Snelmenu:
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Vrijdag 11 augustus 2016
Het is koud en vanmorgen ging het nog wel een beetje, maar vanmiddag is het een en al regen. Goed weer om alvast het grootste deel van de vakantieboodschappen te doen.
Komende zondag vertrekken we naar de Eifel….? Denemarken toch? Hoe dat zit in het volgende stuk van dit verhaal. Eerst zaterdag nog de BBQ van de kookclub, ook belangrijk!
Zondag 14 augustus 2016, dag 1.
Km-stand bij vertrek: 83575
Het is prachtig weer: de zon staat lekker te schijnen en het is een graadje of 20.
Vroeg vertrekken lukt niet na de BBQ van de kookclub van gisteren. Maar och, we hebben een reis van een dikke anderhalf uur voor de boeg naar Hellenthal in de Eiffel. Na een boterham onderweg arriveren we om half twee op de camping waar Tessa en Hanna en de kinderen Fee en Liv al een dikke week op de camping staan. Als we aan komen rijden zijn de gezichten van de kleinkinderen goud waard: dat is nog eens een verrassing!
Oorspronkelijk was het idee om maandagmorgen dan richting Denemarken te gaan, maar intussen hadden we al besloten om daar dinsdagmorgen van te maken. Als we er net zijn komt Cor, die ook vakantie heeft, er aan gelopen. Even een dagje uit en zo ver is Hellenthal immers niet.
Zo werd het een gezellige dag die eindigde met een lekkere barbecue. Kinderen veel te laat naar bed, maar alla, het is vakantie.
Maandag 15 augustus 2016, dag 2.
Het is alweer prachtig weer. Mooie dag om naar het Wildfreigehege te gaan aan de andere kant van Hellenthal. De kinderen amuseren zich heel erg goed met het kijken naar de dieren, de roofvogelshow en de speeltuin. Jammer dat het treintje op maandag om 14 uur de laatste keer rijdt: we zien het vertrekken maar wisten dat toen nog niet. Veel lopen dus.
Daarom het is niet gek dat ze ’s avonds zo moe zijn dat zelfs slapen te veel is. Zeker na het eten in het restaurant. De kinderen zijn als eerste weer buiten aan het spelen totdat Fee eraan komt met kapotte knieën, voor de tweede keer binnen een paar dagen op dezelfde plek gewond.
We besluiten om er nog maar een dag aan vast te knopen hier en pas woensdag te vertrekken. Het is zeer relaxed en ook heel mooi hier in de Eiffel. Overigens is de voertaal hier Nederlands voor zowel het beheer als de gasten. Wat me morgen gaan doen zien we wel, in ieder geval de rest van de BBQ opeten.
Dinsdag 16 augustus 2016, dag 3.
Alweer de hele dag zon.
Na het ontbijt is dat als het ware een uitnodiging om een stukje te gaan fietsen. Daarna misschien vanmiddag nog naar de rodelbaan. Maar bij nader inzien is het beter voor de kinderen na een dag zoals gisteren met veel indrukken en vermoeienissen om maar op de camping te blijven en ze rustig te laten spelen.
Dus breiden wij de fietstocht uit met een aantal kilometers -vooral bergop-, koffie onderweg en later een ijscoupe. Mooie Eifel, maar de heuvels/bergen zijn mooier om naar te kijken dan ze te beklimmen, zelfs met een fiets met ondersteuning.
Als we terug zijn nemen Tessa en Hanna de fietsen nog mee en maken een toertje naar Schleiden. Als opa en oma toch hier zijn en met de kinderen spelen……
Tegen de avond, als we klaar zijn met onze barbecue, wordt er door de camping een speurtocht voor alle kinderen georganiseerd. Daarbij moeten ze een stuk of 10 dierengeluiden zoeken, verspreid over de camping. Opa speelt de hond en na afloop kon ik niet meer anoniem rond lopen op de camping: kleine vingertjes wijzen ‘jij was de hond!’. En zo was het.
De kinderen liggen op tijd in bed, wij kletsen nog wat na en morgen gaat het echt richting Denemarken.
Woensdag 17 augustus 2016, dag 4.
De zon schijnt weer de hele dag en maakt er een temperatuur van rond 25 graden van.
De dag van het afscheid in Hellenthal. We hebben een paar heel leuke dagen gehad. De kinderen blijven deze week nog en gaan maandag naar huis. Na de koffie en de nodige knuffels vertrekken we naar het noorden.
In Keulen rijden we tegen een probleem: grote borden met de mededeling dat er radarcontrole plaatsvindt op gewicht omdat de brug gesloten is voor >3500 kg. We nemen het risico maar niet en pakken de omleiding.
Kort na vijf uur landen we op een mooie camperplek in Wildeshausen, niet ver voor Bremen. Kosten: 5 euro incl. stroom! Geen wonder dat er geen plek meer vrij was.
Km-stand: 84096
Donderdag 18 augustus 2016, dag 5.
Het is hetzelfde weer als gisteren…….
We beginnen de dag met een wandeling naar het centrum van Wildeshausen waar we midden in de weekmarkt terecht komen. Nauwelijks 50 meter daarvandaan ligt de kerk met rondom een tuin met grote bomen, omzoomd met oude gebouwen. Een oase van rust, onwerkelijk.
De tocht gaat verder en we kruisen het Nord Ostsee Kanal via een brug met een vrije doorvaarhoogte van 42 meter, middenin dit vlakke land. Om het zand voor de enorme oprijbergen te winnen is vlakbij een groot gat gegraven, nu beschermd natuurgebied.
Duits Noord-Friesland, waar we nu doorheen rijden, grenst aan de waddenzee die intussen door de Unesco tot werelderfgoed verklaard is, zowel het Nederlandse als het Duitse en Deense deel. Maar het land zelf staat op vele plekken bezaaid met die gigantische windmolens. Zoveel hebben we er nog nooit gezien: het moeten er in dit deel van het land in totaal duizenden zijn, gegroepeerd in bossen van tientallen.
Onze laatste overnachtingsplaats in Duitsland is Niebüll. Een camperplek die heel erg in trek is blijkbaar en dus bomvol is. ’s Avonds staan er ergens tussen de 40 en 50 campers. Maar wat wil je ook: het ligt vlakbij het centrum, is heel rustig, kost maar 5 euro en voor 2KWh betaal je 1 euro. Jammer dat er toch weer iemand de luifel uitdraait en uitgebreid daaronder alles uitstalt alsof het een camping is.
Vrijdag 19 augustus 2016, dag 6.
Nog steeds hetzelfde weer…..
Ook Niebüll willen we gezien hebben voordat we gaan rijden. Naar het centrum is maar ’n paar honderd meter. Hoe komt dat toch dat veel van deze kleine stadjes prima in staat zijn om het er allemaal gezellig te laten uit zien? De ‘vloerbedekking’ incl. de groenvoorziening? De gevels van de winkels / woningen met een niet-nieuwe uitstraling? De indeling van de ruimte? Of zijn het de mensen? We worden aangesproken door een meneer met een fototoestel die vraagt of hij een foto van ons mag maken omdat wij de juiste afstand tussen Toby en de 2 blindengeleidehonden aanhielden, ‘vorbildlich!’. Natuurlijk werken we mee en dus staan we vandaag of morgen in een of ander blad of op een site.
Na luttele kilometers rijden we Denemarken in, eindelijk. Aan de grens is een stevige controle aan de gang, maar wij mogen gewoon doorrijden. Waarschijnlijk zien we er redelijk betrouwbaar uit en bovendien hebben we ook niemand in de doucheruimte meegesmokkeld.
De eerste plaats waar we aankomen is Tønder. Gemakkelijk parkeren achter de watertoren / kunstmuseum, naast het terrein waar al alles opgebouwd wordt voor het muziekfestival eind augustus. Ook in Tønder is markt en ook daar ligt een beetje terug van de winkelstraat een simpele kerk. Tenminste van buiten want binnen is het wow: het gebouw zelf is eenvoudig, maar het interieur is prachtig. We lopen de stad in, scoren een shirt en een paar schoenen en rijden verder zonder fototoestel. Dus rijden we maar terug om dat in de schoenenwinkel op te halen.
De volgende stop is Møgeltønder. Aan het begin van het dorp ligt het kasteel van de kroonprins van Denemarken en even verderop begint wat men ‘een van de, misschien wel de mooiste dorpsstraat van Denemarken’ noemt. Nadat we die straat doorgelopen zijn is de conclusie: zou goed kunnen….. De kerk die een beetje opzij van het einde van de straat ligt is weer van de categorie ‘wow’. Wat een prachtig interieur, zowel het meubilair als de schilderingen.
Na een ijsje besluiten we niet ter plekke te blijven staan voor de overnachting. Via Højer waar de grootste windmolen van Denemarken (Hollands model!) staat, rijden we naar de camperplek bij ‘Tingdal plantage’. Nadat we enkele kilometers door een bijna leeg land gereden hebben wordt de straat een onverharde weg. Na weer een paar kilometer moeten we rechtsaf een bospad in, 700 meter volgen en dan zijn we er. Waarschijnlijk de meest afgelegen plek van Denemarken
Zaterdag 20 augustus 2016, dag 7.
Behalve het geluid van de regen ’s nachts horen we helemaal niets. Tot…. ’s morgens om kwart voor zeven als een of andere grapjas met een cross-motor of -auto komt kijken en vooral laten horen dat hij/zij er is. Maar dat is dan ook het enige wat er daar gebeurde. De hemel zit dicht en af en toe miezelt het een beetje. ’s Middags schijnt de zon weer volop.
De eerste stop van vandaag is een kilometer of vier-vijf verderop bij Hjerpsted, een parkeerplaats aan de kust met een prachtig uitzicht over de Waddenzee bij eb. Weer een paar kilometer verder ligt de Trøjbergruin, mooi verzorgd zoals alles eigenlijk hier. Kerkhoven die we al een paar gezien hebben, zijn schitterend. Je gaat er met plezier liggen.
Op naar het eiland Rømø. Eerst naar het Kommandogard, nationaal museum over het ontstaan en het leven van de mensen op dit eiland. Dat eiland dat steeds groter wordt door de afzettingen van de zee.
We rijden van het ene einde van het eiland naar het andere. We komen bij het grootste strand dat we ooit gezien hebben: kilometers lang en breed waar je met auto en camper gewoon op kunt rijden en blijven staan. Keiharde ondergrond meestal, dus wel blijven opletten dat je niet in een zacht stuk blijft hangen.
Een stukje verderop het Rømø Kirkely waar we jammer genoeg niet in konden omdat er een trouwerij aan de gang was. Terug op het vasteland stoppen we nog bij het Hjemsted Oldtidspark. Het ‘oude tijd park’ dus, inclusief een heel groot ondergronds museum. Mooi gedaan allemaal.
’s Avonds staan we op een camperplaats bij de boer. Vriendelijke mensen, idem hond en veel koeien en wat paarden. Een Belgisch stel als buren.
Km-stand 84595 – 1020 km gereisd.
Zondag 21 augustus 2016, dag 8.
Weersvoorspellingen zijn bewolkt, ongeveer 20 graden met opklaringen en af en toe een bui. En dat klopt.
Na het zondagse ontbijt, niet al te vroeg, besluiten we om vandaag nog hier te blijven staan, op de gok dat het voldoende droog blijft om naar Ribe te fietsen, een kilometer of 7-8 met een flinke wind. Die komen we overigens pas op de terugweg tegen……
Ribe blijkt niet alleen de oudste stad van Denemarken te zijn, maar is ook een leuk stadje met een mooie dom. In die dom zijn achter het altaar een aantal moderne schilderingen gemaakt waarover nogal wat gekrakeel geweest is: ‘zo’n modern werk hoort niet in een oude dom’. Of dat zo is moet iedereen zelf maar beoordelen. We bezoeken ook het oude raadhuis dat zoals ieder raadhuis toch altijd iets van verbondenheid oproept. Hier hebben gedurende 600 jaar mensen het bestuur van de stad gevormd.
In de glaswinkel bij de dom van de kunstenares zelf zijn prachtige dingen te koop, echt Deens design. Dat ademt het land overigens ook uit: heel veel dingen die je in de winkels ziet zijn onmiskenbaar Deens. Wij kopen een glazen vogeltje voor onze verzameling die intussen begint te groeien.
Als we een beetje alles gezien hebben willen we gaan eten bij de Saelhund, een restaurant dat in meerdere boeken tevoorschijn komt als prima. Maar, het toeval wil dat daar vandaag zelfs 2 party’s plaatsvinden en de keuken pas om 8 uur open gaat voor klanten. Dat duurt te lang en we zoeken verder en vinden wat later een heel leuk restaurant dat beweert het oudste van Denemarken te zijn. We vragen of we nog Platte nr 1 kunnen krijgen, waarna de mevrouw even een ander kamer in duikt en zegt ‘dat kan, maar ik heb nog maar 1 uur 1 tafel vrij’. Voor ons geen bezwaar en we genieten even later van een heel bijzondere maaltijd: brood met boter en kaantjesvet, gemarineerde haring en warme (duitse) frikadellen, zure…. enfin lees zelf maar op het menu. In de tijd dat we er zitten worden zeker 20 mensen weggestuurd en horen we van die mevrouw dat alles gereserveerd is en dat je dat minstens 1 maand vantevoren moet doen om überhaupt een plek te krijgen. Dat was dus nog eens geluk hebben.
We fietsen terug naar ons mobile home, zetten de fietsen terug in de camper en prompt begint het te plenzen. Dat was dus nòg eens geluk hebben. Na de bui water tanken en daarna weer een forse bui. Vervolgens buiten het blog bijwerken omdat alleen in de tuin ontvangst is en daarna prompt weer enz.
Vanavond lekker douchen en dan Tatort op de tv bij een goede kop koffie, met koekje! Een mooie dag was het.
Maandag 22 augustus 2016, dag 9.
Volgens de voorspellingen krijgen we vandaag regen vanuit het zuidoosten, wegtrekkend naar het noord-westen. En dat klopt alweer: de hele dag zwaar bewolkt, om 17 uur regen, om 21 uur droog. Vandaag 20 graden en een héél stevige wind, vooral aan de kust.
Vandaag is de dag dat Tessa, Hanna, Fee en Liv weer naar huis gaan. Voor hun is de vakantie afgelopen, hopelijk alles goed gegaan en blijven de goede herinneringen. Voor ons was het erg leuk om daar te zijn, misschien kunnen we dat nog eens herhalen.
Na het afrekenen van 2 dagen all-in (incl. stroom, water, WiFi: totaal DKK 140) gaan wij nu verder Denemarken in, noordwaarts. Voor het goede begrip: DKK delen door 8 = Euro. Dus DKK 140 : 8 is euro 17,50. Goedkoper krijgen we het nooit meer!
Wat hierboven staat van vandaag is ’s morgens geschreven. En dan horen we ’s middags dat Fee gisteren behoorlijk gevallen is met haar fiets met als gevolg een bezoek aan het ziekenhuis: een tand kwijt, een paar bulten en schaafwonden erbij en in de gaten houden of de pijn in de hand weg gaat, anders alsnog foto’s maken. Gelukkig hebben ze in het ziekenhuis gezegd dat alles weer goed komt.
Wij volgen de route van het womo-boekje weer: eerst naar Esbjerg waar we de camperplek zoeken voor een bezoek aan de stad. Dan blijken de coördinaten daarvan niet te kloppen en parkeren we maar ‘gewoon’, 100 meter van het centrum, met een parkeerschijf! Onder de schaduw van de watertoren en voor het kunstmuseum. Dat laatste is ontworpen door dezelfde architect als het wereldberoemde Sydney Opera House. Wij hebben de indruk dat men er in Australië iets meer geld in gestoken heeft als hier….
In het centrum van Esbjerg ligt de langste voetgangerszone van Jutland, maar verder is de stad niet echt iets dat je niet wilt missen. Behalve dan misschien het ontzettend grote havencomplex, kilometers groot, waar je behalve het oudste bewaarde houten lichtschip ook een compleet booreiland kunt zien staan. Op een andere plek lagen tientallen gedemonteerde nieuwe windmolens. Als we in de richting van Hjerting rijden komen we langs een gigantisch kunstwerk ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van Esbjerg in de huidige vorm, denken we. Toelichting was er alleen in het Deens en daar zeggen we later nog wel wat over. Over dat Deens dan.
Van Hjerting rijden we naar Varde en komen in een mooi gebied terecht met een ander landschap, een soort kruising tussen duinen en heide. In Varde draaien we naar Oksbøl waar we naar het barnsteenmuseum willen. Maar, we hadden het intussen kunnen weten: op maandag gesloten. Dus gaan we verder naar de Aal Kirke, de moeite waard vanwege de muurschilderingen en de preekstoel. Ook hier weer een prachtig verzorgd kerkhof rondom de kerk.
Verder naar Blåvand en Blåvands Huk. In Huk ligt een grote vuurtoren op de meest westelijke plek van het vasteland van Denemarken. De hele omgeving waar in de duinen grote huizen met allemaal strooien daken liggen, met het brede zandstrand en de aanrollende golven van de zee en hier en daar nog overblijfselen van de Atlantikwall, is indrukwekkend om te zien.
In de buurt ligt ook de Tirpitzstellung, een groot bunkercomplex met museum. Maar het is nog steeds maandag dus meer dan buitenom kijken kunnen we niet. Ze zijn er wel fors aan het bouwen aan wat een nieuw ondergronds museum lijkt te worden.
De camperplek die we uitgezocht hadden bevalt ons niet en dus zoeken we het verderop richting Nørre Nebel. En vinden we, gewoon langs de weg, een leuke boerderijcamping voor DKK 100, maar dan wel exkl. stroom..
We hebben gebeld met de kinderen: het gaat naar omstandigheden goed met Fee. Ze wilde zelfs vandaag al weer fietsen. Toch morgen even afwachten of er met de hand niets ernstigs is. De tand die ze kwijt is, groeit na: het was gelukkig maar een melktand.
Km-stand 84757
Dinsdag 23 augustus 2016, dag 10.
Geen weersvoorspellingen gezien dus hierbij wat we ondervonden hebben: rond 18-19 graden, bewolkt en later op de dag komt de zon voorzichtig kijken.
We zaten intussen pas op 1/3 van Denemarken. Als dat zo door zou gaan, komen we pas ergens in de loop van oktober thuis. Ofschoon we iedere reis weer zeggen dat je niet alles kunt zien, proberen we het toch nog teveel, tegen beter weten in blijkt maar weer. Maar vandaag ging het wat vlugger gaan omdat de dingen die de moeite waard zijn wat dunner gezaaid zijn. Het womo-boekje stopt op heel veel strandplekken, maar daar hebben wij niet zoveel interesse in, ook al omdat het te koud is om te zwemmen.
Kort na vertrek komen we in Nymindegab, liggend midden in het mooie duinlandschap.. Daar blijven we vandaag ongeveer de hele dag in rijden. Opvallend is dat verreweg het grootste gedeelte van de duinen bebouwd is met merendeels vakantiehuisjes en -huizen. Meestal zie je daar alleen de daken van omdat ze allemaal laag zijn en tussen de heuveltjes van de duinen verscholen liggen. De meeste auto’s die je hier ziet rijden hebben een D-kenteken en de voertaal is ook Duits lijkt het wel.
Weer een stukje verder in de duinen ligt langs de weg Alines Gaard, een museumboerderij en oud-woonhuis van de strandvoogd. Het interieur is nog erg origineel, incl. de allereerste telefooncentrale van de buurt die er was. Echt een heel leuk museum en zeker de moeite waard. De naam boven de schuurdeur ‘Elisabeth Rickmers’ is een stuk wrakhout van het gelijknamige schip dat hier ooit verging.
Op een paar plaatsen langs de kust loopt een hele smalle strook land tussen zee en binnenzee. In het midden ligt dan de passage en natuurlijk een dorp erbij. In dit geval Hvide Sande, alwaar we een viscafetaria van binnen bekijken en zorgen voor een gedeelte van hun omzet van vandaag.
Op de kop van die strook land of dijk c.q. duinenrij zo je wil, ligt om de hoek Ringkøbing aan die binnenzee die Ringkøbing Fjord heet. Leuk stadje met een aantal opvallende beelden in de straten. Allemaal voorstellend daklozen die op straat leven en één beeld met ’n vette knipoog: ‘survival of the fattest’.
Via de (zoetwater) Stadil Fjord (we moeten de definitie van fjord gaan bijstellen geloof ik) gaan we naar Vedersø, naar een camperplek. Maar het enige dat we daar goed vinden is het plaatselijke kerkje, een typische kerk voor deze omgeving in Denemarken. Doorrijden dus naar een andere acceptabele plek en die vinden we in de haven van Thorsminde, weer zo’n dorp in het midden van een lange duinenrij tussen zee en binnenmeer.
Je moet betalen tussen 21 en 6 uur en de 75 DKK-penningen werden door een mevrouw opgehaald. Waarom we hier helemaal alleen staan is ons niet duidelijk: de prijs is goed, de ruimte ook. Misschien omdat er verder niets bij is? Ook het strandings-museum is helaas dicht wegens nieuwbouw. Dat hebben we al meer gezien: musea die nieuw bouwen of sterk uitbreiden.
Met Fee gaat het weer goed, de bulten worden minder en de verwondingen vallen daarbij ook en beetje mee. Gelukkig.
Km-stand 84882
Woensdag 24 augustus 2016, dag 11
De dag dat thuis de hittegolf begint: tot 34 graden en tot en met zaterdag, pas zondag wordt het minder. Goed voor de drankomzet op de parkfeesten? Wij merken het hier ook al: in de loop van de dag wordt het kraakblauw en de temperatuur loopt op tot boven de 25 graden.
We vervolgen de route en komen als eerste bij de Bovbjerg Fyr, een helmaal rood geschilderde vuurtoren met daarvoor een grafheuvel uit de bronstijd. Je mag de toren in klimmen en dat kost DKK 20, maar niemand die de kaartjes verkoopt. Er wordt gewoon verwacht dat je dat bedrag in ’n soort offerblok stort. Ergens gelezen dat de Denen heel eerlijke mensen zijn en dat natuurlijk ook van anderen verwachten.
Er staan 10 Italiaanse campers geparkeerd en voor even is de voertaal Italiaans. Anders is het, naast het Deens, zoals eerder gezegd, vooral Duits. Die Duitsers hebben weliswaar de oorlog verloren, maar zijn nu toch aan het winnen: wie niet sterk is moet slim zijn!
Het grindpad waar we al enkele kilometers op zitten, gaat verder naar het volgende dorp waar het museum van Jens Søndergård (spreek uit: seundergaord) is gevestigd in zijn vroegere zomerhuis. Een van Denemarkens belangrijkste kunstenaars wiens werk we wel willen zien.
Het volgende doel is Lemvig, gelegen aan de kop van een baai die weer onderdeel is van Nissum Bredning, een enorm groot binnenmeer ook weer net achter de Noordzee-kust. We parkeren op een camperplek bij de haven met een schitterend uitzicht. Dan pakken we de fietsen, Toby achterop, en gaan op weg op de planeten-route die weer onderdel is van de panorama-route. De planeten-route heet zo, omdat daar op schaal de planeten uitgezet zijn en ja dus als het ware door het heelal kunt fietsen waarbij 1 cm afgelegde weg hetzelfde is als 1 miljoen kilometers in het heelal (schaal 1:1.000.000.000). Als we bij Jupiter zijn, hebben we dus al 780 miljoen kilometer gefietst. uiteindelijk draaien we ons om bij Neptunus die 7 keer verder ligt, rond 5,5 miljard kilometer dus. Dat gaat je wel in de benen zitten, vooral omdat we natuurlijk in dit vlakke Denemarken precies gaan fietsen waar de heuvels liggen met flinke stijgingen. Gelukkig komen we onderweg langs een heel klein, schattig boerderijmuseum. De hobby van een oude mevrouw die daar buiten staat en als we stoppen ons naar binnen wenkt. Prachtig gedaan allemaal binnen: veel kleren uit een lang vervlogen periode, die waarschijnlijk van haar geweest zijn. Ook belangrijk: ze hebben er koffie en die krijgen we in een grote kan gebracht. We drinken er in totaal 3 en als we willen afrekenen moeten we er 2 betalen. Nee, zeggen wij, we hebben er 3 gedronken! Maar dat kan niet zegt die mevrouw want we zijn maar met 2 en dus mogen we er maar 2 betalen!
Het is 18 uur geweest als we van een goed bestede middag terugkomen bij de camper en dus blijven we hier maar staan. Voordeel: kost niets, nadeel: we hebben niet zoveel stroom meer want met die 44 kilometer die we vandaag gereden hebben wordt een accu niet echt opgeladen.
Km-stand 84922
Donderdag 25 augustus 2016, dag 12
De dag dat de hittegolf ook in Denemarken gearriveerd is: rond de 30 graden werd het.
We zijn op tijd weg vanmorgen naar Struer waar in het stedelijk museum ook een afdeling Bang en Olufsen is. Maar, als we om 10 uur aankomen blijkt het museum pas om 11 uur open te gaan. Oké, dan maar een volgende keer.
Door het mooie glooiende landschap van dit deel van Denemarken gaat het nu naar Holstebro. Op zich een stadje van niets eigenlijk, ware het niet dat er een heleboel kunstobjecten in de openbare ruimte geplaatst zijn. We halen een folder bij de ’turist-info’ en beginnen te wandelen. Als er dan een meneer in een scootmobiel ons ziet stuntelen met de niet heel erg duidelijk plattegrond, biedt hij spontaan hulp aan. In het Engels en met de mededeling dat hij stadsgids is hier.
Er staan zoveel beelden in de stad dat het onmogelijk is om ze allemaal te zien, vooral omdat de temperatuur behoorlijk oploopt. Het levert wel een behoorlijke kunstfotoserie op. Na een kop koffie in de Rådskeller gaan we verder naar een plek om een boterhammetje te nuttigen. Onderweg komen we langs Sahl Kirke, bekend om zijn erg goed bewaard gebleven kerk uit de 11e eeuw. Binnen een geheel gouden altaar. Op het mooie kerkhof is ergens 1 tuinman aan het werk en de deur van de kerk staat gewoon wijd open. In Nederland zijn (bijna) alle kerken 24 uur per dag dicht, hier staan alle kerken de hele dag open.
We zitten nog steeds in de glooiingen en dat levert hele mooie beelden op die voorbijschuiven aan onze rijdende woonkamer.
De boterham smeren we uiteindelijk op de parkeerplaats van het openluchtmuseum van Hierl Hede. Het wordt een zeer vermoeiende wandeling maar wel leuk. We hadden eigenlijk al eerder besloten om maar eens een dag ergens te blijven staan, maar dat gaan we nu zeker doen: morgen wordt het weer heet.
We vinden een camperplaats bij een boer en daar ziet er er allemaal erg goed onderhouden en mooi uit. Volgens de beschrijving in de app is er niets bij, maar als we de eigenaar vragen om stroom, ligt de verlengkabel er binnen 5 minuten. Goed begin van een luier-dag, waarbij luier hier geen zelfstandig naamwoord is, maar een werkwoord!
Km-stand 85040
Vrijdag 26 augustus 2016, dag 13
Of het er aan ligt dat dit de 13e dag van de reis is en ook nog een vrijdag, we weten het niet, maar de hittegolf is al weer weg. Vandaag rond de 20 graden en af en toe een spettertje. Gevoelstemperatuur: koud! Korte broek kan nog net.
Het weer doet uiteraard niets af aan onze ‘luier’-dag. Uitslapen, ontbijten, boek lezen, koffie drinken en wat kleine klusjes zoals een wasje en de voorkant van de camper van beesten ontdoen. Intussen zit de hemel helemaal dicht en het waait heel hard. De fiets tevoorschijn halen dus, blote voeten in de sandalen en onder de korte broek, jas aan en naar Glyngøre. Oké, er zijn mooiere beelden maar er zijn toch niet veel mensen hier in dit kleine dorp.
Aan de haven ligt ook een camperplek, maar, belangrijker, een viswinkel. Benieuwd hoe hier de zure haring smaakt 🙂
Omdat het maar een paar kilometer terug zijn naar de camping zijn we na het boodschappen doen in de plaatselijke supermarkt, zijn we rond koffietijd weer terug in onze woonkamer op wielen.
Dat was het voor vandaag dus hebben we nu gelegenheid om iets te schrijven over wat anders.
Het Deens, ofwel de Deense taal.
Als je je Duits, Engels en Venloos kent is Deens helemaal niet moeilijk… De zuidelijke talen zijn veel lastiger.
Voorbeeld: krydsende cyklister. Duidelijk toch? Kruisende fietsers ofwel in verkeersnederlands: overstekende wielrijders.
Enige basiskennis die je gewoon in de praktijk leert:
å spreek uit ao, als in het venlose dao of in het engelse more
ø = ö = eu als in het duitse blöd
u = oe
y = u net zoals in het duits.
Dat zijn de belangrijkste letters, nu een paar woorden:
Kroner zijn Kronen: onze meervoud -n is hier een -r, en: Herrer is Herren is meneren (voor op de plee)
Gamle betekent oud: det gamle postkantor = het oude postkantoor
Vej = weg zoals in Det Gamle Venlosevej
Gaar = boerderij komt van Garden of Garten
Dir fart = je rijdt (op een bord dat de snelheid aangeeft als je voorbij komt). Niet het engels ‘fart’ dus
Forbudt for knallerts = niet verboden er een te laten vliegen, maar het staat op een bord aan het begin van een fietspad: verboden voor brommers.
Hund i snor = niet Toby met baasje, maar snor staat voor snoer en dus is het hond aan de lijn!
Nye kartoffler = …. juist, nieuwe aardappelen.
Men kent hier geen jij en u -vorm, alleen jij. Net zoals in het engels ‘you’, wel zo gemakkelijk.
We zijn ervan overtuigd dat als je hier een maand rondloopt en – rijdt, je alles kunt lezen en begrijpen wat je nodig hebt. Verstaan is een ander verhaal: daar kun je meestal geen soep van koken.
Zaterdag 27 augustus 2016, dag 14.
Verrassing vanmorgen: het goede weer is weer helmaal terug. Volop zon, wat wolkjes in de lucht voor de foto’s en een lekker briesje dat aangenaam aanvoelt bij een dikke 20 graden.
Tweede verrassing vanmorgen: aan de deur van de camper hangt een zak met 3 verse broodjes! Na het ontbijt ruimen we alles op, bedanken Lars en Ellis Faarkrog voor alle goede zorgen, betalen DKK 100 (voor 2 nachten dus!), beloven een heel positieve recensie in de campercontact-app te zetten en gaan op weg naar het eiland Mors. Daarvoor hebben ze 2 grote bruggen aangelegd en het gaat dan ook zoefzoef het water over. Aan de andere kant ligt een groot bloemenpark, maar daar hebben we niet zo’n zin in. Een stukje verder is sprookjeskasteel Højris dat ons leuker lijkt. Echter, dat blijkt maar 8 weken per jaar open te zijn en deze week hoort daar niet bij.
Dus gaan we verder door het sprookjesbos, zo lijkt het wel. Prachtig bos uitmondend in een prachtig, glooiend, heide-achtig landschap. Niet lang daarna staan we te wachten op het veer dat ons over de Nees Sound moet zetten. Op de veerstoep zou een mooi houtsnijwerk-beeld staan, maar er ligt alleen een hoop rot hout die nader bekeken inderdaad het beeld geweest is.
Aan de andere kant, weer op het vasteland, liggen hier en daar in het landschap overdimensionale molshopen: het zijn grafheuvels uit de latere bronstijd van 1800-1000 v Chr. Dan komen we door Dover, eerder deze reis waren we al in Paris en Stokholm, naar Ydby en vervolgens naar een picknickplaats in Ovesø. Dat ligt midden in het eerste (en niet het laatste) Deens nationaal park Thy, waar we een prachtig uitzicht hebben over het landschap.
Overnachten willen we in of bij Hanstholm en dat bereiken we via weer een heel mooie route door een duinenlandschap waar nu geen enkele woning in te vinden is, vanwege waarschijnlijk de nationaalpark-status. Bij de vuurtoren in Roshavn zijn een paar mensen zeer vaardig bezig met op afstand bestuurde model-zweefvliegtuigen. Mooi om te zien. We gaan kijken bij de kunsttentoonstelling bij de toren en zien toch weer mooie dingen.
In de plaats zelf is hoog in de duinen boven de haven een sculpturenroute ingericht en ook daarbij is weer een galerie ingericht door de kunstenaar zelf. Beide ook hier weer de moeite waard. Tot slot vandaag landen we ook nog bij het bunkermuseum, maar dat is al lang dicht. Voor ons maakt dat niet zoveel uit: een paar interessante dingen zijn buiten te zien. Vooral het 38 cm kanon en de betonnen fundering van de draaischijf (een meter of 6 diep en een doorsnede van zeker 12 meter) waarop dat gemonteerd was, maken veel indruk.
De overnachtingsplek is een mini-camping. Erg mooi gelegen aan een grote visvijver voor maar DKK 100 met gratis V(ersorgung en E(ntsorgung). Niks van te zeggen dus.
Km-stand: 85169
Zondag 28 augustus 2016, dag 15.
Afgelopen nacht heeft het veel geregend en voor de natuur is dat nog niet voldoende, het regent tot in de middag gewoon door bij een temperatuur van een schamele 16 graden. Op de Pakfeesten in Venlo is het weer 30 graden, maar afgelopen nacht is rond 12 uur het terrein ontruimd wegens komende storm. Terecht naar later bleek.
Maar, we doen het er mee en vertrekken naar de Vikingegravplads. Zie je wel dat Deens niet zo moeilijk is? Meer dan 1000 jaar geleden lag deze begraafplaats aan het water, omdat het begraven in een schip volgens hun geloof het mooiste was: je kon dan naar de overkant varen. Misschien dat het daarom zo’n grijs en nat ‘begrafenis’-weer is?
Wij besluiten om naar het Kirstin Kjear museum te gaan. Opgericht door ‘de vrienden van’.
De kunstenares is in 1985 gestorven op een leeftijd van 91 jaar. Ze heeft over de hele wereld gezworven en gewerkt. In het museum veel werk van haar dat zij aan ‘de vrienden van’ geschonken heeft, maar ook van andere kunstenaars, bijeengebracht door de curatoren. Het geheel is gevestigd in een soort houten landhuis dat diverse keren uitgebreid is. De toegang is gratis en voor de koffie mag je betalen wat je het zelf waard vindt.
Het misschien wel merkwaardigste museum ooit dat we gezien hebben. Waar je ook kijkt, is wat te zien. Als je hier 10 keer rond loopt, zie je 10 keer wat nieuws en weet je nog steeds niet waar je precies bent. Een aanrader!
Als we een tijdje later bovenop de Bulbjerg staan, een zandduin van 46 meter hoog met een fantastisch uitzicht, regent het echt pijpenstelen met een harde wind. Dan zetten we even de TV aan voor de start van de Formule 1 van Spa: 30 graden, zon en Max op startplek 2. In de eerste bocht gaat het al fout, dus gaan we verder en zien later in het nieuws dat hij op 12 geëindigd is. Jammer.
Als laatste vandaag staat op het programma een nog geheel intacte kalkoven waarvan er in deze buurt van Noord-Jutland een aantal geweest moeten zijn. De kalksteen werd ter plekke gewonnen, klein gemaakt, verhit tot 900 graden, met een klein beetje water vermengd en vervolgens als poeder verpakt. Bijvoorbeeld op de bouw werd dan water en zand toegevoegd en je kon met cradle-to-cradle specie metselen. Letterlijk, want oude specie kon je gewoon weer met water mengen en je kreeg bruikbare metselspecie.
We staan vandaag op een nieuwe camperplek bij Løkken voor DKK 75. De eigenaar die gevaren heeft als kok op grote cruise-schepen en getrouwd is met een Thaise, heeft in 2,5 maand al 700 campers mogen verwelkomen. Hij wil dan ook graag nog groter worden, maar dat mag niet van de commune. Wij dachten laat hem maar eens eerst voor goede stortplaatsen voor water en WC zorgen. Het lijkt hier ook op een boerderij die gestopt is, maar of de eigenaar ook geboerd heeft hier? Enfin, morgen zon?
Km-stand: 85322
Maandag 29 augustus 2016, dag 16
Het begint vanmorgen niet goed: bewolkt en druppels, koud -15 gr. Maar rond 12 uur schijnt de zon en die gaat niet meer weg zodat er langzamerhand een aangenaam temperatuurtje ontstaat. Het blijft wel hard waaien.
De eerste stop van vandaag is na 4 (vier!) kilometer, namelijk Børglum Kloster. Een klooster met een heel interessante geschiedenis. Toen het klooster werd, ongeveer 1060 en een eigen bisschop kreeg, stonden er al gebouwen waaronder een kerk. Na het ontstaan van de Lutherse reformatie heeft een zekere bisschop Rottbøll het geheel weer in orde gebracht en de familie Rottbøll bestiert het 437 hectare grote boerenbedrijf tot op vandaag. De huidige ‘baas’ heeft landbouweconomie gestudeerd en vervult een grote rol in de landelijke landbouworganisaties.
In het oude klooster zelf zijn diverse tentoonstellingen: een handgeborduurd tapijt van 100 meter lang, geschiedenis, speelgoed, extravagante kleding van een modeontwerpster, de kerstman met zijn woning en pakjesfabriek en niet te vergeten de kerk. De entree is DKK 85 pp, maar het was alles bij elkaar zeer de moeite waard.
Onze volgende etappe gaat naar Rubjerg Knude, een gigantische, wandelende zandduin. Ter plekke staat een vuurtoren die echter al jaren niet meer werkt omdat hij achter de duinen verdween. De gebouwen eromheen werden ingericht als stuifzandmuseum, maar zijn intussen ten onder gegaan aan…. het stuifzand. Nu is de situatie zo, dat over enkele jaren zowel vuurtoren als de restanten van het voormalige museum in zee zullen storten. Het duin komt meters per jaar landinwaarts. Om de vuurtoren te kunnen zien en beklimmen moeten we na het parkeren 1,5 km lopen: de maandagmorgen-fitness avant la lettre!
Ook het kerkje in de nabijgelegen dorp onderging hetzelfde lot, tenonder gegaan aan het stuifzand en de zee. In ons Womo-boekje is er sprake van dat enkele jaren geleden de kerk er nog stond, toen de schrijvers er waren 2 jaar geleden stonden alleen de fundering en een stuk muur er nog. Nu staat er niets meer van de kerk en ook het kerkhof is al grotendeels in zee gestort. Natuurlijk is dat wat er gebeurt afhankelijk van vele factoren: wat doet de mens langs de kust, hoe veranderen stromingen van het zeewater enz.
De route gaat vandaag door een behoorlijk heuvelachtig en mooi gebied. Verre zichten op grote velden koren, maïs, gras. Er is hier heel veel landbouw, maar vee zie je nauwelijks. We weten niet of dat meestal binnen gehouden wordt. Grote stallen zien we eigenlijk ook niet, wel vaak ingepakt gras voor de winter. Ergens moeten die beesten dus wel zijn. Boerderijen zijn over het algemeen wel erg groot en heel erg goed verzorgd. Het ziet er allemaal prachtig uit.
We gaan naar de barnsteenslijperij in Mygdal. Barnsteen is versteende hars die je hier langs de kust op het strand kunt zoeken en soms vinden. Een nieuwe ring in de collectie is het resultaat!
Vandaag hebben we ook het eerste stukje slechte weg gehad, het viel echt op.
Onze camperplek voor vannacht hebben we al uitgezocht dus gaan we nog eerst naar Hirtshals, alwaar bij de vuurtoren ook een bunkermuseum te vinden is. De hele Deense kust is voorzien van bunkers en aanverwante betonwerken. Toen hebben ze uiteindelijk niet geholpen, maar zoals al eerder gezegd, de Duitsers zijn er nu wel. Op de parkeerplaatsen bij toeristisch interessante dingen staan altijd zeker 98% Duitse auto’s. Je ziet een enkele Deen en soms een Engelse of Nederlandse auto. En die enkele Nederlandse auto blijkt later bij ons te staan op de camperplek en blijken ook nog eens op de voorvorige plek samen met ons gestaan te hebben. Ook daar waren we enige Nederlanders. Sterker nog, vandaag zijn we überhaupt de enigen die hier staan.
Km-stand: 85406 – 1831
Dinsdag 30 augustus 2016, dag 17.
Prima weertje vandaag, rond de 20 graden en de hele dag zon. Alleen de wind zou wat minder mogen zijn.
Helaas is de Rabjerg Kirke, uit 1300, gesloten. Dus gaan we een stukje verder kijken naar Rabjerg mile, waar je je tussen de zandduinen in de Sahara waant. Een enorm gebied dat ze nu proberen in te perken door gras aan te planten. Of dat gaat lukken? Je wordt er gewoon gezandstraald en zo worden ook grote hoeveelheden zand verplaatst. Jammer is wel dat je in dit ontzettend hondvriendelijke land, het beestje niet los mag laten lopen. Tenzij er niemand is natuurlijk, maar hier lopen teveel mensen. Want Toby vindt het allemaal prachtig en rent heen en terug zolang de lijn is. Hij steekt met z’n neus nog net boven het laag vliegend zand uit.
Tijd om naar het noordkaap van Denemarken te gaan: nog boven Skagen ligt Grenen. Daar is ’the meeting of the two seas’: het Skagerag en het Kattegat. Raar maar waar: dat kun je duidelijk zien. Staande boven op (weer) een bunker kijk je over het hele gebeuren uit. De zee is daar zo gevaarlijk dat zwemmen streng verboden is.
Als we terugkomen op de parkeerplaats en de camper weer willen afmelden middels hernieuwd insteken van de creditcard, gebeurt er niets. Gelukkig staat er verderop een vriendelijke mevrouw van parkeerbeheer die ons wel wil helpen. Dan blijkt dat ook haar het niet lukt. Maar na een telefoontje en gebruik van een andere parkeermeter zou het nu goed moeten zijn. Oké, we zullen het meemaken. Als we dan na de boterham parkeren in de haven van Skagen, blijkt dat ineens gratis te zijn??? Vreemd, want alle parkeerterreinen die we gezien hebben moeten wel betaald worden. Maar niemand heeft een bonnetje achter de ruit liggen en navraag bij iemand die daar aan het werk is, bevestigd het gratis zijn. Skagen is op zich niet bijzonder, ware het niet dat alle huizen en winkels, maar dan ook alle, in dezelfde kleur geel geschilderd zijn. Ja, ook nog in de beroemde snoepwinkel geweest. Mooie zuurtjes die 7 euro voor 180 gram kosten…. Als we het allemaal wel zo’n beetje gezien hebben, ook de kerk met een heel mooi wit (!) interieur, doen we ons voor de eerste keer deze reis tegoed aan Kaffee und Kuchen.
Onderweg, niet alleen vandaag, zien we nogal wat huizen Til Salg staan, te koop dus. In de etalage van de makelaar krijg je een idee wat zoiets kost: onder de 2,5 miljoen voor een niet te groot huis krijg je niets.
We stoppen even langs de kant van de weg om op de app te kijken naar de camperplek, stopt een Duitse dame naast ons en vraagt of we een plek zoeken. Voordat we kunnen reageren roept ze al ‘rij maar achter me aan’ en weg is ze. De camperplek waar we vervolgens landen ligt volgens het boekje 5 km van Frederikshavn af, maar dat blijkt een ‘schrijffout’. Het zijn er 11. Dus kijken we morgen naar het weer of we van hieruit fietsen danwel verder rijden en ter plaatse parkeren. De sympathieke Berlinerin blijkt de plaatsvervangster te zijn voor als de eigenaren er niet zijn en een half uur later kennen we zo ongeveer haar hele geschiedenis.
Toby ligt uitgeteld te slapen, moe van alle indrukken vandaag in de woestijn, aan de waterkant en in de stad.
Km-stand 85504 – 1929
Woensdag 31 augustus 2016, dag 18.
Het is weer zomer hier: de zon is heet, de temperatuur zo’n 25 graden, maar de wind blijft.
Het is verder rijden geworden: in geen enkel boekje staat iets over Frederikshavn dat je moet gaan zien. Dus besluiten we om dwars door de stad te rijden zodat we in iedere geval een indruk hebben. En die klopt met wat in de boekjes staat. Dus, verder naar Bangsbo. Hierover tegenstrijdige verhalen wel/niet gaan zien. Dat moeten we zelf controleren en constateren dat het museum in een heel erg mooie omgeving ligt die we ook uitgebreid bekijken, maar het museum vinden we niet de moeite waard. Het gaat over de geschiedenis van de zeevaart en daar zit onze eigen geschiedenis vol genoeg mee. Curieus is wel de steenverzameling van de schrijver Boolsen. Het gaat om bewerkte stenen voor welk gebruik dan ook uit de periode 3000 vC tot ongeveer 1950. Interessant om te zien en tegelijk de vraag oproepend ‘hoe komt iemand erbij om dat te doen?’. Er zijn stenen bij die je nauwelijks herkend als bewerkt en ook stenen waar je op zijn minst een grote bulldozer voor nodig hebt om die te verplaatsen.
We rijden verder door de Eiffel van Denemarken, een prachtig gebied dat een paar kilometer voor Sæby weer ophoudt en overgaat in vlak land. We besluiten om op een camping te gaan staan en van daaruit naar het stadje te fietsen. Hier is het gedeelte dat niet in het voetgangersgebied ligt het interessantste: leuke huisjes en daarin weer vaak kunstenaars met bijbehorende galerietjes en winkeltjes. Zoals altijd wordt ook hier weer veel kwaliteit aangeboden tegen een bijbehorende prijs.
Wellicht blijven we morgen hier staan om een dag te luieren, een beetje afhankelijk van het weer en de kriebels.
Km-stand 85541 – 1966
Donderdag 1 september 2016, dag 19
Nou, het is dus niet blijven geworden. Als we wakker worden is het bewolkt en nogal fris. Soms piept de zon er even door, maar het ziet er niet naar uit dat we buiten kunnen zitten. Dus pakken we de boel op, betalen DKK 133 (naseizoenskorting of zoiets) en vertrekken, richting Sæby-centrum waar we even later alweer uit zijn. We komen langs Voergaard slot en zien dat dit buiten het seizoen alleen op zaterdag en zondag een paar uurtjes open is. Dat gebeurt nu steeds vaker, we hebben ook de indruk dat het seizoen hier echt maar 6 weken duurt. Sommige campings blijven nog even open voor de achterblijvers, maar gaan kort na het seizoen weer dicht tot volgend jaar. Overigens is het slot en omgeving ook zonder dat je naar binnen kunt de moeite waard.
Via Dorfmølle (dat is de molen van het dorp dat Dorf heet) komen we bij Lindholm Høje, waar de grootste Viking-begraafplaats, uit de 10e eeuw, van Denemarken ligt. Aan de rand daarvan hebben ze een modern museum gebouwd waar de resultaten van de opgravingen uitgelegd worden en een aantal kunstwerken zijn ondergebracht. Als we het dan toch over musea hebben: in Nederland kunnen ze er wat van, maar dat is een schijntje van wat je hier vind. Al is het dorp nog zo klein, een museum moet er zijn.
Het is intussen behoorlijk zonnig geworden met bijbehorende dikke 20 graden. Hadden we toch op de camping moeten blijven staan?
Aalborg is onze volgende stop. Kort samengevat: een heel moderne, grote stad waar hier en daar verscholen nog wat pareltjes van oude gebouwen te vinden zijn. Alles gerestaureerd en dus in prima staat.
Dan is het tijd om de slaapplek op te zoeken die we in ons appje gevonden hebben: alweer een boer die met zijn bedrijf (al 10 jaar geleden) gestopt is. Hij en zij hebben nu een baan en zijn zielsgelukkig dat ze zelf nu ook op vakantie kunnen gaan. Beiden spreken Engels en vinden het leuk om een praatje te maken. Hun oud-boerderij ziet er geweldig uit in een nog geweldiger omgeving. Heel heuvelachtig met mooie vergezichten, verspreid een enkele andere boerderij en het dorp op 2 kilometer afstand. De camper staat als het ware in een privé-park. Als je wil weten hoe donker het ’s nachts kan zijn, kun je hier komen kijken. Nou ja, je ziet dan niets, heelemaaal nietsniets.
Km-stand 85661
Vrijdag 2 september 2016, dag 20
Het is koud als we wakker worden: 16 graden en er vallen wat spetters. Gelukkig wordt het in de loop van de dag beter, wel zon maar boven de 19 graden komt het niet.
Via Gravlev waar een paar kunstenaars van een stel hele dikke afgezaagde bomen mooi houtsnijwerk gemaakt hebben rijden we naar Thinbæk Kalkmine waar in de ondergrondse ruimtes een kunsttentoonstelling te zien is. Maar helaas, het geheel is alweer 2 weken dicht. Zoals gisteren al aangegeven zijn veel musea en toeristisch interessante dingen al half augustus of eind augustus dicht. Net zoals veel campings die tussen 4 en 18 september hun laatste dag open hebben.
We zijn intussen in Rebild waar de toegangspoort van Nationaal Park Rold Skov is. Dat ligt in een bergachtige omgeving, tenminste voor Denemarken. Oostenrijkers zullen waarschijnlijk heel verbaasd rondkijken en zeggen ‘wo denn sind hier die Berge?’. Maar voor vlaktebewoners zoals wij ook zijn, vind je hier toch flinke bulten van wel 100 meter. De allerhoogste berg in Denemarken is 147 meter, dus deze tellen wel degelijk mee. Bij de ingang van het park een heel mooi bezoekerscentrum. Ook een monument voor de 20.000 Denen van de geloofsgemeenschap Jesu Christi die in de 19e eeuw naar Amerika geëmigreerd zijn. We laten de wandeling door het park achterwege en zetten koers naar Hobro. Een plaats als vele, aan het water, zonder bijzondere kenmerken. Dat moet ze zelf ook opgevallen zijn: laten we eens beginnen om van onze haven iets moois te maken. En dat is gelukt: de entree en de haven zelf zijn mooi nieuw aangelegd, er spat design van af. Maar vooral het gebouw aan het eind is bijzonder. Een echte aandachttrekker, zie de foto. Maar ook bijzonder: je kunt er gewoon op en in, gebruikmaken van de lift en toilet, de kleine tentoonstelling bekijken en er is geen mens in de buurt. Het vertrouwen in de bezoeker is hier, ook zoals eerder opgemerkt, groot.
Onderweg doen we nog het Viking-museum aan, maar vinden het niet de moeite waard om naar binnen te gaan. Überhaupt is in Denemarken overal de Viking-geest duidelijk aanwezig. Er moeten ook heel veel Denen rondlopen met Viking-bloed in de aderen.
Mariager is de zoutstad waar dan weer de haven niet bijzonder is, misschien met uitzondering van de geschiedenis als overslagplaats voor het zout, maar wel met heel leuke straatjes in het stadje. Het zoutmuseum in de haven is wel nog geopend, maar slaan we over. Niet de bijbehorende winkel trouwens: er zijn heel bijzonder zoutsoorten te koop.
Het wordt later, we gooien de tank nog even vol en gaan richting Gammel Estrupe. Even tussendoor: als aan de pomp een prijs staat van x, dan moet je daar met creditcard betaling nog 2.8% bij tellen. En je moet wel: contact betalen is niet mogelijk!
In Gammel Estrup zou een mooi kasteel moeten staan dat je kunt bezoeken en dat is ook zo, maar… dicht. Gelukkig zien we op de info-borden dat dit kasteel wèl alle dagen open is. Dus, we plaatsen de camper op het parkeerterrein voor de poort. Morgenvroeg zijn we de eersten.
Km-stand 85803 – 2228
Zaterdag 3 september 2016, dag 21.
Toen we gingen slapen gisteravond werden we nog even goed wakker gemaakt door een forse plensbui met versterking door de bomen boven de camper.
Maar vanmorgen werden we wakker met net geen strakblauwe lucht. Dat wil zeggen toen we echt wakker werden, de eerste keer wakker was al om half zeven toen de eersten arriveerden voor de plantjesmarkt op het voorterrein van het kasteel. Zag er heel leuk uit toen wij inderdaad als eersten de kaartjes voor het kasteel kochten. Nu zouden er eigenlijk heel veel foto’s, nog meer dan er in staan, moeten komen van de buiten- en vooral binnenkant van het kasteel. Dat was zeer de moeite waard en heel anders als andere die we al gezien hebben. Vooral de beschilderde houten vloeren waren heel speciaal, maar ook de rest was het aanzien zeer waard. Buiten het kasteel de tuinen en de nationale tentoonstelling over de landbouw in Denemarken. En helemaal tenslotte de smederij in bedrijf met een heel aardige smid die perfect Deens sprak, maar ook niets anders.
Als we terug zijn is het alweer boterham- ofwel lunchtijd. Dan is het al 14 uur als we weg gaan richting Ebeltoft waar we tot maandag op de camping willen blijven. Via het Rosenholm Slot en de Thorsager Rundkirke arriveren we daar rond 17 uur bij een lekker zonnetje.
Km-stand 85859 – 2284
Zondag 4 september 2016, dag 22.
Zoals gisteren voorspeld: regen. Wat niet klopte aan die voorspelling is dat het van 12 tot 4 uur droog zou zijn. Dat was het namelijk niet. Fietsen naar Ebeltoft doen we, ondanks de aanwezigheid van poncho’s, maar niet. Wat het enigszins goed maakt is dat de Grand Prix F1 van Monza op TV is. Max heeft een mooie rol gespeeld, maar eindigde op plek zeven. Meer zat er gewoon niet in vandaag.
Naar buiten kijkend zien we soms de zee, het Kattegat, helder, soms is alles weg. De rest van de week wordt het weer goed prima weer. Dat wachten we maar af.
Mooie gelegenheid om de vraag: ‘Wat is er anders hier, dan in Nederland?’ te beantwoorden.
Eigenlijk op het eerste gezicht niet zoveel, maar oordeel zelf:
– Het land is wat groter dan Nederland, maar er wonen maar 5 miljoen mensen. Bij ons 17 miljoen.
– Er is meer water dan in Nederland, toch hebben wij de naam van waterbeheersers.
– Daar staat tegenover dat Denemarken het thuisland is van Maersk. Waarschijnlijk de grootste container-bevrachter en -reder ter wereld.
– Denemarken is plat op enkele gedeeltes na, net zoals de Veluwe en Zuid-Limburg
– Er zijn ontzettend veel dorpjes, alleen merk je daar niet zoveel van. Waarschijnlijk omdat de meeste kleiner zijn dan wat wij een gehucht noemen.
– Armoe lijkt hier niet te zijn. De huizen zijn nergens vervallen en keurig onderhouden. Rondom ook, overal. Krotten hebben we niet gezien.
– Monumenten, zoals oude boerderijen, zijn allemaal gerestaureerd.
– Het wegennet is uitgebreid en in prima staat.
– Op heel veel plaatsen liggen fietsroutes, meestal gescheiden van de grote weg en goed aangegeven.
– Het barst hier van de musea (historie en kunst) en galerietjes. Er is ook veel kunst in de openbare ruimte.
– Denen zijn eerlijk en verwachten dat ook van anderen. Als je op een plek komt waar je iets moet betalen is lang niet altijd iemand aanwezig. Vaak is er alleen een brievenbus waar je iets in kunt stoppen.
– Denen zijn heel erg creatief en dat ademt dit land uit: design waar je kijkt.
– Onderwijs en gezondheidszorg zijn gratis. Studenten krijgen daarbij DKK 5000 per maand om van te leven. Als dat niet genoeg is, kun je jobben, bijlenen of de ouders vragen. Je mag zo’n 7 jaar studeren.
– De tarieven voor inkomstenbelasting en BTW zijn ongeveer gelijk.
– Kerken en bijbehorende kerkhoven zijn tot in de puntjes verzorgd.
– Boerenbedrijven worden hier ook steeds groter. Als een boer stopt met zijn bedrijf is het geen enkele probleem de grond te verhuren.
– De werkeloosheid is zo’n 6%, maar om een uitkering te krijgen moet je vanaf dag 1 van je werkeloosheid aan het werk: o.a. in het onderhoud van de openbare ruimte. Die ligt er dan ook overal keurig bij.
– AOW en bedrijfspensioenen kennen ze hier ook. Geen idee over over de hoogte daarvan.
– Discussie over windenergie? Is hier waarschijnlijk al gevoerd: je moet moeite doen om vanuit elk punt waar je staat in de verte géén windmolens te zien.
– Supermarkten zijn geopend alle dagen van 7 of 8-20 of 21 uur
– We hebben sterk de indruk dat Denen intelligent zijn: er wordt hier over dingen nagedacht. Van publiekstrekkers zoals het gebouw in de haven van Hobro, het ontbreken van (overbodige) belijning op niet hoofd-wegen tot schone steden en dorpen zònder rotzooi en graffiti. En als klap op de vuurpijl; hier zijn geen duinen en/of dijken verhoogd omdat er geen kans is op overstromingen door hoog water. Waar dat aan ligt? Ze hebben geen land uit zee gewonnen, niet gepolderd. En dan kan dus zo’n polder-kuip ook niet vol lopen. Simpel toch?
Maandag 5 september 2016, dag 23.
De hemel is helemaal hartstikke blauw vanmorgen op die gele plek na: dat is de zon! Wat doe je dan? Toch vertrekken of onder het motto ‘man soll die Feste feiern wie Sie fallen’ dan maar hier blijven en doen wat we gisteren wilden doen? Het is al een lekker temperatuurtje en na wat overleg, kaart erbij, planning voor de komende dagen, blijven we nog een dag staan.
Niet helemaal staan hoor, we pakken de fiets en gaan naar Ebeltoft, een tochtje van zo’n 5 km. Maar niet voor ons en dat lag ongetwijfeld aan de wegwijzers, die stonden gewoon verkeerd. De heenweg is dus een dikke 10 km, maar op de terugweg laten we ons niet meer foppen, dan pakken we het route-appje erbij!
Zo gezegd zo gedaan. Ebeltoft is een klein stadje met een leuk voetgangersgebied met daarin mooie oude gebouwen. De winkels zijn als overal: 1. kledingzaken, 2. schoenenzaken, 3. juweliers en dan nog een paar andere.
In de haven ligt het 71 meter lange houten fregat de Jylland dat in 1860 van stapel liep. Een bemanning van 430 man was nodig om het schip en de 44 kanonnen daarop te bedienen. Een gewonnen zeeslag enkele jaren later was tegelijk het einde van de actieve dienst van het schip. Sinds die tijd ligt het aan de kant en is nu een museum. Maar, de toegangsprijs van DKK 125 (bijna 18 euro) hebben we er niet voor over. Terug naar de camping en lekker nog even van het zonnetje genieten.
Morgen gaan we echt verder!
Dinsdag 6 september 2016, dag 24.
Jammer om met dit nog steeds prachtige weer, blauw en vandaag 22 graden, hier weg te gaan. Maar ja, van hier uit naar huis zou jammer zijn. Er is nog een heleboel te zien. Te beginnen met Århus (spreek uit Aorhoes). Niet zozeer de stad alswel het openluchtmuseum Den Gamle By. Dat heeft vroeger toen het opgericht werd in 1914 ongetwijfeld aan de rand van of zelfs buiten de stad gelegen. Maar nu ligt het er middenin. Dus, waar parkeren we? Dat blijkt helemaal niet zo moeilijk, in de hele buurt kun je met een P-schijf terecht en een plek dichtbij de ingang vinden we na enig zoeken ook nog! We gaan voor DKK 125 pp het museum in en dan is het werkelijk genieten.
Kenmerk van dit museum is wel dat er op een redelijk klein oppervlak veel huizen staan, in straten opgebouwd en verdeeld in 3 delen: 18-19e eeuw, 1927 en 1974. Er is van alles te zien, niet alleen buiten maar ook binnen in alle panden. Soms aangekleed met poppen, soms levende mensen die in ‘die tijd’ iets doen. Prachtig allemaal om te zien en niet mogelijk om allemaal te beschrijven. We hebben er toch een uur of drie rondgelopen en -tig foto’s gemaakt. Die zouden we hier allemaal moeten kunnen laten zien eigenlijk maar daarvoor ontbreekt de ruimte. Een strenge selectie hebben we moeten maken.
Als we vertrekken besluiten we om Århus-centrum nog ‘even’ te doen. Dat gaat eigenlijk best goed, via het havengedeelte rijden we naar de Dom waar we zelfs even kunnen staan. Maar helaas is die wel dicht. Om het centrum zelf in te gaan zien we niet zitten: winkels hebben we genoeg gezien en er worden geen bijzondere zaken aangegeven in de stad. Die stad heeft een redelijk moderne uitstraling en ligt over grote stukken overhoop omdat er een tramlijn aangelegd wordt. Als we de stad uit zijn na een kilometer of zes, hebben we ook evenveel file gehad en zo’n 36-86 stoplichten.
We landen op een camperplek bij de boeren kilometer of 25 verder. Als we staan en de deur openmaken hebben ook gelijk zoveel vliegen als we stoplichten gehad hebben binnen, maar verder is het wel rustig hier..
Km-stand 85959
Woensdag 7 september 2016, dag 25.
Het was druilerig vanmorgen, een bietje miezel. Maar niet koud en vandaag werd het toch 22 graden. We zitten temidden van een mooi landschap met heuvels en uitgestrekte velden. Laat niemand meer zeggen dat Denemarken plat is. Bochtige landweggetjes dalen en stijgen richting Silkeborg. Of we nog ooit zullen wennen aan het gestress in Nederland? Dit is al de zoveelste reis waar we die rust ervaren. Of dat voor de Denen ook geldt weten we niet, maar ze komen wel relaxt over.
In Silkeborg parkeren we bijna voor de deur van het museum aldaar, weer met een P-schijf, terwijl het centrum maar een paar honderd meter weg ligt. Het museum is interessant vanwege de Tollund man. Een veenlijk van ongeveer 350 vC, 2400 jaar oud dus, het best bewaarde ter wereld! Het lijkt alsof hij een glimlach op het gezicht heeft, wellicht ligt dat er aan dat enkele meters verder de Elling vrouw gevonden is. Daarvan is echter niet zo veel bewaard gebleven, mede vanwege de gebrekkige kennis van toen. Zij is namelijk enkele tientallen jaren eerder gevonden.
In datzelfde museum ook een expositie over de nieuwe autoweg rond Silkeborg, die juist vandaag geopend is. Dat hebben we zelf kunnen constateren toen we ergens de nieuwe weg over een viaduct kruisten. Duizenden mensen die over de weg liepen en bovenop het viaduct de TV-camera’s. Er is 20 jaar gedebatteerd over het cruciale stuk ontbrekende autobaan. Net zoiets als tussen Venlo en Roermond, ware het niet dat daar 40 jaar over gepraat is. Hier heeft de discussie 10 jaar stil gelegen, dus in feite maar 10 jaar geduurd. De premier van Denemarken, Rasmussen, heeft uiteindelijk de knoop door gehakt op basis van een voorstel door een particulier die beide varianten gecombineerd had. Voor- en tegenstanders werden het daarna (!) met elkaar eens.
Via Himmelbergjet, waar we niet uitstappen om het uitzicht te ondergaan, komen we in Øm Kloster terecht. In 1162 gesticht en in 1561 afgebroken op last van de koning die de stenen nodig had voor de nieuwbouw van zijn paleis. Het klooster was toen al geen klooster meer. De fundamenten en verschillende graven zijn er nog, evenals een museum. In dt museum een verzameling botten en schedels van de toenmalige monniken. Niet zomaar een verzameling, maar een met een medische achtergrond: alles wat er is heeft iets te zeggen. Bepaalde ziektes, beschadigingen enz. Toen was er al veel inzicht in het menselijk lichaam.
Dan is het eindelijk zover. We stoppen de camper op het hoogste punt van het land, Ejer Bavnehøj. Niet zoals eerder gedacht 147 meter, maar 170 meter en een beetje. Als je de toren beklimt die er op staat, ben je echt op het allerhoogste bereikbare punt van Denemarken. Nu hebben we het meest westelijke, meest noordelijke en nu het hoogste punt gezien. Het is een beetje grijs, maar het uitzicht is daarom niet minder mooi.
De een na laatste stop vandaag is Jelling, ook daar móét je geweest zijn. Bij de kerk die tussen twee gigantische grafheuvels gebouwd is, staan 2 runen-stenen waarin de geboorteakte van Denemarken gebeiteld is.
Op de eerste: Ik, Gorm, koning, maakte dit gedenkteken. Op de tweede beitelde zijn zoon Harald een eerbetoon aan zijn vader Gorm en zijn moeder Thyra. Hij maakte zijn volk christenen en van Denemarken één land en veroverde ook nog Noorwegen. Voor ons heel indrukwekkend was het het museum dat er vlak bij ligt. Een nationaal museum met de geschiedenis van de Vikingen. Die Vikingen die in heel Denemarken terug te vinden zijn. Voorvaderen waar de Denen trots op zijn.
Het (gratis) museum is vol van hun geschiedenis, uitgebeeld met de allermodernste technieken. Je moet het zien, navertellen kan niet. Misschien een poging: op het dak staan van die verrekijkers. Iedereen kent die nog wel van vroeger, maar dit is de moderne versie. Je richt de kijker op iets in de omgeving en je ziet het heden, kunt zelfs inzoomen en krijt dan een pop-up tekst over het beeld met uitleg. Maar, je kunt ook inzoomen in het verleden. Je ziet dan diezelfde plek steeds enkele honderden jaren eerder. Fantastisch gedaan.
Zo hebben we vandaag ons laatste museum gezien. Deze reis was dat de grootste kostenpost, maar elke kroon waard.
Het is al 18 uur als we aankomen bij Engelsholm, een slot dat niet voor bezoek geopend is. Maar ook de buitenkant is al de moeite waard en zeker zo belangrijk: er ligt een parkeerplaats bij. Dat zetten we de camper neer voor de overnachting en dan gaat het morgenvroeg naar Legoland, ons allerlaatste uitje deze reis.
Bijna vergeten te vertellen dat we vandaag door het ‘Lake District’ ofwel het merengebied gereisd hebben.
Km-stand 86092 – 2517
Donderdag 8 september 2016, dag 26
De een na laatste dag in Denemarken, dan nog 2 dagen naar huis.
Onderweg tanken: prijs DKK 7,46, zo goedkoop hebben we de diesel nog niet gehad. Er worden zelfs geen 2,3 % kosten gerekend voor buitenlandse credit-cards. Jammer dat er niet meer in kan. Als we wegrijden is de prijs DKK 8,28. Het onbemande tankstation verhoogd de prijs in een keer met DKK 0,82. Dat is omgerekend maar liefst 6,1 eurocent!
We rijden rechtstreeks naar onze volgende camperplek, een dikke 15 kilometer en we arriveren daar dan ook rond 10 uur. Kopje koffie, fietsen er uit en op naar Legoland, zon 3,5 km verderop. We passeren diverse fabrieken van Lego.
Het is prachtig weer, blauwe hemel en de temperatuur stijgt naar 25 graden. Wat wil je nog meer?
Nou, bijvoorbeeld dat Legoland open is en dat is niet zo. Grote teleurstelling en wij niet alleen. Er staan meer mensen voor de gesloten poorten. Klote, hoe dat op z’n Deens is weten we niet, maar anders hadden we de directeur gebeld en hem dat gezegd. In september zijn alle dinsdagen, woensdagen en donderdagen gesloten. Wat nu?
We gaan eerst maar eens naar het centrum van Billund en na veel zoeken, we passeren o.a. het hoofdkantoor van Lego, vinden we iets wat daar op lijkt. Het belangrijkste wat daar te zien is, is de bouw van een Lego-beleveniscentrum. Een gigantische bouw, op de schutting staat dat het waarschijnlijk in 2017 klaar is en dat terwijl het hoogste punt duidelijk al bereikt is. Het ziet er uit alsof het helemaal uit witte Lego-stenen opgebouwd is. Mooi.
We fietsen door het stadje verder en komen aan de zijkant van Legoland uit. Op een paar plaatsen kun je even binnen spienzen. Dan gaan we maar naar Lalandia, op aanraden van een bekeurende parkeerwachter. Hij vertelt ons dat het heel prima is daar, maar wat er prima is kan hij ons niet duidelijk maken. Enfin, het blijkt een indoor activiteitencentrum annex winkelcentrum te zijn. Groot en mooi gedaan, maar meer bestemd voor andere doelgroepen als wij.
Al we dan even op een bankje zitten en bepraten wat we willen doen (morgen naar Legoland of niet) blijkt dat we er allebei geen zin meer in hebben. We gaan lekker relaxen bij de camper en nemen ons voor eind van de middag alvast naar de volgende plek te gaan. Zo gezegd zo gedaan en zoals altijd zitten er positieve en minder positieve kanten aan een besluit. Minder is dat we voor de deur gestaan hebben van Legoland en er waarschijnlijk nooit meer terugkomen. Positief is dat we 2 x 329 kroner entree, 299 kroner voor de grabbelkist (koopje in de winkel), 100 kroner voor wat te drinken,125 kroner voor de camperplek (alles bij elkaar omgerekend ongeveer 155 euro) niet uitgegeven hebben, lekker gefietst hebben en een relaxte middag in de zon gehad hebben. Oh ja, en onderweg ook nog een paar boodschappen meegebracht hebben, dan hoefden we dit later of morgen niet meer te doen.
’s Avonds staan we op een camperplek bij een, alweer, gestopte boer. Alles verkocht aan de buurman, incl. huis met recht om te blijven wonen zolang ze willen. Zij hebben zelf ook een camper en laten andere camperaars hier gratis staan. Lekker douchen en morgen het laatste stukje mooie weg.
Km-stand 86160 – 2585
Vrijdag 9 september 2016, dag 27.
Het zonnetje doet ons uitgeleide uit Denemarken. We hebben het idee dat we de hele vakantie goed weer gehad hebben, met soms een beetje regen. Maar dat hoort erbij.
We hebben gisteravond al het grootste gedeelte van de vliegen gekild, de enkelen die dat overleefd hebben waren daar ’s nachts niet dankbaar voor en dat hebben ze vanmorgen geweten. Daarna wisten ze niets meer. De camperplek waar we stonden was op zich een prima plek, maar we stonden wel zo ongeveer op de oude beerput waar iedere camper ook z’n toilet in kon legen. Je rook er niets van, maar vliegen konden er blijkbaar in en uit. Twee vliegen er in, honderden er uit.
We vertrekken richting Christjiansborg en vandaar op de 170 verder. Even de kroner geteld dan kunnen we voor dat bedrag nog tanken. Het is een mooie, heel heuvelachtige route. En dan staan we plotseling in Duitsland. Niets van gemerkt, geen winkeltjes, tankstations of wat dan ook gezien. Dan staan we even stil om te overleggen wat we zullen doen en stopt er een mevrouw naast ons ‘Kann ich helfen?’. Wij het probleem uitgelegd en dan wijst zij ons naar de supermarkt een klein stukje verderop: daar kun je met kroner betalen. Enfin, een dik half uur later zijn we weer op weg zónder kroner en mét o.a een paar flessen Aquavit.
Nog iets te melden? Nee, of het moet de file zijn waar we over een kilometer ongeveer een uur en een kwartier over gedaan hebben. Lang geleden dat ons dat gebeurd is. En dat allemaal omdat een paar stukken vangrail vervangen moeten worden na een ongeluk, aan de slipsporen te zien.
We vinden een leuke camperlek net onder Hamburg in Horst: bij restaurant de Horster Mühle. Lekker eten voor een zeer acceptabele prijs (heel anders dan in Denemarken dus) incl. gratis overnachting.
Morgen gaat het definitief naar huis waar we in de middag als verrassing hopen te arriveren op Thomas’ z’n verjaardagsfeestje. Benieuwd naar de reacties.
Km-stand
Zaterdag 10 september 2106, dag 28.
Goed geslapen en wakker geworden met een lekker zonnetje. Rustig aan want zo’n 400 km moet goed te doen zijn om tijdig op Thomas’ verjaardagsfeestje te verschijnen ergens tussen drie en half vier.
Het is druk op de weg en als we door de Elbe-tunnel gaan stokt het verkeer even. Een stuk later zien we aan de andere kant dat er geen enkele auto voorbij komt: autobaan afgesloten blijkt even later waar veel machines aan het werk zijn. Dan begint daar de file die uiteindelijk wel 20 km lang blijkt te zijn. Als we dan tegen elkaar zeggen gelukkig is dat aan de andere kant, die van gisteren was genoeg…. begint de file bij ons. Die 17 km lang was en ons 1 uur en 3 kwartier gekost heeft. Dus komen we niet om half vier aan, maar om half zes.
Iedereen blij verrast dat we er waren en gelukkig was de vlaai nog niet op.
Hiermee eindigt onze reis naar Denemarken. Op de foto’s de laatste camperplek.
Dit verhaal zal ongetwijfeld de komende tijd nog aangepast worden omdat het tot nu toe iedere dag voor de hand weg geschreven is. Met nalezen zullen er wel nog wat foutjes uitkomen, herinneringen boven komen die er alsnog in moeten enz.
Km-stand einde: 86860, totaal hebben we dus 3285 kilometer afgelegd.