier regeerden. Origineel waren de moren geblinddoekt en keken soms naar rechts en soms naar links. In 1999 heet de Italiaanse regering per decreet verordent, dat de koppen naar rechts naar de toekomst moesten kijken en bovendien mochten ze niet meer geblinddoekt zijn. De blinddoek werd daarom naar boven geschoven en is dus nu nog een hoofdband of, zo je wil, een haarband. In het wapen van Sardinië is het nog een blinddoek en zijn de koppen naar links gericht. Maar, dat is allemaal Italië en we zijn nu nog op Corsica = Frankrijk. Het voorgaande verhaal was nodig om enigszins duidelijk te maken waarom op de vlag van Sicilië één morenkop met hoofdband staat. ‘Enigszins duidelijk’ omdat blijkbaar niemand weet hoe het hele verhaal nu echt in elkaar steekt.
Km-stand 96218
Dinsdag 12 september 2017
Weer: het stormt nog steeds bij een aangenaam temperatuurtje van zo’n 24 graden.
Vandaag hebben we een kort uitstapje: met de bus naar Bonifacio. Reisduur incl. een flinke file nog geen half uur. We vertrekken om half tien en worden om half vier weer bij de bus voor de terugreis verwacht. Als we arriveren staat er al een toeristentreintje voor ons klaar. Gelukkig wel, zo blijkt. Het stuk naar de bovenstad waar het allemaal te doen is, is óók te voet te doen, maar ons gezelschap inschattende zou daar het grootste gedeelte wel moeite mee hebben. Blij met het treintje dus.
Vanwege de harde wind gaat ons geplande boottochtje niet door, maar morgen krijgen we vanaf de veerboot nog een blik gegund op de kalkrotsen waarop Bonifacio gebouwd is.
De rit begint aan de haven in Bonifacio-basse met de gebruikelijke dikke boten van de jetset en op de kades de al even gebruikelijke aaneengesloten ketting van restaurants met bijbehorende prijzen. Wel leuk om te weten: parkeren aan de haven is de eerste 40 minuten gratis. Da’s toch goed geregeld! Helemaal gericht op de toerist die even wil rondkijken, want daarna kost het € 2,50 per kwartier.
Bonifacio is met afstand de leukste stad die we op Corsica gezien hebben. Niet verwonderlijk dus dat het er behoorlijk druk is. Het moet in het hoogseizoen niet te doen zijn.
We lopen door het bovenste deel van het stadje. Het is wat heuvelachtig maar goed te doen en aan de andere kant van het bastion het pad op naar uitzichtpunten die echt de moeite waard zijn. De trap van koning Alfonso van 187 treden van Bonifacio-haut tot bijna aan zee, doen we niet. Die trap zou volgens de overlevering in één nacht uit de rotsen gehouwen zijn tijdens, hoe kan het ook anders, wat schermutselingen.
Na terugkomst waait het nog steeds zo hard en horen we dat er vandaag ferry-overtochten naar Sardinië gecanceld zijn vanwege de storm. Dat belooft wat morgen als dat zo door blijft waaien.
Ter afsluiting een duik in het zwembad waar nog net geen witte koppen op de golven staan 🙂
Woensdag 13 september 2017
Weer: 27 graden en zeer windig.
We hebben ruim de tijd om op de veerboot te komen. Die verlaat om 1200 uur de haven en komt een uur later en 13 km verder op Sardinië aan. De zee was behoorlijk ruw en de boot ging flink op en neer. De wind blies je haast van het dek af.
Sardinië is duidelijk anders dan Corsica zoals de meeste indruk is en de komende tijd uit de foto’s wel zal blijken. Gemeenschappelijk is de grote droogte, maar hier hebben ze toch wat meer water ter beschikking. Het gras op de rotondes is groen en dat komt heel vreemd over. De bomen overleven het ook beter, maar de struiken zijn de geest aan het geven. Bermonderhoud is hier, net zoals op het vorige eiland, niet nodig: alles is dood.
We tuffen langzaamaan naar de camping en installeren ons daar als een na laatste. Zo scheef dat we beide blokken moeten gebruiken en dan is het ook nog maar nét genoeg. Het volgende probleem is er weer: op de boot hebben we de gasfles vlg. voorschrift dicht gedraaid en nu krijgen we de 3 gasverbruikers, kookpitten – koelkast en boiler, niet meer aan de praat. Dan blijkt dat er aan de gasfles 2 beveiligingsschakelaars zitten en ja hoor, de kookpitten doen het. Maar koelkast enz. niet, terwijl we komend weekend zonder stroom moeten staan. Om dan 2 dagen zonder koelkast in onze verwenning te moeten doen…? Morgen is er weer een dag en dan lossen we dat ongetwijfeld op. Om met Geert te spreken ‘je leert je camper wel steeds beter kennen’.
’s Avonds voegen zich 2 medewerkers ‘van kantoor’ (NKC) bij ons die de hele week samen met ons optrekken. Ze willen graag weten hoe dat nou allemaal gaat op zo’n reis. Wij denken zeker te weten dat ze dan een goede keus voor de goede groep gemaakt hebben. Het loopt allemaal op rolletjes, de mensen zijn gezellig, er zijn af en toe dingen kapot, de campings variëren en het landschap ook.
Wij scoren samen met een stel medereizigers een heel lekkere pizza in het camping-restaurant waar een duitse italiaan of andersom de bediening doet. Leuke avond vooral ook omdat blijkt dat we wel wat gemeenschappelijk hebben: vroeger verwerkten wij de verf en zij maakten die. De wereld is ontzettend klein!
Km-stand
Donderdag 14 september 2017.
Weer: zon, bijna geen wind, als het geen 30 graden was, dan toch zeker 29. In thuisland Nederland was het vlg. de weerberichten 14 graden, veel wind en veel regen. Conclusie: wij zitten hier toch beter.
Vanmorgen constateerden we dat vanaf de dag van vertrek t/m vandaag nog niks anders uit de kast is geweest dan sandalen, korte broek en t-shirt. Tel daarbij de voorspellingen voor Sardinië op, dan wordt het tijd dat we gaan wassen omdat we dezelfde kleding nog 2 weken nodig hebben. Benieuwd!
Vandaag hebben we een bus-excursie naar de opgravingen van de Nuraghe. Een volk dat 1600-600 vC hier leefde. Net zoals Corsica heeft ook Sardinië een bewogen geschiedenis.
Daarna zetten we koers naar een kunstenaarsdorp waar we een kop koffie gaan halen. Als we arriveren is daar markt en kost het nogal wat moeite om aan die koffie te komen en dat kost ook tijd. Dat laat een van de deelneemsters verzuchten ‘laat de mannen maar verder gaan, wij vrouwen kunnen hier wel een paar uur doorbrengen’. Toch is de reisleiding onverbiddelijk en moet we verder naar onze volgende afspraak bij wijngoed Mura. Die afspraak houdt in dat we daar een 3-gangen ‘lunch’ voorgezet krijgen dat bestaat uit 3 voorgerechten, een hoofdmenu en een toetje. Het getal 3 is dus niet zo exact als we altijd denken…
Na een paar uur tafelen met lekker eten en de bijbehorende wijnen en leuk geklets zijn we tegen 17 uur weer terug op de camping.
Het gasprobleem: opgelost. Lukte gisteren het herstarten van de beide onwillige apparaten niet, vandaag na herhaling van de procedure gasfles afsluiten-opendraaien-veiligheidsschakelaars indrukken-apparaten uitzetten en aanzetten, werkte alles weer.
Vrijdag 15 september 2017.
Weer: als gisteren.
Vandaag rustdag. De vertaling is: we staan op de camping en er is geen programma. Dus pakken we de fiets en trappen naar Porto San Paolo, een dikke 3 km. Daar bekijken we eerst alle winkels die er zijn, minstens zes, naast evenzoveel restaurantjes. Een stukje verderop ligt nog een stuk dorp met de haven. Uitzichten zoals in de reisgidsen met witte stranden, diepblauwe zee met witte jachten en een gigantische uit de zee oprijzende rots met wat kleinere broertjes erlangs. Dat opgeteld bij volop zon en een graadje of 30 en je waant je in de Caribbean. Maar daar kan het niet beter zijn dan hier.
Verder gebeurt er natuurlijk weinig op zo’n dag. ’s Middags even naar het strand en om 18 uur de briefing voor de komende dagen. Dus is er nu wat ruimte voor wat weetjes over Sardinië.
Sardinië is 220 km lang en 120 km breed met een oppervlakte van ongeveer 24.000 km2. Dat is pakweg ¾ van Nederland en er wonen 1,7 miljoen inwoners. Als er in dezelfde verhouding hier mensen zouden wonen, waren dat er ongeveer 12 miljoen. De reden dat hier niet meer mensen wonen is simpel: het eiland is niet in staat om meer mensen in leven te houden. Wat je ook ziet is dat het platteland zoals overal langzaam ontvolkt. In de landbouw werkt 9% en in het toerisme 6,5% van de bevolking. Per jaar komen er 10 miljoen toeristen.
Een van de bekendste gebieden is de noord-oost kust. Daar heeft men in de jaren 50 de malariamug uitgeroeid, ‘gewoon’ door massa’s DDT te spuiten. In het verder toen lege gebied werden miljoenenprojecten neergezet. Nu wordt er met geld gestrooid: in het duurste hotel aan de Costa Smeralda kost ’n kamer 10.000 euro. Per nacht, voor dat geld mag je de kamer niet meenemen! Of het ontbijt apart berekend wordt weten we niet. Voor de jetset die in de haven op jachten zit van minstens 70 meer lang (á raison van ongeveer 1 miljoen per meter) zijn dat waarschijnlijk acceptabele bedragen.
De hoofdstad Cagliari aan de zuidpunt is ook de grootste stad. Er zijn 8 provincies. Het eiland streeft naar een tax-free status en de kans dat het gaat lukken is aanzienlijk omdat men blijkbaar voldoet aan de daarvoor gestelde (europese) regels. Sowieso heeft Sardinië binnen Italië al een bijzondere status met een grote mate van zelfbestuur.
Het eiland is voor 50% met bos bedekt en de grootste angst hier is dan ook, net als op Corsica, de bosbranden. Het is ontzettend droog omdat er sinds eind februari geen regen van betekenis meer is gevallen. De hoogste berg is dik 1800 meter en dus beduidend minder dan de bergen op Corsica. Naast de geëikte landbouwproducten in deze klimaatzone is er een zeer levende kurkindustrie. Kurken van hoge kwaliteit worden hier gemaakt die dan ook ’n eurotje per stuk kosten. Er zal geen goedkope wijn in de bijbehorende flessen zitten.
De Sardijnse taal wordt nog gesproken door de ouderen, maar hoe jonger hoe minder men de taal nog beheerst. Net zoals overal staan de dialecten hier dus ook onder druk.
Qua energie loopt men hier achter. Er is in het verleden petrochemische industrie hier naar toe gebracht om in de eigen energiebehoefte te voorzien, waarin nu zo’n 2000 mensen werk vinden. Pogingen om dat kunstje nog een keer te herhalen zijn mislukt. Alles strandt op de transportkosten, de afstand tot Italië is 187 km, tot Tunesië 184 km. Het begint door te dringen dat zon- en windenergie nodig is, maar het gaat écht langzaam.
Zaterdag 16 september 2017
Weer: hetzelfde (gelukkig)
Hanneke, en van de NKC-medewerkers reist vandaag in onze camper met ons mee. Ze wil aan den lijve ervaren hoe zo’n dag gaat en daarmee uiteindelijke de dienstverlening van de NKC verbeteren. We zijn als een van de laatsten weg van de camping en lozen onze afvalstoffen nog op de bestemde plaats. Maar die plaats ligt precies op een pad waar een heel kleine oude Italiaanse mevrouw in een heel klein oud Italiaans autootje langs moet. Omdat een medereiziger daar ook al staat met z’n camper kan zij niet door. Dat levert een fenomenale scheldpartij op waar een hond geen brood van vreet en wij niets van verstaan. Geert, de medereiziger en oud politieman met een imposant figuur, zal dat varkentje wel eens even wassen en stuurt haar op indrukwekkende wijze terug de auto in. Dacht je,… maar dan ken je oude rimpelige kleine en taaie Italiaanse vrouwtjes niet. Ook zonder dat haar man, intussen ook gearriveerd, haar met krachtige woorden ondersteunt, is ze niet onder de indruk van de in alle richtingen twee keer zo grote Geert. Enfin, uiteindelijk moeten hij en wij verder en is de voorstelling afgelopen.
We stoppen in La Calette. Kijk maar gewoon de foto. De boterham eten we een stuk verderop langs de weg. Weer: kijk maar de foto. Prachtige uitzichten.
We passeren een gebied waar marmer gewonnen en verwerkt wordt. Aan de kleur te zien is het travertin. Gigantische blokken worden uit de berg gezaagd. Op de foto staat een bulldozer: zoekplaatje!
Onderweg moeten we Hanneke natuurlijk van alles vertellen over camperen en zeker ook over óns camperen. en demonstreren dat we onderweg op tijd stoppen voor een kopje koffie. Toby demonstreert dan iedere keer weer heel blij dat hij het geweldig vindt om alle afval langs de weg door te snuffelen. Ieder zijn ding.
We arriveren kort na 17 uur op de camperplek. Geen faciliteiten hier bij het bedevaartsoord van de Zwarte Madonna, daarvoor een aantal enthousiaste dorpelingen die voor en met ons een feestje bouwen. De wijn vloeit rijkelijk en er hangt meer dan genoeg vlees aan het spit. Het menu bestaat uit voorgerecht worst, vlees en kaas, tussengerecht heerlijke ravioli, hoofdgerechten schapenvlees en rundvlees, nagerechten fruit en ijs en alles afgerond met koffie en grappa. Intussen waren de gitaar en de accordeon tevoorschijn gehaald en bleken er vele liedjes zowel bij ons als bij de Italianen bekend te zijn. Toen meneer pastoor de accordeon ging hanteren gingen de beentjes van de vloer in een soort Italiaanse line-dance. Of er ’s morgens mensen met hoofdpijn waren hebben we niet gehoord maar dat moet ongetwijfeld het geval zijn geweest. Een geslaagde dag en avond.
Zondag 17 september 2017
Weer: gisteravond heeft het even gedonderd en gebliksemd en er zijn ongeveer 12 druppels regen gevallen. Het heeft geen invloed gehad op de temperatuur.
Vroeg uit bed want om 9 uur stappen we in de vijf gereedstaande Landrover Defender voor een onvervalste jeep-safari. Het eerste doel ligt op boven de 1000 m hoogte en biedt een weids uitzicht over Oleano en Nuoro de provinciehoofdstad die diverse kilometers verder ligt. Het eerste stuk van de weg roept de vraag op ‘waarom jeeps?’, maar op het laatste stuk werd die vraag beantwoord. Toch kon je daar nog steeds met gewone auto’s komen. Uiteraard met minder passagiers en een beetje durf.
Terug naar beneden voor een koffie- en sanitairstop en vervolgens naar de bandietengrot.
Daar hoort een verhaal bij.
We zitten in een kalksteengebergte dat na het ontstaan door waterlopen doorgraven is en tegelijk zijn diverse delen ten opzichte van elkaar verschoven. Dat zijn de ideale omstandigheden voor het vormen van grotten en zelfs opgravingen ín die grotten. De steen is wit en hier en daar rood gekleurd door doorsijpelend water met vorming van stalagmieten en stalactieten. Buiten liggen enorm veel losse stenen en is de berg losjes begroeid met struiken en onder andere niet blad verliezende wintereiken.
De Italiaanse regering besloot omstreeks 1820 om het gebied te privatiseren. Iedereen die dat wilde kon door middel van het stapelen van stenen muurtjes een stuk land claimen. De schaapherders echter die ’s zomers boven in de bergen en ’s winters beneden waren hadden dit niet meegekregen en visten dus achter het net. Toen ze later met hun schapen weer boven komen moesten ze aan de nieuwe eigenaren een vergoeding betalen om hun schapen daar te laten grazen. Dat viel uiteraard niet goed. Veel herders konden zo niet meer bestaan en werden bandiet. In de grot waar wij naar toe reden, woonde de belangrijkste. Deze Giovanni was degene die de rust onder de bandieten moest bewaren en daarover ook recht sprak, ook als deze ‘echte’ misdaden pleegden. Maar zo rond 1870 was de regering het zat en werden de bandieten opgejaagd. Omstreeks 1890 hadden ze ze allemaal verjaagd of gedood en keerde de rust in het gebied weer.
De tocht gaat vervolgens naar de plek waar we vandaag lunchen: bij een schaapsherderskooi diep de bergen in. En dan bewijzen de Defenters en hun chauffeurs waartoe ze in staat zijn en vooral waarom ze nodig zijn vandaag. De auto’s rijden over paden waarover nog maar nauwelijks te lopen is met dikke stenen en diepe droge waterlopen. De eerste kilometers gaat het allemaal nog wel. Vrij vlak, lossen stenen, stenen muurtjes en verdwaalde bomen. Allengs wordt het wat ruiger en er staat steeds vaker een auto langs de weg waarvan de passagiers toch maar zijn gaan lopen. Langzaam wordt het erger: het wordt steeds smaller en steiler en het hobbelt en schudt op neer en je gelooft niet meer dat dit nog goed kan gaan Het einde van de tocht laat lang op zich wachten, maar het geloof dat het goed komt keert niet terug. Dan ineens stoppen de auto’s. Ze worden vlak bij elkaar op een paar kleine plekjes gezet en daar kan er écht géén meer bij. De beschrijving van de terugweg laten we weg, ook de foto’s van de kneuzingen als gevolg van het smijtwerk van de auto’s.
De lunch was prima: ricotta met honing, worst en spek en kaas, warme worst van de grill, speenvarken van de grill, ijsje, koffie ………
Maandag 18 september 2017
Weer: gewoon weer rond de 28 graden. Soms wat wolkjes.
Dat wat we nooit doen is vandaag verplicht: in colonne rijden. Alle campers staan om 9 uur met draaiende motoren klaar en rijden als eendenkuikens achter de kloek aan achter elkaar de poort uit naar Orgosolo. Daar is een grote parkeerplaats bij de kerk annex kerkhof voor ons gereserveerd en worden alle rijdende huisjes naast elkaar neergezet. Patricio, de baas van de Defendergroep van gisteren bewaakt de hele zaak. Robin, onze gids van de laatste dagen is er vandaag voor de laatste keer bij.
We zijn in Orgosolo om de muurschilderingen waarvan er hier heel veel zijn te bekijken. Veelal met protestthema’s gericht tegen de gevestigde orde of om de aandacht te vestigen op onrecht.
Daarvoor moet je weten dat het Sardijnse volk altijd onderworpen is geweest door de meest uiteenlopende heersers en ook altijd heeft geprobeerd zich te bevrijden. De schaapherders die de privatisering hadden gemist hebben de basis gelegd voor de huidige mentaliteit. Toen zij als het ware uitgeroeid werden door de Italiaanse regering keerde de bevolking, die eerst niets moesten hebben van die bandieten, zich tegen het gezag. Want uiteindelijk waren die bandieten ook maar gewone huisvaders, onderdeel van de eigen samenleving. Die afkeer tegen het gezag is er nog steeds. Op het politiebureau staat een muurschildering waarop aangegeven wordt dat ‘wij er zijn om de vrede te brengen’. We sluiten het gezamenlijk deel van vandaag af met een kop koffie en halen de camper op voor de rest van de route van vandaag.
Die route begint na enkele honderden meters met een helling van een kleine 25%. Dat zou nog wel te doen zijn, maar dan moet er geen tegenligger komen. Dus kiezen we er voor om een klein omleiding te maken. Die gaat een stukje het dorp in en buigt dan als een haarspeldbocht 350 graden naar rechts. Dat is, met even terugzetten wel te doen… totdat er ineens een luid schurend geluid te horen is. “Heb je dat muurtje niet gezien?” Nee dus, zit in de dode rechtse hoek aan de voorkant van de camper. Shit, dat zal dus wel een flinke schade zijn. Heen en terugzetten met aan alle kanten wachtende Italianen maar dat gaat allemaal prima. Een stukje verderop stoppen om de schade op te nemen…. waar zit die dan? Dan blijkt dat het muurtje toch wat verder weg stond en het ‘gewoon’ de verhoging van het wegdek in de bocht was. Daarover heeft de bevestiging van de rechtse schokdemper geschraapt, nog net te zien. Niets aan de hand dus. De lunch smaakt dan prima, zeker omdat we over het hele dal terug kunnen kijken naar Orgosolo.
De rest van de dag rijden we over de panoramaroute SS125 en dat is puur genieten van de schitterende uitzichten.
Dinsdag 19 september 2017
Weer: afgelopen nacht heeft het geregend, maar vanmorgen stralend blauw met een zeer sterke zon. Temperatuur blijft op niveau.
Rustdag: geen programma. ’s Morgens na de koffie stappen we op de fiets naar de beroemde rode rotsen van Arbatax. Heen en terug een 20 km.
Op de terugweg zien we de kerk van Tortolí liggen. Die gaan we nog even bekijken. Alles dicht en dan komt er een kleine Italiaanse, heel erg vriendelijke mevrouw aanlopen die de kathedraal die het blijkt te zijn, open maakt en ons naar binnen uitnodigt. Ze leidt ons rond en we zien alle plekken waar je normaal niet komt. Een bijzondere ervaring!
Na de briefing annex NKC-borrel sluit de dag af met even facetimen met Thomas, Monique, Lynn en Dex die intussen al een hele kerel aan het worden is met z’n dik 4 maanden.
Woensdag 20 september 2017.
Weer: ’s nachts koelt het behoorlijk af tot zelfs onder de 20 graden :-), maar ’s morgens is het stralend blauw en al heel snel warm.
Vandaag is weer een reisdag. Nu met een vrij korte route: van Tortola naar Villasimius aan de zuid-oostpunt van Sardinië, ongeveer 125 km. Op het eerste gedeelte van de weg ligt Porto Corallo, een perfecte plek voor de de middag-boterham. Mooie plaatjes onder een felle zon.
Tegen het einde van de route stoppen we op een parkeerplaats met schitterende uitzichten over de zee. Een half uurtje later rijden we de camping op die ook pal aan het strand ligt. We staan op een heel mooie plek aan het hoofd van de camping: op plaats nummer 1 en met de allerkortste weg van de camperdeur het water in. Ongewend voor ons dat alles rondom zand is. Normaal gesproken zoeken we geen strandcamping, maar, toegegeven, het heeft wel wat. De hele meute staat met de vakantiegangers die er al stonden, als het ware in een hele grote cirkel, waarbij iedereen langs de camper een met riet overdekt terras heeft voor tafel en stoelen. Dat geeft een leuke sfeer.
Donderdag 21 september 2017.
Weer: de allerhoogste temperaturen zijn weg. Het is nu rond de 25 graden met een felle zon.
Cagliari is de hoofdstad van Sardinië en telt 165.000 inwoners, incl. de buitenwijken zelfs 480.000. Als je dan bedenkt dat er op het eiland in totaal maar iets minder dan 1,7 miljoen mensen wonen, blijkt de verdeling toch een beetje scheef. De bus staat om 9 uur klaar en brengt ons via de mooie kustweg naar de stad. Daar aangekomen komen we langs de stilgelegde zoutpannen. Tot een jaar of twintig geleden werd er zout gewonnen en het gebied is nu een paradijs voor ongeveer 7000 flamingo’s. De enige plek ter wereld waar de vogels zo dicht bij de mensen wonen. Overigens waren de meesten op vakantie of in ieder geval niet thuis.
De bus gaat verder naar een point de vue tegenover de oude stad die ‘Castello’ genoemd wordt. Cagliari heet in het Sardijns ‘Casteddu’ hetgeen ook kasteel betekent. Daarna worden we vlak bij de oude stad afgezet bij een gezellig terras met heel lekkere koffie. Daar hebben ze hier sowieso veel verstand van.
We lopen naar de kathedraal en van daaruit weer langzaam naar beneden. Om 16 uur zijn we terug op de camping en even later plons in zee.
Morgen staat er helemaal niets op het programma. Luieren dus.
Vrijdag 22 september 2017.
Het enige dat er te vertellen is: het weer was alwéér prima. Een beetje luieren, lezen, zonnen, zwemmen in de Middellandse Zee.
Het water is hier kraakhelder, alsof je in een zwembad zit. Alleen smaakt het water niet naar chloor, maar naar zout. Een pannetje vol scheppen, wat groente erin, koken en de soep is klaar.
Dat het water zo helder is ligt aan de samenstelling van het zand: graniet en silicium. Dat schijnt te breken en niet te ‘verstuiven’.
’s Avonds hebben we de BBQ aan, maar ook een vestje. Zo gauw de zon verdwenen is, zakt de temperatuur flink.
Ook het fototoestel had een rustdag.
Nog even een verhaaltje van Gabi, onze Duitse, Nederlands sprekende gidse in Cagliari. Italianen staan er om bekend dat ze wilde chauffeurs zijn die zich van verkeersregels weinig aantrekken. Voorbeeld: een doorgetrokken streep geeft het midden van de weg aan en heeft verder geen functie. Een dubbele betekent voorzichtig met inhalen en 50 km/u betekent minimaal 50, liefst het dubbele.
Maar, als je gepakt wordt zoals Gabi, met 58 km/u gebeurt het volgende. De boete is 180 euro voor gecorrigeerd, 3 km/u te hard en het kost je 5 punten van je rijbewijs. Daarop heb je 20 punten en zodra je op 5 staat moet je opnieuw je rijbewijs halen.
Zaterdag 23 september 2017
Weer: een graad of 25, maar de zon heeft ook weekend. Het grootste gedeelte van de dag helemaal niet te zien, komt soms een beetje achter een wolkje uit kijken.
We rijden vandaag van het zuidwesten naar het zuidoosten. Boven langs Cagliari en dan duiken we naar het zuiden: Pula, (Nora), Teulada, Sant’Antioco en dan naar de camping Tonnare aan de westkust. We rijden kilometers langs Cagliari en dat ziet er allemaal weer heel typisch Italiaans uit: smerig, veel rommel, niet onderhouden industrieterreinen enz.
Een stukje verder stoppen we voor de boterham op een eenmalige plek: de weg loopt loodrecht naar de zee en houdt daar gewoon op. Groot uitzicht op ver weg Cagliari en nog verder weg de petrochemische industrie. De volgende stop is Pula, een klein gezellig plaatsje, waaraan Nora vastzit. Daar zijn Phenisische en Romeinse opgravingen te zien. We parkeren de camper en lopen het gebied, tot aan de ingang door. We gaan niet naar binnen want, het klinkt decadent, als je op Sicilië alles gezien hebt, is er qua opgravingen niets nieuws meer te zien. Bovendien moet je wachten op de gids en dat duurt te lang.
De keuze is dan tussen de kustweg en de bergweg. Wij gaan voor de laatste omdat we de laatste tijd al heel veel kust gezien hebben. Overigens zijn die wegen ook meestal nogal bergachtig. Helemaal bovenin wordt de dreiging van de zware wolken waar gemaakt: het regent zo hard dat je nauwelijks nog een paar meter voor je uit kunt zien. Direct daarna piept de zon weer even tevoorschijn.
We moeten de brug over naar het zuid-westelijke eiland zonder naam waarop Sant’Antioco ligt en de weg verandert in een troosteloos gebeuren. Dan, ineens, verrassing. Er zijn weer laag begroeide heuvels, de weg slingert en het ziet er weer allemaal heel mooi uit. De camping ligt middenin nergens aan een prachtige mini-baai. Er is hier verder niets en het is onbegrijpelijk dat ook hier weer bijna alles vol staat. Of het moet zijn vanwege het weer en het mooie gebiedje want de rest van het eiland stelt werkelijk niets voor.
Zondag 24 september 2017
Weer: heet 30 graden, felle zon.
Rustdag en wat doe je dan? Beetje van alles en van niets. Het is te warm om iets anders te doen dan zwemmen. Het is een echte mooi-weer camping. Als het regent kun je verder helemaal niets.
Maar nu hebben we een paar mooie plaatjes kunnen maken waarvan we er 1 hierbij zetten.
’s Avonds hebben we een prima verzorgd diner in het camping-restaurant.
Maandag 25 september 2017
Weer: behalve boven in de bergen, is het rond de 28 graden met redelijk wat bewolking
We rijden de route vlg. het routeboek. Er zijn geen andere mogelijkheden te bedenken, maar dat is geen straf. Vooral de bergweg tussen Iglesias en Guspini is zeer de moeite waard. Voordat het zover is houden we een koffiestop bij een immens wit zandstrand incl. mooi wijd-zicht over de zee, deels omzoomd met rotsen. Op de bijbehorende heel grote P-plaats is het nog niet druk.
Langs de afslag van de bergweg naar Tempio dit Antas is het op een enkel punt wat drukker, maar ze laten wel voldoende ruimte om te passeren….
De bergweg loopt door een gebied waar geen huis te vinden is en dat er redelijk bebost uitziet. De afgelopen tijd hebben we soms wat verbrande stukken gezien, maar dan rijden we er ineens middendoor: kilometers zwartgeblakerd land. Sommen boom waarin hier en daar een boom die alweer wat groen aan z’n takken laat zien. Langs de weg ook een gebied met heel mooi door-aderde leisteen, terwijl het een stuk verderop alleen nog maar kalksteen is. Hier en daar pas geschilde kurk-eiken waarvan de stam fel rood gekleurd is. Na verloop van tijd wordt de stam weer donkerder en na een jaar of 10 kan de bast er dan weer vanaf gehaald worden.
Camping Spinaker in ligt aan zee, tussen de bomen. Dat ziet er heel leuk uit. Voor het eten hebben we nog wat geborreld met Cees en Mieke en hun het hoe en wat van Sicilië verteld.
km-stand 97108
Dinsdag 26 september 2017
Weer: afgelopen nacht fors onweer en dito regen. ’s Morgens weer prima behoudens de grote plassen water op de camping-paden.
Een enorme donderslag vannacht waarbij alles op en neer schudde en tegelijk het laatste geluid van het onweer. Heel vreemd.
We blijven vandaag op de camping tussen Oristano en Torre Grande en dan is er niet zo veel te vertellen van zo’n dag niksen. Even op de fiets naar Torre Grande, een plaatsje genoemd naar de grootste toren op Sardinië. Meer dan 20 m in doorsnede. Een hele grote boulevard aan een enorm uitgestrekt zandstrand, maar nauwelijks leven te bekennen. Het seizoen is blijkbaar voorbij. Op de camping staan nog redelijk wat mensen met vooral campers, maar toch gaat de camping a.s. zondag 4 oktober sluiten. Blijkbaar wordt er weinig gedaan aan de verlenging van het seizoen.
Dan ’s morgens sensatie: er komt een meisje voorbij gerennen met een zwerm wespen achter zich aan. Zij ziet geen andere uitweg dan, met natuurlijk kleren aan, in het zwembad te springen. Verschillende keren gestoken. Even later fietsen Antoon en Tosca weg en ook zij worden slachtoffer. Tosca valt van de fiets en wordt net als Antoon vele keren gestoken. De laatste houdt er een hele dikke arm en hand, stijve nekspieren en nog van alles aan over. Uitzuigpompjes komen overal vandaan om het gif er uit te zuigen, maar dat verhindert niet dat zij veel pijn moeten leiden. Anderen worden ook gestoken. Zo houdt Thea er een dik, rood en pijnlijk oor aan over.
Toby kan hier gemakkelijk uitgelaten worden. Er loopt een mooi pad rechtsreeks naar het brede strand dat helemaal via Torre Grande doorloopt tot in de jachthaven van niks enkele kilometers verderop.
Woensdag 26 september 2017
Weer: het blijft gewoon mooi, altijd rond de 28 graden met een gevoelstemperatuur die nog wat hoger ligt.
De route van vandaag gaat van Oristano naar Alghero, d.w.z. een luxe camperplek een kilometer of 7 van Alghero af.
We rijden door Torre Grande waar je nog uitzicht hebt op Tharros, een oude Romeinse nederzetting. Soms is het goed dat die Italianen hun rommel nooit opruimen… Een stukje verder passeren we Nuraghe Civas, weer een oude Nuraghische nederzetting.
Tinnura is een dorp vol mooie muurschilderingen. Nu geen maatschappijkritische schilderingen, maar ware kunstwerken met vooral afbeeldingen van het oude landleven.
Het wordt voor het verhaal een beetje saai als de route alweer over een bergachtige kustweg gaat met prachtige uitzichten, maar het is nu eenmaal geweldig mooi. Die weg wordt onderbroken door een stop in Bosa. We parkeren de auto bij een supermarkt (handig voor straks als we terugkomen) en bekijken Bosa. Heel erg leuke plaats met als meest opvallende detail dat er overal geopende 5-liter groenteblikken hangen, veelal geschilderd in felle kleurtjes en nu gevuld met bloemen en planten
Donderdag 28 september 2017
Weer: idem
We blijven vandaag staan en pakken de fiets naar Fertilia. Dat ligt enkele kilometers verderop en is het absolute voorbeeld van een mislukt project met als doel toeristen hier naartoe te halen. Het zou interessant zijn om de geschiedenis qua besluitvorming, financiering enz. eens na te pluizen. Je zou er veel van kunnen leren.
We zijn het fietsen nog niet moe en trappen door naar Porto Conte, een kleine 10 km verder. Mooie weg, langs weer een, nu hele grote, Nuraghische opgraving. Op het einde van die weg staat een groot luxe hotel waar we, samen met een paar medereizigers, lunchen. een wel heel lekkere ‘boterham’.
’s Avonds hebben we een ‘amerikaans etentje’. Dat betekent dat iedereen zijn eigen eten meebrengt en een plekje zoekt op een van de vele BBQ’s die tevoorschijn gehaald zijn, om zijn vlees te braden. Best gezellig, zelfs als er af en toe een vliegtuig op 50 meter hoogte overkomt. Het vliegveld ligt vlakbij.
Vrijdag 29 september 2017
Weer: idem
Om half elf staat de bus van de camping klaar om de hele meute in een kwartiertje naar Alghero te brengen. Eerst ruim de tijd om de stad door te lopen en dan de vele vele winkeltjes door te schuimen.
Om 15 uur vertrekt de boot naar de grotten van Nettuno. Ondanks dat we al veel grotten gezien hebben maken deze toch wel veel indruk. Ontdekt zijn ze in de 14e eeuw door vissers. Toen brachten robben hier hun jongen ter wereld. Later werden de grotten een ‘speeltje’ voor de rijken en nu lopen er dagelijks honderden toeristen doorheen. Je kunt er ook te voet komen, maar dat betekent een trap van 600 treden af- en later ook weer oplopen, omdat de ingang op zeeniveau ligt onder een grote hoogte rotsen.
Zaterdag 30 september 2017
Weer: idem, ‘gewoon’ 28-30 graden met een blauwe lucht.
De route van vandaag gaat langs de noord-westelijke kust van Sardinië via Castelsardo en eindigt dicht bij Santa Theresa, waar we enige tijd geleden met de boot aangekomen zijn. Het is iedere keer weer verrassend hoeveel verschillende landschappen je hier door rijdt. Het aantal foto’s dat we gemaakt hebben is dan ook fors en we kunnen jammer genoeg maar een heel klein gedeelte hier in het verhaal zetten.
Castelsardo is een dorp dat zo te zien alleen van het toerisme leeft. Maar de belangrijkste bezienswaardigheden zijn in het ommuurde bovendeel van het dorp. En dat is duidelijk te ver, ook voor alle anderen van de groep. We doen het met een paar mooie foto’s:
Op het einde van de middag arriveren we op de hele grote camping. Mogen blijven we hier en gaan dan eens kijken hoe het hier allemaal in elkaar zit. Het afscheidsdiner begint pas tegen 19 uur, dus tijd zat.
km-stand 97421
Zondag 1 oktober 2017
Weer: miezerig, soms wat druppels, 21-22 graden.
Een vrije dag vandaag, maar geen weer om in zee te duiken. We zijn qua temperatuur natuurlijk zeer verwend, dus is het vandaag heel koel. ’s Morgens zitten we een aantal reizigers te kijken naar de F1 van Maleisië en eindelijk…. Max heeft geen pech en wint prompt.
Luid gejuich over de camping.
’s Middags een kort fietstochtje naar het nabijgelegen dorp, dat eigenlijk die naam niet verdiend. Er staan veel woningen, er is een boulevard en verder geen mensen en geen winkels.
Dan valt de avond en begint het afscheidsdiner. Terechte complimenten aan de reisleiding, een sketch voor 2 heren, een eigengemaakt liedje en cadeautjes. Aan het eind ook nog complimenten aan de kok, ook terecht. Een geslaagde avond.
Maandag 2 oktober 2017
Weer: het wordt weer beter. In de loopvan de morgen schijnt weer de zon en de temperatuur is bijna weer als vanouds: rond de 25.
Om half elf vindt de laatste briefing plaats van de reis. Tijd voor de leiding om de groep te bedanken, ook terecht want de groep was voorbeeldig. Iedereen praatte met iedereen, geen kliekvorming en geen verkeerd woord. Iedereen heeft veel plezier beleefd aan deze reis. Iedereen krijgt een cadeautje, de beste foto in de fotowedstrijd van Jan en Jacqueline wordt geprezen e er zijn koekjes bij de koffie. Klinkt saai of oubollig, maar het was een leuk en waardig afscheid. Uiterlijk moet iedereen om 16 uur van de camping zijn en tot die tijd wordt opgeruimd en geluierd.
Golfo Aranci is via verschillende routes te bereiken. Een daarvan gaat door de bergen en dan via Porto Cervo. Dat dorp is van de jetset: dure hotels en winkels en protserige jachten. Als je de dorpsgrens bereikt, ruikt het naar geld en het is aan alles te zien hier. Het gras is overal groen, er is onderhoud gepleegd, er staan geen huizen leeg of zijn niet onderhouden. Zelfs de wegen zijn prima.
Dan rijden we door naar de haven en het lange wachten begint. We zijn er tegen 18 uur en rijden uiteindelijk kort voor 21 uur de boot op. Het is geen roll-on, roll-off boot, dus iedereen moet in de boot draaien. Vrachtwagens en bussen moeten achteruit naar binnen, net zoals de laatste campers waarvoor binnen te weinig draairuimte is.
We eten nog wat en gaan niet te laat naar bed, want…..:
Dinsdag 3 oktober 2017
….. Om 5 u 25 klinkt in de hut de vriendelijke maar luide stem van de chef wake-up calls. Wakker worden op z’n Italiaans, want over een uur moet je in de camper zitten om er uit te rijden. Dat gaat vervolgens best snel en dus rijden we nog vóór 7 uur door Livorno. De dag probeert te beginnen, maar heeft daar wat moeite mee. Het is bewolkt en soms vallen wat druppeltjes.
Het levert wel mooie beelden op.
We komen langs met marmergebied van Italië: Carrara. Langs de weg dozijnen marmerverwerkende fabrieken. Het zijn er zo veel dat het niet anders kan zijn dan dat over enig tijd Italië helemaal plat is: alle bergen afgegraven.
De route die we willen rijden gaat via het Iseo meer naar boven. eerst een stuk autobaan langs de kust, dam via de SS62 door de bergen naar de Povlakte en dan weer via de autobaan naar Iseo. Maar bij Brescia verrijden we ons ergens en komen op een wit weggetje terecht, dat het niet tot op de kaart gehaald heeft. Draaien, draaien, draaien. op zich niet verkeerd, maar Toby is het gedraai zat en is bijna niet meer stil te krijgen. Bovendien kost het veel tijd.
We komen weer op de goede weg terecht. Op de Passo de Cisa, waar de hoogte (1041m) omgekeerd evenredig met de temperatuur (11gr) is, is ook het uitzicht bijna helemaal weg. We zitten gedeeltelijk boven en in de wolken, wat ook weer sfeervolle plaatjes oplevert. Hier is de herfst al volop begonnen.
Wat gezegd moet worden: de SS62 is een goede uitzondering op de Italiaanse wegkwaliteit. Heel prettig om te rijden.
Als we weer op de autobaan zitten en stoppen is het weer genieten voor Toby: op de Italiaanse parkeerplaatsen ligt zoveel rotzooi dat het wel erg gek moet gaan wil er niet iets eetbaars te vinden zijn. Het ruikt voor hem sowieso als in de hemel.
Dan bereiken we het Iseo-meer, dat zich probeert te verbergen in geheimzinnige nevels. Soms lukt het, soms wat minder. Foto’s maken gaat echter niet, daarvoor is het te grijs. Misschien morgenvroeg als we van onze camperplek uit weer verder rijden.
Woensdag 4 oktober 2017
Weer: het ziet er goed uit, zonnetje en wat wolkjes. Temperatuur varieert van 9 tot ongeveer 20 graden
We stonden helemaal alleen op de camperplek, hebben zelfs eigenhandig de afsluitboom open moeten maken. Maar de stroomaansluiting werkte. Betalen was wel een probleem: je moet een of ander telefoonnummer bellen en dan…??? We hebben gratis gestaan dus. Bij het wakker worden werd er rondom gejaagd. Je hoorde stemmen, honden en knallen en misschien zelfs de roep van een hert, maar dat kan ook een koe geweest zijn.
Gisteren zijn we midden door het dorp naar boven gereden naar de camperplek. Daar waren zo’n enge passages dat de spiegels links en recht net niet de muren van de huizen raakten. Naar beneden volgen we slaafs de routeplanner en rijden enkele kilometers om. De beloning is toch overal wat meer ruimte.
De route van vandaag gaat langs het Iseo-meer dat toch wel erg groot blijkt te zijn. Het Idro-meer is daarmee vergeleken een klein plasje. Door een heleboel tunnels naar boven rijden via Pisogne, Edolo en dan over de Passo Aprico. Daarvan kun je je afvragen waarom die weg als rood op de kaart staat, terwijl smal wit meer dan voldoende zou zijn. Na Bormio en net voor de grens met Zwitserland buigen we naar rechts af om over de Passo Stelvio naar Oostenrijk te gaan. Dat is toch wel de mooiste pas überhaupt met een kleine 90 haarspeldbochten uit het boekje. De meeste waren nét zonder terugzetten te halen. Inhalen is onmogelijk, passeren alleen met medewerking van de tegenligger. Bovenop lopen we nog even rond en moeten de korte broek en de sandalen er voor de eerste keer sinds de vertrekdag aan geloven: het is hier qua gevoelstemperatuur een kleine 30 graden kouder dan we de laatste tijd gewend zijn.
Dan komen we in Süd-Tirol terecht en de omgeving is daar ook anders. Alles is beter onderhouden en ziet er verzorgder uit.
Als we een heel stuk naar beneden zijn zien we ineens een wel heel vreemd gebeuren: allerhande kunstwerken, van hout, steen, metaal en wel of niet beschilderd. Freischaffender Künstler Kuttner Lorenz exposeert in zijn Freilichtmuseum. Hij is schrijver (al 9 -mooie- boeken), maakt van rivierstenen en marmer kunstwerken (een daarvan hebben we gekocht) en maakt sculpturen, totempalen, schilderijen, sieraden en kunstdrukken. Alsof dat nog niet genoeg is kun je ook nog zijn eigengemaakte jam of fruit kopen. Voor één euro entree kun je alles bekijken en foto’s maken. Zijn niet te stoppen verhalen krijg je er gratis bij.
We slaan linksaf naar de Resiapas en eindelijk zijn we van de slechte wegen in de rest van Italië verlost. Je vraagt je werkelijk af hoe het mogelijk is om zulke wegen te maken, terwijl hier in het ‘hoge’ noorden alles er zo prima bij ligt. Men is in staat om zelfs in tunnels de wegen hobbelig te maken zodat de pannen in de kast rammelen. Enige uitzondering zijn (meestal) de autobanen, ofschoon je ook daar moet letten op onverwachte gaten.
Op de Resiapas staat de kerktoren nog steeds gewoon in het water. Eigenlijk moeten we zeggen ‘weer in het water’. Toen we de vorige keer hier waren werd de toren net gerestaureerd en kon je zien dat er maar een klein laagje water rond de toren staat, terwijl het lijkt alsof hij midden in het meer staat en de kerk er nog aan zit.
Aan de grens controle. Op de vraag van de Polizei of wij twee alleen waren hebben we eenstemmig geantwoord ‘und den Hund’. Toen mochten we doorrijden om enkele kilometers verder in Pfunds te gaan overnachten. Vanaf hier is het rond de 840 km naar huis, dus zal het wel vrijdag worden voordat we daar zijn.
km-stand 98088
Donderdag 5 oktober 2017
Weer: is eigenlijk het enige dat vandaag gebeurd is.
Vanmorgen schijnt de zon in Pfunds. We rijden via Prutz (vroeger bij de fam. Mark geweest) en Landeck naar de Fernpass. Dat voelt al bijna aan als thuis, maar het zijn toch nog zo’n 750 km of zoiets. Het waait ontzettend hard, op de autobaan krijgen we flinke klappen. Op de AB is het tot Ulm nogal rustig en dan begint de drukte. Vooral veroorzaakt door Baustellen.
Het zonnetje houdt het vol tot een uur of vier, terwijl we al die tijd in de verte donkere wolken zien hangen. Dan duurt het nog een uur voordat het echt begint. Het is de hele dag 19 graden geweest en nu valt de temperatuur terug naar 12.
De storm is zo hevig dat in Noord-Duitsland geen enkel vliegverkeer meer mogelijk is. Wij gaan van de AB af en sturen een camperplek in Bruchsal aan. Vlak bij een complex volkstuintjes waarop een klein restaurantje blijkt te liggen. Gewoon en gewoon lekker voor weinig geld.
Verder nog iets? Nee, eigenlijk niet. Hopelijk morgen minder files dan zijn we op een redelijke tijd morgenmiddag thuis.
Nog een paar foto’s uit Oostenrijk om de stemming nog een beetje vast te houden.
km-stand 98486
Vrijdag 6 oktober 2017
Weer: puin. Het is koud als we opstaan, als we rijden en als we thuis zijn. Bovendien hebben we onderweg diverse plensbuien gehad.
Einde km-stand: 98845, daarmee is de totale reisafstand 4505 km.
En daarmee is het verhaal ook ten einde.
We zijn rond half drie thuis zonder problemen en alleen wat kleinere files. Anderhalf uur later is alles uitgepakt en opgeruimd en de constatering dat de constatering vroeger als we thuis kwamen ‘geen files gezien onderweg’, tegenwoordig zeker niet meer geldt. Maar och, we doen het ermee want uiteindelijk is wat oponthoud te verwaarlozen bij een reis van bijna 6 weken.
Rest de constatering dat we een geweldige reis gemaakt hebben. Met dank aan de reisleiding, maar zeker ook aan de hele groep. Er is geen verkeerd woord gevallen, iedereen kon het met iedereen goed vinden en iedereen heeft genoten.
Ter herinnering hieronder nog even het smoelenboek.
27 april 2018.
Epiloog: de reünie.
Eindelijk is het dan zover. Na maanden voorbereiden door Willem en Ari-An, Pieter en Astrid en Els en André (in willekeurige volgorde), stond de koffie klaar in een van de schuren van de boerderij van Willem toen we stuk voor stuk arriveerden. Theo en Tineke, Cees en Mieke, Annie en Wil en Jannie en Jo ontbraken helaas. Jaap en Mariet konden pas op zaterdag aansluiten.
Het werd voor alle aanwezigen een erg prettig weerzien, alsof er niet al een hele tijd verstreken was sinds het einde van de reis.
Op vrijdagmiddag arriveerde de ene na de andere camper. Gelijk de stoelen onder de arm mee, zodat de kring voor de schuur steeds groter werd. Het zonnetje sloot ook aan, alsof we het verdiend hadden.
Ari-An had gezorgd voor voldoende koffie en daarna had iedereen wel z’n eigen drankje bij de hand. Het programma werd doorgenomen en natuurlijk bijgepraat over welke reizen intussen gemaakt waren of binnenkort gemaakt gingen worden.
Op zaterdag werden we in 2 groepen ingedeeld. De eerste ging aan de slag met Els die een schildercursus gaf, de tweede stapte onder leiding van Willem op de fiets naar kasteel Heeswijk. ’s Middags werden de groepen gewisseld.
Uit de schildercursus kwamen prachtige kunstwerken. De meeste deelnemers waren verrast door hun eigen kunnen. Natuurlijk hebben we hier alleen de 2 mooiste op kunnen nemen….
De fietstocht ging door het mooie Brabantse land en leidde naar een heel erg verrassend kasteel. In het kasteel werden we rondgeleid door zeer deskundige gidsen zodat we nu de geschiedenis kennen en veel waardering gekregen hebben voor de ongeveer 100 vrijwilligers die het geheel in stand houden.
De BBQ op zaterdagavond maakte de dag perfect af.
Zondagmorgen haakte de zon af en had Pluvius de overhand. Na een gezamenlijke kop koffie vond iedereen het tijd om afscheid te nemen, terugkijkend op een zeer geslaagde reis en een evenzo zeer geslaagd reünie-weekend. De WhatsApp groep druppelt nog wat berichtjes na, waarschijnlijk omdat iedereen toch nog wat heimwee heeft naar vervlogen mooie tijden.
Wie weet, zien we elkaar wel weer eens bij een volgende reis. Tot ziens iedereen!