Dag -9: zaterdag 27 februari 2016.
Nog een dikke week en dan gaan we van start. Maandag 7 maart is de datum. De route zal gaan via de autobaan in Duitsland, binnendoor in Oostenrijk en dan weer een flink stuk autobaan in Italië. Vervolgens zakken we langs de kust helemaal naar beneden.
Voordat het zover is, liggen er hier in huis nog wat klusjes. Te overzien en dus hopelijk ook klaar als we vertrekken.
Dag -3: vrijdag 4 maart 2016.
De eerste boodschappen zijn al ingeladen. De klussen zijn ook grotendeels klaar. De spanning stijgt….
Dag 1: maandag 7 maart 2016.
Weer: bewolkt, vochtig, ongeveer 4 graden
Km-stand: vullen we later in.
Alles paletti. Benieuwd hoe ver we vandaag komen. Vertrektijd zal toch wel rond de middag worden verwacht ik.
Tot het volgende bericht, als we weer ergens WiFi hebben.
Dag 1; maandag 7 maart 2016 (vervolg)
Km-stand bij vertrek: 70890 (0)
Weer: best vriendelijk, een graad of 4.
Kort na 12 uur zijn we onderweg. Het is maandag, dus er zijn nogal wat vrachtwagens onderweg, maar bij een eigen tempo van rond de 110 heb je daar weinig last van. Onderweg worden we getrakteerd op felle zonneschijn, afgewisseld met nog fellere sneeuwbuien. Langzamer rijden is soms echt noodzakelijk. Temperatuurtje van 1 gr. Het lijkt wel of we op wintersport gaan.
’s Avonds overnachten we in Leonberg, tussen Pforzheim en Stuttgart. Een prima plekje, behalve de 2 vrachtwagens die ’s morgens om half zeven weg moeten.
Dag 2: dinsdag 8 maart 2016.
Km-stand bij vertrek: 71331 (441)
Weer: een dunne 4 graden, maar droog.
Als we wakker worden is het steenkoud in de camper. De verwarming doet het niet.
Nu hadden we gisteren al op het grote display zo’n gasfles met een R erin gezien. Dat was nieuw. Toch maar eens kijken dan op de gasfles zelf en die is inderdaad bijna leeg. Hadden we toch gevuld toen we de vorige keer terugkwamen? Mm. Toch niet?
Eerstvolgende tankstation met LPG de fles vol gemaakt. Wat gepruts met het kleine display en inderdaad, storing weg, kachel brandt. Poeh. Nu is kamperen wel afzien, dat wel, maar dat betekent natuurlijk niet dat je niet lekker warm mag zitten :-).
Maar goed dat het zonnetje zo lekker schijnt…., totdat het flink begint te (mot-)sneeuwen. En ook weer ophoudt. In Kempten tanken we onder de zon, in Füssen zien we niks vanwege de sneeuw. Op de Fernpass ligt ook behoorlijk wat, maar dat is niets vergeleken bij de Brenner. De wegen zijn wel schoon en het is ook niet druk.
We zoeken de camperplek bij Bressanone (Brixen), maar die blijkt opgeheven te zijn. Dus rijden we door naar Chiusa (Klausen) waar we op de camping gaan staan; er is geen andere keus.
Brenner Pas
Dag 3: woensdag 9 maart 2016.
Km-stand bij vertrek: 71769 (879)
Weer: ’s morgens 4gr, overdag veel zon, hele dag droog en oplopende temperatuur tot 12 (!) graden.
We stonden inderdaad op de camping omdat de bijbehorende camperplek nog gesloten was. Heel erg goed verzorgd allemaal, maar wel rumoerig: de autobaan die 100 meter hoger tegen de berg aan ligt, de weg achter en voor de camping en de trein die onderin langs de rivier spoort. Toch goed geslapen.
Als we weg gaan en even ravitailleren op de camperplek (dat kon daar wel), parkeren we toch nog even bij het station om van daaruit het dorp te verkennen.
De route tot Trento is bekend terrein: vele keren Idro leidden over deze weg. Langs de uitgestrekte appelboomgaarden. Het voornemen is om een Wurstbude met een bezoek te vereren, mits we die niet later dan half twee passeren. En dat lukt: maar het is wel een schnitzel-champignons-kaas-frites geworden. De Wurst houden we tegoed voor een volgende keer.
Vanaf Trento houden we Verona aan en besluiten al rijdendeweg om daar op de camperplek te gaan staan en te voet de stad te gaan bekijken.
Een tijdje later staan we weer bij de Arena van Verona, waar we vroeger al eens een voorstelling van Aïda bijgewoond hebben. Nu even een selfie naar de kinderen gestuurd omdat er voor de deur WiFi beschikbaar was. Mooie stad.
Het balkon van Julia
Dag 4: donderdag 10 maart 2016.
Km-stand bij vertrek: 71970 (1080)
Weer: lekker, 14 gr, tot na de middag zon, dan bewolkt en in de bergen 4 graden.
Ondanks dat we aan de rand van het centrum stonden, was het heel rustig vannacht. De zon schijnt lekker als we vertrekken vanuit Verona. We gaan gelijk de autobaan op om de Po-vlakte over te steken. Daar is verder toch niets te zien. Onderweg vangen we de eerste insecten van dit jaar als plek op de voorruit. Goed teken, het wordt warmer.
In Bologna gaan we weer de baan af om binnendoor over de SS65 de Apenijnen over te steken. En dan duurt het niet lang of we zitten alweer volop in de sneeuw. Nogal verrassend, zo hoog is het allemaal niet, nog geen 1000 meter.
Onderweg bekijken we nog waar we willen overnachten en besluiten dan om om zo’n 45 km voor Florence toch maar weer de autobaan te pakken om uiteindelijk rond half zeven, het is al behoorlijk donker, te landen in Cortona. Beter: héél hoog bóven Cortona met een fantastisch uitzicht over de verlichte stad. Benieuwd of we morgenvroeg nog het Trasimenomeer kunnen zien van hieruit. Het is hier onderaan de voet van een burchtruïne heel eenzaam en ontzettend stil.
Dag 5: vrijdag 12 maart 2016.
Km-stand bij vertrek: 72338 (1448)
Weer: 8 gr, oplopend tot 17 gr. Veel zon en droog.
Inderdaad, een wel heel erg stille nacht. Nu zien we ook het prachtige uitzicht vanuit onze plek aan de voet van de burcht. Een etage lager ligt een grote kerk en dat is onze eerste stopplaats, na 50 meter dus. Voor de kerk is een groot plein dat ook gebruikt kan worden als camperplek, ruimte zal dus overal. Maar totaal geen ruimte is er als we afdalen naar Cortona. Op enkele P-plaatsen, langs de weg en op alle andere onmogelijke plekken staan auto’s. We kunnen de camper (maar ook geen andere auto) niet kwijt om de plaats te bezichtigen. Terugrijden naar de camperplek is geen optie, dat is toch te ver om te lopen naar het plaatsje. Dan maar onverrichterzake verder over de soms zeer slechte Italiaanse wegen naar Orvieto. Zou een mooi dorp moeten zijn. We parkeren op een camperplek onderaan de funicula en vinden vervolgens dat het allemaal wel tegen valt daarboven in de stad.
Onderweg zien we dat de natuur steeds een beetje verder is. De eerste fruitbomen staan al in bloei.
Zo gaat de reis verder naar de camperplek in Anagni die we in het boekje uitgezocht hebben. En alweer is het donker als we daar arriveren. Omdat we geen zin hebben om nog een stuk naar boven te lopen naar een pizzeria, worden er pannekoeken gebakken. Na een lekkere douche en een krimi op TV is het goed slapen.
Dag 7: zaterdag 12 maart 2016.
Km-stand bij vertrek: 72608 (1718)
Weer: 12, oplopend tot 17 gr, soms een stuk minder. ’s Morgens veel zon en tot ’s avonds droog.
Links naar boven ligt het dorp, vooruit een kilometers ver uitzicht over het dal. Mooi!
Gisteravond rond 11 uur vond een stelletje snuiters het wel leuk om met die kleine autootjes wat rond te scheuren over de camperplek hier. En dat nadat iemand van boven af een knaller naast de camper gegooid had. Toby is uren niet meer te zien geweest.
Vanmorgen om 6 uur begon de buurtreis. Toen we later opstonden waren er een 20 auto’s naast ons geparkeerd. Wat we nu weten: Italianen zijn ’s morgens zeker zo luidruchtig als de rest van de dag. Favoriete bezigheid: OH-en tegen alles in. Dat merken we ook als we ’s morgens de radio aanzetten. Letterlijk nog niet 1 zender te vinden met muziek. Alléén maar geklets!
Het goede van de plek: ze is gratis en er is een gratis en werkend, sanistation. Aldus helemaal bijgewerkt vertrekken we naar Napels. Voor de vierde keer in Italië over een stuk autobaan. Wel mooie stukken. Ook noodzaak, we willen vandaag Napels bekijken en op deze manier kunnen we daar direct na de middag mee beginnen.
Onderweg zien we links de bergen nog vol sneeuw liggen. op TV hebben we op het weerbericht gezien dat de onderste helft van Italië code oranje heeft vanwege harde wind en felle buien. Boven de weg wordt ook aangeven dat het tot Napels heel hard waait. Niet echt nodig, we hadden het zelf ook al gemerkt…
De camper staat nu op een dure plek (20 euro) op 2,5 km van het centrum midden tussen de flats. Toch is het behoorlijk stil hier. De plek is 24 uur bewaakt en de bus stopt nog geen 100m hiervandaan. Voor de eerste keer staan we ook niet alleen.
Een stukje verderop bij de Tabachi kopen we 2 kaartjes à 1 euro ondanks dat we gelezen hadden dat niemand hier z’n kaartje afstempelt. Je weet maar nooit. Maar inderdaad, van de tientallen mensen die we hebben zien instappen, stempelde niemand. Kan zijn dat ze een abonnement hebben, maar we hebben ook geen enkele controle gezien.
Wat moet je zeggen over Napels? Er rijdt geen auto zonder deuken, niemand heeft respect voor een ander, inhalen kun je met z’n drieën naast elkaar op een eenbaansstraat, liefst ter hoogte van de voetgangersoversteekplaats, bussen rijden gewoon rond alsof er geen ander verkeer is, P-verboden hebben geen enkele zin, fietsen mag, brommen is beter, motor nog beter, ambulance met sirene heeft voorrang, politie niet, maar gezien de drukte gaan beiden net zo snel, iedereen toetert, niemand luistert.
Het stikt er van de monumenten, maar die vallen nauwelijks op omdat alle andere gebouwen net zo oud en net zo aan onderhoud toe zijn.
Van links naar rechts, van voren naar achteren en van beneden tot heel hoog zit de stad vol met graffiti en aanplakbiljetten. De meeste daarvan zitten weer vol met graffiti en veel graffiti zit vol met enz.
Alles bij elkaar een heel speciaal sfeertje dat zich niet in foto’s laat vangen.
Nadat we een pizza gescoord hebben, doen we er 2 uur over om met de bus terug bij de camper te komen. Waarom die bus zo lang wegbleef zullen we nooit te weten komen. Hoe dan ook, die 2,5 km bergop lopen was ook geen optie. Mede omdat het nu echt begon te regenen.
Napels camperplek. Op de achtergrond de Vesuvius.
Dag 8: zondag 13 maart 2016.
Km-stand bij vertrek: 72781 (1891)
Weer: afgelopen nacht regelmatig regen. Verder de hele dag zon. Een graad of 17.
We hebben een semi-rustdag gepland: geen wekker en een heel korte route naar de Vesuvius. Maar dat blijkt uiteindelijk niet zo te zijn.
Om te beginnen kost het 2 uur om Napels uit te komen en dan is het nog maar zondag! Maar zelfs op zondag is het verkeer hier gekkenwerk. Als de ruimte om in te halen voor de scooter ongeveer 10 cm is, komt ‘ie er langs en is dan kwaad als dezelfde ruimte 9 cm wordt. Tel daarbij op de veelal zeer slechte wegen en de chaos is compleet.
De schroeven, bouten en moeren die nu nog vast zitten in de camper gaan waarschijnlijk nooit meer los na uren rijden over patchwork-wegen, gemaakt van stukjes dun en dik asfalt, gaten tot zo’n 20 cm diep, beton, hoog- en diepliggende putten, romeinse bestrating en moderne namaak daarvan en denk er verder alles bij wat er op dat gebied gebruikt kan worden.
Als we dan eindelijk de enige toegangsweg naar de Vesuvius oprijden, blijkt het begin daarvan nog slechter te zijn en de rest ‘niet erg breed’ met haarspeldbochten uit het boekje. Boven aangekomen worden we door een vriendelijke meneer erop gewezen dat we 200 meter terug eerst een kaartje à 10 euro moeten kopen. Volgens de loketmeneer is het zo’n 20 minuten lopen naar de top en dat blijkt (voor mij) een dik uur te zijn. Onderweg fantastische uitzichten op Napoli en de zee. De krater spuwt wat damp uit en is verder gelukkig stil. Maar de opmerking in het Womo-boekje dat we nu op de enige werkende vulkaan van Europa staan klopt natuurlijk niet. IJsland is toch ook Europa?
Als we doorrijden bereiken we na 45 km en anderhalf uur Napels en voorsteden de uitgezochte camping, ongeveer 100 meter voor de toegang tot de opgravingen van Pompei, maar dat is voor morgen.
Als we staan hebben we eerst storing aan de verwarming/boiler, vervolgens valt de stroom uit (of andersom) en lukt inloggen op Wifi ook niet. Maar de plaats is prima en de rest is uiteindelijk ook opgelost. Morgen de site bijwerken. Vandaag is de energie ècht op.
Dag 9: maandag 14 maart 2016.
Weer: Nèt geen 18 graden vandaag, maar wel veel zon en weinig wind.
Vandaag, maandag lopen we 100 meter en 2000 jaar terug in de tijd, naar het oude Pompei uit de tijd van zeker 200 vC tot 79 nC. In dat laatste jaar was er een uitbarsting van de Vesuvius die de stad bedekte met zo’n 3 meter as. Degenen die dat overleefden en zich verscholen hadden in de huizen, werden enkele uren later door een pyroclastische stroom gedood. Weer een paar uur later kwam er een nog hevigere om weer enkele uren later gevolgd te worden door een aardbeving. Toen lag er 5-6 meter as. Daken waren intussen al ingezakt, de topgevels weggeblazen en sommige muren verplaatst van de fundering. Niets levends bleef over in deze grote stad. Heel indrukwekkend allemaal om te zien. We hebben nog een boek gekocht om het allemaal nog eens na te kunnen lezen. Op Discovery of National Geographic is een hele serie geweest over Pompei. Thuis eens proberen of die op DVD te krijgen is. Hier niet gevonden.
In het womo-boekje stond dat je vooral niet in het weekend moest gaan. We zegen gisteren bij aankomst ook dat het erg druk was. Nu waren er -tig schoolklassen en evenzovele Japanners en Amerikanen.
De camping/camperplek Fortuna Village waar we staan is prima. Keurig onderhouden en alles netjes. De WiFi laat te wensen over: alleen in het kantoortje werkt het redelijk. FaceTime met Thomas cs is gelukt, met Tessa cs wil het niet.
Net achter de camping loopt het spoor, maar daar hebben we geen last van omdat er een hoge muur tussen staat. Ook de drukke weg voor langs de camping, die een stuk hoger ligt, stoort niet. En dat alles voor 15 euro/nacht.
We scoren maar weer eens een pizza in het restaurant aan de ingang van de camping. Vanavond kijken wat en hoe we morgen doen.
Camping Fortuna Village
Abbey Raod
Dag 10: dinsdag 15 maart 2016.
Km-stand bij vertrek: 72857 (1967)
Weer: 17 gr, zon en wolken afwisselend
Route: Pompei, Castellammare di Stabia, Sorrente, terug naar Vico Equense en proberen via Amalfi te rijden. Maar dat gaat niet door: daar mag je alleen met de camper komen tussen 24.00 06.30, weer terug naar VE, Salerno, Agropoli (overnachting).
We rijden constant door bebouwing; alles staat hier vol. Afwisselend industrie en wonen. Op zich wel aardig om te zien, maar het schiet voor geen meter op. Gemiddelde snelheid zal op 20 km of zoiets liggen.
Wat we wel concluderen tot nu toe: Italië is een ontzetten smerig en erg verwaarloosd land. Tip voor de overheid: laat iedereen die geld krijgt van de staat en/of in de bak zit, iets doen. We zien wegen waar kilometers lang aan beide kanten alleen maar vuilnis ligt. Onderhoud van de wegen???? jaren geleden.
En dan denk je, Napels gehad. Er kan me niets meer verbazen. Helaas
Iedereen doet maar wat op de weg, regels zijn er gewoon niet.
Doorgetrokken streep midden op de weg? Geeft het midden aan, heeft geen andere functie. Dubbele doorgetrokken streep? Idem, het midden is alleen wat duidelijker. 50km bord? Geen idee waar dat voor dient.
Op de fiets want dat gaat sneller? Gekkie, ik ben Italiaan en rij auto! Ook de ‘oudere meneer’ die de eerst gefabriceerde Panda gekocht heeft toen hij al ruim de 75 gepasseerd was. Zijn zus ook. Geen recht stukje plaatwerk er meer aan, maar het rijdt nog wel.
Op enig moment komen we bij werk aan de weg uit. D.w.z. een bord en een bijbehorend stoplicht. Tegenverkeer moet wachten. Komt meer voor. Maar: als er en vrachtwagen vooraan staat, kunnen er een aantal achterrijders best nog voor die vrachtwagen gaan staan. Vervolgens komt er 100 meter verderop een weg van rechts. Degenen die daarop zitten moeten deze en de andere kant uit. Weer honderd meter verder is de linker weghelft afgesloten omdat mannen aan touwen tegen de berg hangen om bomen te snoeien. Niemand wacht, alles kruipt langs elkaar. Veel ongeduldigen draaien om en staan dwars op de weg. Dan komt er aan ambulance met loeiende sirene. Iemand anders wil wegrijden van de geen-parkeerplek…. enfin, we hadden 1 uur oponthoud over een stukje van een paar honderd meter. Een onvoorstelbare chaos.
Maakt niets uit, we hebben vakantie. Een klein stukje verder nemen we de verkeerde afslag, komen op een stukje autobaan terecht en moeten daarvoor ‘boeten’ met € 2,10 op het eind. Terug dus, maar we komen wel niet diezelfde autobaan op, maar er langs, vervolgens moeten we weer over dat stuk weg met dat uur oponthoud. Shit.
Maar wat is? File weg en we rijden zo door. Italië.
We landen op een heel grote P-plek die in het boekje staat als camperplek, maar waar geen bord (en geen auto) te bekennen is. Naast het theater van Agropoli. Tegen 9 uur (als de voorstelling begint) staan er wel honderden auto’s, het onweert uren lang en regent pijpenstelen. Lekker geslapen.
Flesje Limoncello kopen in Sorrento
Vico Equense
Dag 11: woensdag 16 maart 2016.
Km-stand bij vertrek: 73006 (2116)
Weer: voorspeld is regen maar het wordt 17 gr met zon.
Route: We nemen het witte weggetje pal langs de kust om uiteindelijk op de SS18 uit te komen. Na luttele km’s een bord langs de weg: afgesloten voor doorgaand verkeer. Dus 5 km terugrijden omweg nemen. Vervolgens weer terug op die prachtige witte weg en…. een aantal km’s verder weer een bord en een versmalde passage: alleen voor inwoners Absoluto vietato passagio. Daar hoef je geen Italiaans voor te kennen. Geen enkele aanwijzing voor een omleiding, die uiteindelijk meer dan 50 km blijkt te zijn.
Tegenover de P-plek van gisteren was een stadsparkje waar bij de ingang een groot bord stond met daarop 24 verbodsborden en 4 gebodsborden over wat er allemaal wel en niet mocht. Het was er wel schoon, het kan dus toch!
Het belangrijkste staat hierboven wel bij de route. Volstaan we met te zeggen dat het een heel mooie route was en we eigenlijk blij zijn met de omleiding. Onderweg bij een Pharmacia nog een doosje met Ventolin gekocht. De discus ligt ergens thuis.
Nadat we de camperplek in Diamante per ongeluk voorbijgereden zijn, landen we op een camping-camperplek in Belvedere Marittimo. En die naam klopt prima, behoudens dat er de toevoeging ‘disordinato’ aan zou moeten. Rommelig dus.
De eigenaar, een man die zo voor de jonge Catweazle zou kunnen doorgaan, is heel behulpzaam. Zelfs zonder ook maar 1 woord anders te kennen als Italiaans.
’s Morgens regent het pijpenstelen en de eigenaar is weg. We hangen het tientje voor de overnachting in een plastic zakje aan de voordeur van zijn huisje in de hoop dat het goed komt.
Morgen echt de boot op naar Sicilië?
Camperplek Belvedere Marittimo
Dag 12: donderdag 17 maart 2016.
Km-stand bij vertrek: 73238 (2348)
Weer: ’s Morgens heel veel regen, tot rond de middag. Daarna weer een graad of 18 en lekker zonnetje tussen de wolken door.
Route: SS18 tot Villa San Giovanni en met de boot naar Messina. Dat omleidingengedoe blijft een probleem. Midden in een dorp op het kruispunt weg opgebroken met een hek erlangs. Iemand anders maakt de doorgang met zijn geparkeerde auto wat smaller. Met hulp van een plaatselijke winkelier lukt het met heen- en terugzetten toch.
We rijden rustig de SS18, prachtige weg met soms wel heel veel vuilnis langs de kant, naar beneden en zijn ruim op tijd bij de veerboot. We volgen gewoon de borden ‘imbarcamento’ en staan dan voor een viaduct met een max. doorrijhoogte van 2,50m. Een stuk terugzetten, draaien en verder, 50 meter en dan staan we midden in de afhalende ouders bij de school. Links en rechts getoeter, maar we kunnen niks.
Een tijdje later staan we voor de inscheping, maar niet voor ons. De man die er bij staat maakt duidelijk dat het alleen voor vrachtwagens is en wijst ons vervolgens richting datzelfde viaduct.
Dat een kaartje 100 euro kost volgens het boekje klopt niet: het is maar 98,98, maar dan wel retour. Maar, na kaartje kopen, wachten en wachten enz., 30 minuten varen, is het uiteindelijk donker als we op Sicilië staan. We zoeken de camperplek op die ergens in de haven 928 moet liggen. Als we daar gearriveerd zijn, blijkt het een heel grote parkeerplaats, recht voor de kazernepoort van de militare marittime. En wéér staan we helemaal alleen.
Camperplek Messina-haven
Messina
Dag 13 vrijdag 18 maart 2016.
Km-stand bij vertrek: 73469 (2579)
Weer: lekker zonnetje.
Route: We rijden eerst naar de meest noord-oostelijk punt van Sicilië. Dan een stukje langs de noordkust naar het westen om dan door te steken terug naar Messina. Kort na Messina gaan we de SS114 op. Geland op camperplek Eden in Giardini Naxos, met uitzicht op de Etna.
Ook deze SS114 is grotendeels volgebouwd. Het kan ook bijna niet anders want landinwaarts zien we alleen bergen.
We arriveren halverwege de middag op de uitgezochte camperplek Eden en oh schrik, we zijn zeker niet alleen
Rond half zes vragen we de baas of er ergens een supermercato is en die wijst pad door, dan rechts af en verder. Een aardige Italiaan hoort dat en zegt in het duits wacht maar even want ik ga daar ook naartoe, dan lopen jullie maar mee. Met een man of zes gaan we dan op weg. Zeker een dikke 2 kilometer wandelen.
Op de terugweg scoren we maar weer eens een pizza en nu een uit het boekje. Samen met de halve liter wijn heeft dat voor een onrustige nacht gezorgd. Waarschijnlijk door de vermoeidheid.
Messina
Torre Faro met zicht op het vasteland
Dag 14 zaterdag 19 maart 2016.
Km-stand bij vertrek: 73586 (2696)
Weer: lekker zonnetje en rond de 20 graden.
Route: geen
We hebben besloten om vandaag en morgen hier te blijven. ’s Morgens is er een artisanale markt een stuk verderop, bijna net zover als de supermercato. We kopen iets leuks voor Fee en Liv.
’s Middags pakken we de bus naar Toarmina. Maar eerst worden we verplicht om Toby terug naar de camper te brengen. Hij zou in de bus alleen meemogen in een grote tas (geen grapje!)
Te vertellen is er weinig, te zien genoeg: prachtige uitzichten vanuit de leuke plaats Taormina.
Piép oét. Morgen Formule 1 op TV.
Mercato artisanale
Taormina
Allemaal marmer
Kenmerkend voor Taormina: die koppen
Dag 15 zondag 20 maart 2016.
Km-stand bij vertrek: 73586 ()
Weer: lekker zonnetje en rond de 20 graden.
Route: geen
Tja, dat heb je als je op vakantie bent: wie denkt er nu aan dat de Formule 1 ’s morgens om 6 uur start in Australië en de herhaling op RTL (Duits, want Nederland krijgen we niet) al om half negen begonnen is. Pech, ook voor Max, dat hebben we wel gezien. Volgende keer beter.
Als troost: vanavond Tatort.
Zicht op de Etna
Dag 16 maandag 21 maart 2016.
Km-stand bij vertrek: 73586 (2696)
Weer: lekker zonnetje en rond de 20 graden.
Route: van Eden uit naar de P-plek op de zuidflank van de Etna op 2000 meter. Daar blijven we weer een nacht staan.
Eindelijk kwam de bakker ook eens op tijd vanmorgen. Niet toen we nog lagen te slapen en hij maar tuut-tuut, maar we waren zelfs al aangekleed.
Harrie, zo hebben we de baas hier genoemd loopt al met zijn kenmerkend loopje naar voor en achter. Als we aangeven dat we willen vertrekken vraagt hij nu? Nee straks een keer. Oh, dus even later vertrekt hij met zijn SL500 richting..?? Wat je al niet allemaal kunt overhouden van 7 euro per dag, want dat moesten wij betalen, all-in, exkl. douche. Maar dat doen we sowieso veel liever en gemakkelijker in de camper.
Na de middag rijden we naar de zuidflank van de Etna. Vanaf 1400 m hoogte ligt er al weer sneeuw. Als we boven aankomen is het nog maar 13 graden.
Tegen de avond begint het flink te waaien en dat gaat de hele nacht door. Je wordt zo in slaap gewiegd.
Het is een onwerkelijke omgeving hier. de plek waar we staan is nogal glooiend asfalt, geen recht stuk te vinden, hier en daar wat winkeltjes en een vulkaan die net 10 jaar geleden hier de heleboel fors overhoop gezet heeft. Ook nu zie je de regelmatige ‘poef’ boven er uit komen. Maar net zoals in het verkeer trekt zich daar ook niemand iets van aan. Op deze kale, koude asfaltplek zonder iets erbij, moeten we wel 12 euro betalen.
Catania
Dag 17 dinsdag 22 maart 2016.
Km-stand bij vertrek: 73633 (2743)
Weer: lekker zonnetje en rond de 20 graden, als we van de berg af zijn, bewolkt.
Route: via Nicolosi naar Acireale aan de kust. Kustweg volgen via Catania tot Brucoli (camperplek)
De Etna heeft 4 grote kraters en meer dan 400 kleinere. Daar komen nog steeds nieuwe bij.
De plek waar we staan werd in bij de uitbarsting van 2001 bedekt onder een metersdikke laag lava, allen het beginstation van de kabelbaan kon gered worden door het opwerpen van wallen. Het gevecht tegen een stroom lava die met een snelheid van 10m/sec (36 km/u) naar beneden stroomt.
Waar we dus nu staan, ligt meters hoger dan de oorspronkelijke plek en dat geldt ook voor de hele weg naar beneden.
Het is helder met volop zon, maar het dal inkijkend is dat snel afgelopen, dat zit redelijk dicht. De weg bergaf is erg indrukwekkend omdat die helemaal door de lavastroom van 2001 naar beneden gaat. Onderweg komen we een huis voorbij waarvan alleen het dak nog boven de lava uitsteekt. De lavastroom is uiteindelijk enkele honderden meters voor de plaats Nicolosi tot stilstand gekomen.
In Acireale stoppen we om de plaats te bekijken. De moeite waard.
Vervolgens rijden we midden door Catania, waarover in het boekje geen goed woord te vinden is.
De camperplek die we uitgezocht hebben ligt in Brucoli en is gratis: niets te doen in het dorp maar wel een aantal restaurantjes. Wat wil je nog meer. Nou ja, misschien een mogelijkheid om de camper ietsje rechter te kunnen zetten? Laat maar zitten, tot morgen.
Huis ten onder gegaan in de lavastroom.
Dag 18 woensdag 23 maart 2016.
Km-stand bij vertrek: 73742 (2852)
Weer: afgelopen nacht wat buien en een fors toenemende wind.
Route: naar Syracuse (Siracusa)
Na het ‘tot morgen’ van gisteravond zijn we het dorp ingelopen, want er moest nog gegeten worden. Raad eens? Pizza! Maar dan wel een culinaire! Erg goed.
Vanmorgen werden we wakker met wat nakomende regendruppeltjes, afgewisseld met een lekker zonnetje.
Eerst maar eens kijken waar naar toe: de kustweg langs naar Augusta. Als we weg willen rijden brandt het lampje ‘motor controleren’. Dat hebben we maar eerst eens nagekeken in het boekje en daar staat natuurlijk garage opzoeken, maar het kan niet echt kwaad. Iets met de inspuiting. Aangeraden wordt om niet te snel te rijden, terwijl het verbruik fors kan toenemen.
In Augusta besluiten we om de plaats gewoon door te koetsen en dat is een goed besluit: er is niet echt veel interessants te zien.
Onderweg staat een heel erg harde wind, stuur met 2 handen vasthouden. Op enig moment moeten we een viaduct van een paar honderd meter over dat hangt boven een kloof die uitmondt in zee. Zeer beangstigend!
Dan gaan we naar Siracusa (of Syracuse zoals het bij ons heet). Aan het begin van de stad ligt een Fiat-garage, hoi! De hele nette man is ontzettend behulpzaam, maar spreekt geen woord anders dan Italiaans. We weten hem duidelijk te maken dat er een lampje brandt en dat het misschien iets te maken had met de kat die afgelopen nacht onder de motorkap zat. Hij haalt de computer erbij, sluit aan, doet van alles en het lampje is uit. Hij wenkt ons mee naar binnen, draait een papier uit dat we na terugkomst aan onze dealer moeten laten zien en wil vervolgens ‘niente’ voor de moeite hebben. Dat kan nooit de man zijn die die bergen rotzooi naast de weg gooit.
We stellen de navigatie in op de Grieks-Romeinse opgravingen in die stad. Dat blijkt zeer de moeite waard. Aan een kant van het park ligt een Romeins amfitheater van 300 nC., aan de andere kant een Grieks amfitheater van 500vC. (!) Vlak daarbij ligt een grot die het ‘oor van Dionysus’ genoemd wordt. Een ongelofelijke akoestiek in een overweldigende ruimte. De foto’s zeggen de rest.
Dan wordt het lastig: als we de stad nog willen bekijken moeten we er ook overnachten. Doorrijden is dan niet meer haalbaar. Gelukkig blijven we want Syracuse is een mooie stad. Schoner dan andere en een geweldige dom op een prachtig plein. Ook hier: de foto’s zeggen de rest.
We hebben de camper (alweer gratis) in de haven staan, samen met nog zeker een tiental andere. Dat zit dus wel weer goed.
Brucoli
Opgravingen Siracusa, Romeins amfitheater
Grieks amfitheater
Het oor van Dionysus
Siracusa
Dag 19 donderdag 24 maart 2016.
Km-stand bij vertrek: 73797 (2907)
Weer: tegen de 20 gr.
Route: we hebben een nieuwe route bedacht: Siracusa-Avola-Palazzolo-Vizzini-Caltagirone.
In Palazzolo zoeken we de eerste camperplek, niet om te blijven staan, maar om te parkeren, eten (middag) en de stad te bekijken. De route is keurig aangegeven…. tot daar waar de weekmarkt plaatsvindt. Nou ja, dan rijden we toch om? Uiteindelijk hebben we in het centrum zeker 5 keer het politiebureau gezien en geconstateerd dat de soms erg smalle straatjes na zoveel keer doorrijden, niet breder werden.
In de natuur zien we dat alles al heel groen is. Op enkele boomsoorten na staat alles in blad en bloei. We hebben weer een prachtige route met fantastische uitzichten, volledig recht doende aan ‘de reis is het doel’.
Uiteindelijk besluiten we om een camperplek aan te doen die als agri-turismo in het boek staat. Dan blijkt dat we de hele dag een rondje gereden hebben, want het laatste stuk hebben we al eerder gezien. Het allerlaatste stukje echter is een heel steile een-auto-brede weg naar boven, die uitmondt in een heel erg onverwachte plek. Een camperplek waar een stuk of 10-12 campers hun eigen haven kunnen hebben met stroom en water-aansluiting, volledig bestraat. We staan alleen.
Dan komt er een man van boven af aangelopen en met een paar woorden duits maakt hij ons duidelijk dat het 10 euro kost en het restaurant ‘auf ist’ Dan komt de volgende verrassing. We lopen naar boven en daar ligt een restaurant waar zeker 100 mensen tegelijk ruim kunnen zitten en eten, onderverdeeld in diverse ruimtes. We worden uitgenodigd om lekker voor de brandende open haard te gaan zitten en er wordt gevraagd wat we willen eten? Pizza? Nee, vandaag niet. Willen we nu eten of om 8 uur (het is nu 7). Liever nu, prima en weg is de mevrouw die dat vroeg. Oh ja, wijn bij het eten? Ja, prima. Water? Welk?
Oké.
Enige momenten later wordt er een liter rode wijn op de tafel gezet en een fles water. Na een half uur, komt de primi piatti. Een groot bord vol met allerlei lekkers en een lust om te zien. Vervolgens: een bord pasta met fungi, een bord met diverse soorten vlees van het rooster met een grote kom salade, kleine zoete warme wafels met iets lekkers erin en chocolade eroverheen, dat kwam nog een keer nu zonder chocolade en tot slot koffie. En dat alles voor 50 euro incl. de overnachting, voor de enige twee gasten van de avond.
De man van het begin bleek er niet te werken en de vrouw van het begin ook niet, zij gingen al direct naar huis. Hij had, zo vertelde hij, in 1989 (en verder?) in de zomer ijs verkocht in Duitsland, in Moosbach en in Heidelberg.
De zoon van de boer was ook de gastheer en deed dat voortreffelijk.
De restanten van… in de haven van Siracusa
Camperplek Valle dell’Elsa – Piazza Armerina
Dag 20 Goede Vrijdag 25 maart 2016.
Km-stand bij vertrek: vergeten
Weer: minder dan 20 gr.
Route: Piazza Armerina (Villa del Casale)-Enna
Na het stuk terug vanaf de boerderij komen we terug op de weg. Omdat wij volgens de navigatie kwamen van een stuk onderweg, worden we verkeerd gestuurd: links in plaats van rechts. Een kwartier later staan we voor een onverharde weg met grote modderpoelen. Dan toch maar een stuk achteruit en terug. Denk je dat je van de smalle straatjes in de doren en stadjes af bent, krijg je dit. Smal èn modder.
We gaan eerst naar de Romeinse Villa. Geweldig! Gebouwd door een Romeinse keizer en/of diens zoon ongeveer 3-4e eeuw nC. Prachtig bewaard gebleven mozaïeken en alles even groot. Het kapitaal spat ervan af. En we moeten de Italianen nageven: de restauratie en de manier waarop alsmede hoe het er nu bij ligt, petje af.
Bij de kassa hangt een briefje waarop staat dat 65+-ers de volle prijs betalen! Waarschijnlijk om van het gezanik van al die mensen af te zijn die een Womo-boekje hebben waarin staat dat zij gratis toegang hebben. Wij vonden die investering dubbel en dwars de moeite waard.
Dan rijden we door naar Enna..
Rond 4 uur arriveren we boven op de berg. Geen vierkantje cm parkeerplek meer te vinden. Omdat in het womo-boek staat dat je òf ’s morgens op tijd òf later in de middag moet komen, besluiten we te wachten. We parkeren naast de burcht dubbel en hopen dat er plek komt. Een half uurtje later gaat er inderdaad een auto weg en we vragen aan opa in het kleine rode autootje naast ons die daar al die tijd al zat te slapen of hij niet ook weg wil gaan, dan hebben wij 2 plekken en kunnen we parkeren. Dat doet hij gelukkig.
Dan begint het onvoorstelbare deel van het verhaal. We laten Toby in de camper en lopen om het kasteel heen naar het dorps-centrum. Nog steeds nergens vrije P-ruimte te zien.
In het centrum lopen we ineens achter een processie aan, met voorop een schrijn met het lichaam van Jezus en daarachter blazers en heel veel zingende mensen, allen in een soort van katholieke kruisvaarders kledij. Het klinkt geweldig en ziet ook zo uit. Enige tijd later lopen zij langs de kerk en wij zien door de zijingang veel mensen naar binnen gaan. Wij daar achteraan. Vervolgens komt eerst heel plechtig de schrijn, gedragen door zeker 20 mannen, de kerk in. Daarachter volgen misschien wel 100 groepen, allen met dezelfde soort kledij maar het eigen kenmerken en kleuren. Allen dragen ze iets mee, een kruis, lampen, geschenken, bloemen die een tafereel uitbeelden en nog van alles. De muziek heeft buiten afgehaakt en hebben we niet meer gezien, dat was wel jammer. Op het eind komt er nog een groep die Maria meedraagt, ook met zeker 20 dragers.
De kerk zelf is eenmalig mooi. Je blijft kijken naar alle hoeken. Morgenvroeg misschien nog even terug gaan als niet alles mudvol staat.
Als we om half acht terug komen bij de camper is er nog geen enkele auto weg. Hoeveel geluk kun je hebben: de enige auto die vertrok en een oude opa die meewerkt en de hond thuis laten want die mag niet mee de kerk in?
Welke van de 40 foto’s moten we hier nu bij zetten?
Vanavond Wiel nog even gebeld en gefeliciteerd met zijn verjaardag.
Cactusplantage
Villa del Casale – Piazza Armerina
Villa del Casale – Piazza Armerina
Enna
Dag 21 zaterdag 26 maart 2016.
Km-stand bij vertrek: 74091 (3201)
Weer: tussen de 10 en 16 gr. ’s Morgens zon, frisse wind, begin vd middag regen en bij aankomst bij Valle dei Tempi weer droog. Soms zon.
Route: vanaf Enna via de SS117bis naar Caltanissetta en dan naar Agrigento.
Terugkomen op gisteren. Bij de Tourist info in het Castell Lombardy leren we het volgende. De processie van gisteren is eigenlijk op Palmzondag al begonnen. Vanaf die dag trekken er iedere dag op verschillende uren de 16 broederschappen uit de omgeving naar de Dom van Enna. Meer dan 2500 mensen doen aan die uit de 16e eeuw stammende traditie mee. Het gaat om de Madonna van de 7 lijden. Zij komt ook als laatste de kerk in. Er zit nog heel veel meer omheen aan festiviteiten in zoals het hier heet de Heilige Week.
Als we ontbeten hebben besluiten we toch nog maar even het Castell, d.w.z. de ruïne, te beklimmen met bovenstaande info en een boel mooie foto’s tot gevolg.
Vervolgens zetten we koers via weer een heel mooie route met iedere keer weer prachtige vergezichten, naar de verzorgingsplaats in Caltanissetta, waar we water en toilet lozen. Van daaruit gaat het naar de Griekse tempels in Agrigento ‘Valle dei Templi’. Ze stammen uit de periode van ongeveer 500 voor Christus. Het is geen vallei, maar een plateau van enorme afmetingen. We hebben er zeker 3 uur gewandeld om van begin tot eind en terug te komen.
Overnachten doen we op de parkeerplaats bij de ingang die ook als camperplek dienst doet.
Enna
Valle dei Tempi – Agrigento
Dag 22 Paaszondag 27 maart 2016, ingang zomertijd.
Km-stand bij vertrek: 74191 (3301)
Weer: strakblauwe lucht, in de loop van de middag dik 20 graden (achter de camper in de zon gevoelsmatig minstens veel meer dan 25!
Route: Vanuit Agrigento naar Lido Rossello, Eraclea Minoa, camping Village Kamemi in Ribera (67 km)
Een heel korte route vandaag, maar genoeg te beleven. Het begint al (ongepland) in de kern van Lido Rossello. We moeten langs een plein waar nogal wat mensen staan, voornamelijk ouderen. En daar is het nogal smal. Tussen de uitstekende kont van een Fiat (what else?) en een lantaarnpaal zitten luttele cm’s. Eerst precies ertussen, dan de spiegel om de paal ‘buigen’, aan de kant van de Fiat nog 1 cm over, dan een stukje door, bij de luifel en bij de Fiat nog 2-3 cm. Maar, je raadt het al, met de hulp van minstens 12 van die mannen die voor en achter, links en rechts aanwijzingen stonden te geven is het prima gelukt. We hebben geen idee of de eigenaar van de Fiat er ook bij was :-).
Dan zien we een uniek stuk kust van Sicilië, Scala dei Turchi, geflankeerd oor heel witte stukken rots. Die is samengesteld uit een soort heel witte verharde klei of leem. We maken een korte wandeling langs de rand van de kust.
Daarna nog 13 km en we zijn op de camping. Hier blijven we tot dinsdag is de bedoeling.
Tegen etenstijd stappen we op de fiets en trappen naar een restaurant. Helaas, vol. Dan naar een ander. Helaas vol. Terug naar de camper: frietjes met vis en kersen na. Minstens net zo goed, toch?
Zittend op de bloemstengel van een Agave
Dag 22 Paasmaandag 28 maart 2016.
Km-stand bij vertrek: 74258 (3368)
Weer: rond de 20 gr. en veel zon. Uit de wind is het heet!
Route: geen, we staan op de camping.
WiFi blijft een probleem, overal waar je komt. En het is toch zo simpel: zet een vrij netwerk op en iedereen in de buurt kan er gebruik van maken. Nee, er worden de meest ingewikkelde constructies bedacht, soms om een paar centen ervoor te vragen, andere keer voor ??? Enfin. Hier kost het 1 euro voor 60 minuten. Tussendoor kun je uitloggen en dan stopt de klok. Mar wat is? Als je er in zit, kun je er niet meer uit en de 60 minuten blijken uren te zijn. Leg het me maar uit.
De Italianen die hier in de buurt staan hebben vanmiddag de BBQ aangemaakt. Een stukje verderop ook. Zeer verbazingwekkend dat de brandweer van de omliggende dorpen niet met gillende sirenes is komen aanrijden. Nu durven wij vanavond ook.
Verder is er dan ook niks te vertellen vandaag.
Intussen hebben we door hoe het nu echt zit met het verkeer hier in Italië en op Sicilië. Het is echt heel erg simpel: regels gelden alleen als er iets gebeurd is, bijvoorbeeld een aanrijding. Reed jij op de voorrangsweg? Dan is de ander schuld. Of zoiets.
Dag 23 dinsdag 29 maart 2016.
Km-stand bij vertrek: 74258 (3368)
Weer: wordt langzaam Siciliaans: de airco moet aan!
Route: gekronkel langs en bij de kust in het zuidwesten van Sicilië: Caltabellotta – Sciacca – Menfi – Porto Palo Marinella ( Seliniunte)
Zoals gezegd: de reis is het doel. We maken routes die niet de meest rechte lijn zijn tussen de diverse plaatsen, maar daarom zien we wel heel veel.
Vanavond hebben we maar weer eens pizza gegeten. De variatie is enorm, gebaseerd op de fantasie van de kok. Morgenvroeg gaan de nog wat Griekse tempels bekijken hier in Seliniunte. Nu staan we op een enorme parkeerplaats, helemaal alleen.
Is er nu iets typisch aan Sicilië? Nee, het zou mogelijk de kleur van de steen moeten zijn. Een zandsteen/-mergelkleur, vaak heel erg gebleekt door het weer. Qua landschappen is er alles: van vulkaan tot ruige bergen, van sneeuw tot 30 graden in 2 weken tijd, van heeeeele uitgestrekte dalen tot sterk stijgende bergwegen met haarspeldbochten uit het boekje. De zee is nooit erg ver weg en toch ook weer wel als je hem niet ziet. Dan ineens piept er weer zo’n doorkijk naar het water.
Qua landbouw zijn er olijven, druiven, sinaasappelen (0,50 euro/kilo), tuinbonen(!) en artisjokken. Ze worden ook in die volgorde goed tot minder goed onderhouden. Wel raar: de artisjokken zijn echt òveral in grote hoeveelheden te koop langs de weg, maar we hebben ze nergens zien groeien. Aardbeien staan ook nergens maar ze zijn ook overal te koop voor 3 euro/kilo.
Nog iets anders typisch toch nog: er loopt een hele grote kudde schapen voor ons op de weg met 1 auto voor ons. Dat duurt natuurlijk even. De auto achter ons begint ons in te halen, honden lijken er niet blij mee te zijn. Als die auto langs onze voorganger zit, probeert hij nog wel de schapen aan de kant te werken, maar helaas. Dan komt de volgende auto die weer probeert die eerste in te halen, alles natuurlijk in schapenwandeltempo. Enkele honderden meters verder slaan de schapen af het veld in en is iedereen gelukkig: niets gebeurd.
Sciacca
De drie stadia van een sinaasappelboom: rijp, beginnende vrucht = groen en heerlijk ruikende bloesem
Dag 24 woensdag 30 maart 2016.
Km-stand bij vertrek: 74377 ()
Weer: Prima, strakblauwe lucht 25-26gr.
Route: recht naar het noorden, het binnenland in: Partanna – Salemi – recht naar het Westen: Marsala en dan Trápani.
We hebben 200 meter van de ingang van het park Templi di Selinunte overnacht. De tweede grote, belangrijke site waar de Grieken in de 5e en 6e eeuw voor Christus hun sporen achtergelaten hebben. We nemen Toby mee en gaan aan de wandel. Ook hier vinden we zeer indrukwekkende bouwwerken, gedeeltelijk zelfs gerestaureerd. Dat dan vervolgens duiven en onkruid het geheel tot hun domein verklaren is jammer. In de souvenirshop kopen we tegen heel aardige prijzen een paar ceramische kunstwerkjes, er zijn geen toeristen en er moet toch omzet gemaakt worden. Dat levert een dikke 30% korting op.
Een van de twee is het symbool van Sicilië: een kop met daaraan 3 benen die de driehoek Trápani – Messina – Siracusa symboliseren.
Na een stuk binnenland met weer die geweldige vergezichten, komen we terug bij de kust en rijden dan door richting Trápani. We zijn de stad eigenlijk al bijna door als we toch besluiten om de oude stad nog te gaan bekijken, we hebben de tijd. We keren de camper op de mooie gladde, strakke weg en horen rechtsachter een doep, doep, doep – geluid. Vreemd. Een stukje verder even stoppen, kijken en niets te zien, hooguit dat de bandenspanning wat laag lijkt. Hopelijk niets aan de hand met het wiellager. Omdat de gladde weg heel snel ten einde is, horen we ook het geluid niet meer. De camper wordt geparkeerd op de Piazza Garibaldi voor € 0,80/uur (!) en we staan 1 meter van de oude binnenstad. Dat blijkt toch zeker de moeite waard. Als we anderhalf uur later, rond half zes terugkomen, staat die rechterachterband plat. Shit, wat nu? Eerst de parkeermeter bijvullen want de nogal pinnige parkeerwachtermevrouw straalt niet uit dat ze enig begrip heeft voor de situatie, zelfs niet na uitleg van ons. Ze spreekt enige woorden engels, maar wil niets voor ons doen, bijvoorbeeld een garage bellen.
Dus, de verzekering gebeld. Gelukkig kunnen die wel helpen, na het beantwoorden van een wel heel erg uitgebreide vragenlijst. Resultaat: we moeten daar blijven staan, want alles is intussen dicht. Eventueel kunnen we zelfs naar een hotel. Maar om de camper daar moederziel alleen. Morgenvroeg half negen zal een collega van haar ermee verder gaan.
We vullen de parkeermeter maar bij tot morgenvroeg 10 uur, moet genoeg zijn. Intussen heeft iemand zijn auto 20 cm naast de camper geparkeerd en hebben we afgesproken dat de man rond 8 uur naar zijn werk gaat. Anders kan er niemand bij het wiel.
Raar idee, hier te gaan slapen. Vergelijk het met een zomeravond midden op de Parade in Venlo, waar dan ook nog continu verkeer langs rijdt.
Templi di Selinunte – Marinella
Trápani
Dag 25 donderdag 31 maart 2016.
Km-stand bij vertrek: 74501 ()
Weer: Prima, ’s middags binnen en buiten de camper 30 gr, in de loop van de middag dikkere bewolking.
Route: Érice – San Vito lo Capo.
Misschien tegen de verwachting in hebben we goed geslapen. Af en toe was het zelfs een paar seconden stil buiten
Na diverse telefoontjes gisteravond, belt de verzekering rond half negen op. Vraagt voor de zekerheid nog eens of we er nog staan en belooft de bandenfirma te sturen. Even later weer telefoon: binnen 20-30 minuten zijn ze er. En inderdaad: de monteur komt, pompt de band op, ziet er een dikke schroef inzitten en beduidt ons hem te volgen. Een kilometertje of 4-5 zijn we bij het bedrijf en even later is alles gerepareerd voor welgeteld 30 euro, incl. ophalen in de stad. De verzekering belt nog of alles goed afgelopen is, waarvoor dank.
Even later staan we bij de funicula van Érice. Maar, parkeerplaats dicht en de kabelbaan die je in het dorp bovenin afzet, buiten bedrijf. Dus, omgekeerd en met de auto naar boven, een kilometer of 10 tot een hoogte van ongeveer 700 meter. Een onvriendelijke mevrouw verbiedt ons aan de ingang van het dorp te parkeren. Als we wijzen op de andere campers die er al staan komt het gebaar van bon uitschrijven. Een klein stukje terug staat een heel erg vriendelijke meneer te wijzen op parkeermogelijkheid incl. zijn heel persoonlijke bewaking. Hij wil geen koffie, liever een contributie voor zijn hulp als we straks wegrijden. En dat alles in 4 talen en ondanks de borden met waarschuwingen om niet te betalen aan niet-officiële parkeerwachten. Dus blijf ik in de camper en Thea loopt het stuk omhoog naar het dorp. Win-win-situatie dus.
Dan vinden we dat we wel wat rust verdiend hebben en landen we op een camping in San Vito lo Capo vanwaar we morgenvroeg afreizen naar Palermo.
Dag 26 vrijdag 1 april 2016.
Km-stand bij vertrek: 74568 (3678)
Weer: afgelopen nacht nog steeds heel warm: middernacht 30 gr, om 06.30 nog steeds 28 gr binnen en buiten. in de loop van de middag daalde de temperatuur iets. ’s Avonds is het nog steeds 26 gr. De harde wind is heel ven iets rustiger geweest, maar ’s morgens weer vol aanwezig. Later werd het minder.
Route: Na de V+E rijden we op ons gemakje grotendeels binnendoor naar Palermo. Spannend.
Maar, het gaat allemaal prima. Dwars door de drukte van de grote stad rijden we naar een camperplek die ongeveer 500 m. van het centrum ligt. Daar staan er al een aantal.
De prijs is 20 euro en dat lijkt misschien veel, maar is inclusief V+E, 24-uurs-bewaking, stroom/WiFi èn op loopafstand van het centrum. Als je bedenkt dat je in Urk 15 euro betaald op een kale betonplaat zonder wat, met herrie van vrachtwagens, boten enz., is dit een cadeautje!
Na de boterham lopen we Palermo in, eerst door de niet zo beste buurten en komen een uurtje of 5 later terug met een heleboel monumenten op het fototoestel, een zakje friet gegeten met Calvé mayo, en verder niet veel meer te missen.
Het T-shirt waait bijna uit…
Palermo cathedral
Dag 27 zaterdag 2 april 2016.
Km-stand bij vertrek: 74683 (3793)
Weer: ’s morgens al dik in de 20 gr., maar de hele dag geen zon gezien.
Route: zie tekst, einde in Cefalu.
Wat hebben we eigenlijk nog meer op Sicilië en nog niet genoemd: citroenen, heel veel onkruid, Fiat Panda’s en Smartjes, het onderdeurautomerk van Mercedes. Maar hier wel ontzettend handige dingen. Ook nog en misschien moeten we dat wel tot het kenmerk van Sicilië bombarderen: de ontzettend wijdse vergezichten, heel veel, heel mooi.
We vertrekken naar Monreale. Daar zou een dom staan die je gezien moet hebben. Probleem is alleen, volgens de beschrijvingen, dat je er met de camper nauwelijks kunt komen en al helemaal geen parkeerruimte hebt. Maar dan blijkt het buiten-seizoen-voordeel: we rijden er zonder noemenswaardige problemen naar toe, hebben boven voldoende en zelfs nog gratis parkeerruimte. Een stel jonge kerels zitten zich daar te vervelen ‘…..can park, is free, when come back you pay 1 euro, 2 euro.., it’s oké’. We lopen de trappen op en de stijgende straatjes door, hijg hijg puf puf en komen in het hart van het dorp aan. De dom ziet er van buiten nogal gewoontjes uit. Maar dan, van binnen is het één groot kunstwerk. Overweldigend, misschien wel de mooiste kerk die we ooit gezien hebben. En we hebben er intussen meerdere honderden in alle landen gezien. Als we weer buiten komen lopen we maar even rond om bij te komen en dat is niet overdreven. Een kop koffie met gebak helpt daar ook goed bij.
Een stukje verder op de route komen we bij Cacamole. Ook hier is het nogal rustig en vinden we gewoon langs de weg een prima P-plek. We maken een wandeling het dorp in, lopen niet naar de burcht omdat die nog gesloten is en komen als vanzelf terecht bij de plaatselijke dom. Een dom wordt hier duomo, cathedral of basilica genoemd want zo staat het op de bordjes. Blijkbaar is dat voor hun allemaal hetzelfde.
De dom is een heel mooie, prachtige kerk, maar na vanmorgen….. Naast de dom lopen de trappen naar boven die voor het gevoel bij de hoofdweg eindigen. Na een klim van een meter of 20 omhoog staat er een oude vrouw van alles te roepen op het balkon. Het enige wat we verstaan is finito met daarbij een hoop gebaren. Laat maar, we zoeken het wel uit. Maar even later rest 1 conclusie: terug en een straatje verder diezelfde meters maar andere trappen omhoog. De fitness van deze week is gered.
We rijden verder over de SS113 tot er ineens een bord verschijnt met wegversperring voor transito van km 12 tot 22,5. Nu zijn er 2 mogelijkheden: terug en een omleiding zoeken, maar dat kan uren om betekenen of we gokken het er op. Er staat transito, betekent dat zoiets als anlieger frei? Misschien anlieger van 2 kanten zelfs? Inderdaad, enkele km’s verderop zo’n wit bord met rode rand. Toch doen? Enfin, we hebben 10 km met het zweet op de kop gereden, maar we konden wel door. Toch arriveren we pas om 19.20 in Cefalu, niet te bedenken hoe laat het geworden was als we niet doorgereden maar omgekeerd waren. Een pizza aan de boulevard is een waardige afsluiting van de dag.
Monreale
Caccamo
Dag 28 zondag 3 april 2016.
Km-stand bij vertrek: 74848 (3958)
Weer: ’s morgens al dik in de 20 gr., in de bergen 16, anders 25-26 en hele dag zon.
Route: van Cefalú via de SS113 naar Messina, met het veer terug naar het vasteland en dan naar beneden (!) via Reggio de Calabria onder de bal van de Italiaanse voet door naar de oostelijke kustweg. Overnachting in Pentidattilo, het verlaten griekse dorp.
Maar voordat we vertrekken exploreren we eerst Cefalu. Mooi dorp met een mooi strand, maar de rest is ook de moeite waard. We komen nog een processie tegen met enkele honderden deelnemers en we vertrekken uiteindelijk rond 12 uur. Onderweg passeren we San Stefano di Camastra, dè keramiekstad zo lijkt het. Niet alleen fabrieken, maar tientallen winkels waar ze de keramiek verkopen in alle vormen en maten tot tableaus van een vierkante meter aan toe.
In Italië is het blijkbaar zondag kerkdag en wasdag. Wat daarbij opvalt dat de was overal buiten hangt aan de balkons, maar nèrgens hangt er ondergoed bij. Conclusie?
Op enig moment is ineens de 113 afgesloten. Gewoon dicht gezet, je kunt er niet langs. Erachter komt vervolgens een ontzettend gemene omleiding, water- en bloedzwetend waardig. Het allereerste stukje stijging: wielen slippen door, ondanks zachte winterbanden op temperatuur en asfalt idem warm. De stukken daarna gaan redelijk omdat we al in beweging zijn, maar de hellingspercentage gaan ruim boven de 25% uit. Dan ineens van dalend naar plat: kont van de camper over de grond. Nog erger dan de veerstoep in Velden. Echt heel erg verschrikkelijk, we hopen dit nooit meer mee te maken.
Na wat gezoek vinden we het vertrekpunt van de veerboot, die rond 18 uur vertrekt en verlaten we Sicilië. En wat we nog nooit meegemaakt hebben: op heel Sicilië hebben we nog niet 1 nederlandse nummerplaat gezien (wel een nederlander, maar die reed een zweedse camper omdat hij daar ook woonde). Uniek, nog nooit gebeurd op al onze reizen.
Morgen gaan we langzaam weer een stukje verder richting beschaving. Waarom die opmerking: dat leggen we later nog wel uit.
Nu staan we in Pentadattilo, het in de jaren 60 verlaten dorp op last van de overheid. Men was bang dat de vijfvingerige rotsen boven het dorp bij een aardbeving het dorp weg zouden vagen. Die aardbevingen zijn er verschillende geweest, maar alles is er nog.
Cefalú
In de buik van de veerboot
links Italië, rechts Sicilië
Pentidattilo
Pentidattilo met zicht op de Etna
Dag 29 maandag 4 april 2016.
Km-stand bij vertrek: 75097 (4207)
Weer: volop zon, 25 gr.
Route: Pentidattilo – over de SS106 via de zuidelijkste vastelandpunt van Italie – via oostkust naar Catanzaro – doorsteek naar westkust A3 naar Cosenza, overnachting in Padula.
Dat was een erg rustige nacht boven in de bergen, weer helemaal alleen. De zon staat ook weer hoog aan de hemel, maar het is wel heel erg heiig. Je kunt de Etna wel zien liggen, maar overtrokken met een behoorlijk grijs waas. De overgang tussen zee en lucht is ook niet te herkennen, tenzij er toevallig een grote boot (schip?) vaart. De SS106 is een mooie weg langs de kust die qua lay-out varieert van dorpsstraat tot uitgebouwd in 4 banen, maar meestal kwaliteit 2 op een schaal van 10: ontzettend hobbelig. In de camper zijn ook diverse schroeven losgerammeld de afgelopen weken.
Onderweg vallen steeds weer de betonskeletten op van niet-afgebouwde panden. Het zijn er echt ontzettend veel. Gevolg van de crisis? En van Berlusconi? De SS280 cq A3 wordt geüpdatet. Wat een werk zeg: allemaal nieuwe tunnels en viaducten. Prachtig om te zien. Maastricht kan misschien technischer zijn, dat valt in het niet bij wat je hier ziet.
Santa Catarina dello Ionio: lunchpauze
Verder is er niet zo veel te vertellen, hetzij dan dat we vanmiddag om half drie de eerste nederlandse nummerplaat zien, op een vrachtwagen. Een paar minuten later arriveren we aan de westkust en zijn we Italië weer eens dwars doorgestoken. Een stukje verder in Padula overnachten we bij een monumentaal klooster. Dat gaan we morgenvroeg toch nog even bekijken. Van hier uit zijn het nog een 2200 km naar huis. Moet te doen zijn om zondag rond de middag thuis te arriveren.
Dag 30 dinsdag 5 april 2016.
Km-stand bij vertrek: 75521 (4631)
Weer: volop zon, rond de 27 gr.
Route: via de A3 en A1 landen we ’s avonds in Montepulciano (tussen Rome en Florence)
De hele grote parkeerplaats had vannacht 1 gast: wij dus. Af en toe bezoek van een loslopende hond, daar barst het van in Italië, maar we hebben er geen last van gehad.
Het immense kloostercomplex is ook nog niet goed wakker. Behoudens 1 souvenirwinkeltje is alles dicht. Wat we er van begrepen hebben is dat er een lagere school in zit en een aantal kunstenaars. We lopen terug en na de koffie rijden we aan. Betalen is niet mogelijk: er is niemand en ook geen automaat of slagboom of zoiets.
We rijden enkele km’s terug naar de autobaan en gas. Het stuk onder Salerno is tolvrij, rond Salerno betaal je 2,40 en daarna gaat de officiële tol in, voor ons bij Napoli-Noord. Onderweg kijken we naar een overnachtingsplek, want dat is mede afhankelijk van het aantal km’s dat we vandaag kunnen rijden. Uiteindelijke besluiten we Montepulciano aan te doen, een stadje waar nog wat te zien is. Maar eerst komen we aan de tolpoort…..
We hebben zo’n 500 km op de autobaan gezeten en duwen het ticket in de automaat. Die spuugt het echter uit. Na verschillende keren proberen komt er van alles uit de luidspreker van de automaat, maar wat? Even later komt er een meneer aangelopen met een telefoon aan zijn oor, druk pratend en gebarend dat naadloos overgaat richting ons. Hij pakt ons ticket en doet voor waar dat ding er in moet… ja hallo.. Dus ook bij hem wordt het ding terug gegeven. Intussen staat er achter ons natuurlijk al iemand te gebaren en te roepen ‘andiamo’. Geen idee wat dat betekent.
Druk pratend met forse stemverheffing in de telefoon wil de man, zo begrijpen wij, dat de persoon aan de andere kant het bedrag op de automaat zet zodat we dan kunnen betalen. Maar, de creditcard wordt er ook uitgegooid. Er komt wel een briefje uit met een bedrag van 25,80 euro. De man heft de armen in de lucht, scheldt nog eens in de telefoon en vraagt of we contant kunnen betalen… ja, dag.. We zeggen dat we geen contant hebben, hij draait een ellenlange papierstrook uit en wij mogen zonder betalen doorrijden. Dat is mooi meegenomen, toch?
Totdat we de lange strook papier lezen: (in het Engels) betalen op die en die manier binnen 15 dagen. Zelfs ons kenteken staat er foutloos op. Intussen hadden we in Montepulciano al 2 aparte flessen wijn gekocht van dat niet uitgegeven geld, maar die brengen we toch echt niet meer terug
Het centro turistico is best aardig. Maar het leukste is toch we de uitnodiging van die wijnhandelaar om de onderaardse stad te bekijken. Een doolhof van gangen en ruimtes, voor met vaten gevuld met 50.000 liter wijn, maar de juffrouw wist het eigenlijk niet precies. Als we daar uit komen, kom je dus in de winkel terecht. Vandaar die flessen wijn
De camperplek hier moet je betalen, niks mis mee natuurlijk. Grond kost bij ons ook geld. Dan ga je naar de parkeerautomaat en daar staat een uitgebreid gebruiksaanwijzing op hoe je met biljetten en/of munten kunt betalen. 1 Probleem: er is geen enkele mogelijkheid om ergens een biljet in te duwen. Alle kleingeld bij elkaar is net genoeg. Een van de vele Italiaanse slordigheden. En, o ja, we staan vanavond eens niet alleen: 8 collega’s hebben we geteld.
Montepulciano
Dag 31 woensdag 6 april 2016.
Km-stand bij vertrek: 76057 (5167)
Weer: rond de 25 gr. eerst veel zon maar in de loop van de dag wordt het heel erg heiig. Op het eind van de middag geeft de zon het op.
Route: de hele dag autobaan, waarvan een groot gedeelte door de ontiegelijk saaie Po-vlakte. Eind Bolzano.
Als we ’s morgens goed en wel uit het raam kijken, blijken er al een aantal campers vertrokken te zijn. Ook van de bussen bij de remise aan de andere kant van het parkeerterrein hebben we niets gemerkt, zo stil was het weer vannacht.
Vandaag een rijdag. Niet zo leuk, maar we moeten wel de afstanden overbruggen. Interessant was ook de nieuwbouw van de A1 tussen Florence en Bologna, nieuwe tunnel na tunnel, zag er keurig uit met mooie led-verlichting.
In het Trentino-dal, de fruitschuur van Italië, staan de fruitbomen allemaal in volle bloei. Onvoorstelbare hoeveelheden, afgewisseld met wijnranken.
Als we bij Trento uit de tunnel komen waait het ineens kei en keihard. Voor de tunnel niets! Met beide handen aan het stuur hangen en tempo een beetje terug.
In Bolzano zoeken we een camperplek uit bij een sportcomplex, dan kunnen we nog even de stad in lopen. Maar, forget it. Er was nog geen ruimte meer voor een Smartje. Voordat het zover was, moesten we natuurlijk wel nog de tol betalen. En wat denk je? Juist, de automaat pakte weer het ticket niet. Komt weer iemand aan gelopen, probeert het zelf, constateert dat het niet gaat, roept wat in zijn telefoon en probeert onze creditcard. Dat lukt gelukkig wel.
Dan gaan we maar 12 km verderop naar het alternatief: ergens aan een bospad. Op enig moment zegt de navigatie links af en dat doen we dus ook braaf. Een auto-breed weggetje (hopelijk eenrichtingsverkeer…… nee dus….) dat na enkele kilometers afgesloten is door een hek, ongeveer 100 meter voor de camperplek. Dan horen we een man uit het raam hangend ‘stop’ roepen en vervolgens ‘terug naar de hoofdweg en dan links, links’. En dat klopte. We staan op een aardedonkere plek op de toegangsweg naar de trainigsaccomodatie van FC Süd-Tirol. Als iedereen na de training naar huis is, wordt het hier ook heel stil. Tegenover ons staat een duits camperbusje, we staan dus niet alleen. Perfecte plek hier.
Terugkomend op die opmerking langzaam terug naar de beschaving op dag 28. Vanaf Rome zie je dat de omgeving verandert: er ligt geen rotzooi meer langs de weg, het onderhoud van de huizen is beter, de huizen zelf zijn beter. We hebben zelfs een paar tankstations langs de autobaan aangedaan waar de hele ruimte gepoetst was! Geen rommel op de weg, prullenbakken geleegd, gras gesneden enz. Vanaf een stukje voor Bolzano (van waar wij vandaan komen) wordt Italië tweetalig, dan kun je je ook weer verstaanbaar maken en begrijpen wat er aangekondigd wordt. Los van de taal, het Is toch allemaal wat beschaafder?
de bloesem in het Trentino-dal
camperplek bij Bolzano
Dag 32 donderdag 7 april 2016.
Km-stand bij vertrek: 76563 (5673)
Weer: afgelopen nacht een paar malse buitjes, nu weer zon en een lekker temperatuurtje.
Route: van de camperplek naar camping Thöni onder aan de Resia-pas, 10 km van de grens met Oostenrijk.
Stikdonker en stil was het vannacht.
Rustig aan beginnen we aan de mooie route over de Resia-pas. Onderweg doen we nog een Bauern-laden aan in het formaat supermarkt. Tegen half twee arriveren we op de camping en beginnen we aan een relaxed middagje op een hoogte van 1500 meter en 12 graden. Uit de wind is het goed buiten zitten. Je kunt hier wel aan de natuur zien dat de winter nog bezig is: alles moet nog beginnen, terwijl wat kilometers terug en 1 km lager alles volop in bloei staat.
Omdat er verder niets te vermelden is, even terugkomen op dat Italiaanse verkeer, vooral ten zuiden van Rome:
– Borden en regels zijn er echt alleen maar als richtlijn. Het gekke is dat niemand zich er aan houdt en er toch weinig gebeurd. Je moet alleen niet te beleefd zijn want dan is iemand anders je voor.
– Inhalen over de tram-/busbaan ‘mag’ zelfs als een paar auto’s daarvoor de politie rijdt.
– Politie rijdt in de stad met blauwlicht aan op z’n dooie akkertje, arm uit het raam.
– Snelheidscontroles komen blijkbaar zo weinig voor dat iedereen zijn eigen snelheid rijdt, niet bang voor een bekeuring.
– Omleidingen worden niet aangegeven. Iedereen weet toch wat en hoe? Als je niet door kunt rij je anders. Nou en?
– Alles wat in de auto ligt (of speciaal daarvoor van huis meegenomen hebt) en wat je kwijt wil, kieper je het raam uit.
– Een oude(re) auto mag vol deuken zitten. Een nieuwere niet en moet gepoetst zijn.
– Je mag alles doen wat je wil, zoals keren op de weg. Maakt niet uit wat er aankomt, ze remmen wel.
– Middenstrepen op de weg dienen in principe alleen om aan te geven dat je met z’n tweeën naast elkaar kan rijden Dat geldt voor zowel de onderbroken als de niet-onderbroken of zelfs dubbele strepen. Gewoon goed kijken betekent het dus.
– Kilometers lange provinciale weg. Dan komt er een minuscuul straatje van rechts. Waar staat de stopstreep? Juist, dwars over de provinciale weg, bijna niet meer te zien, weggereden door het verkeer.
– Italiaanse vrachtwagenchauffeurs rijden per definitie tegen de linkerkant van hun baan. Daar kun je ze vanuit de verte ook aan herkennen. Ook per definitie schrikken ze als je ter hoogte van hun cabine komt en schuiven dan naar rechts.
– Bij de 3-baans autowegen staat boven de middelste en de linkse baan een bord met pijl naar beneden en de plaats waar je naar toe gaat. Op de rechtse baan staat een bord met pijl naar rechts vanwege de uitrit. Maar, alledrie de banen gaan wel rechtdoor. Totdat de tiende keer de rechtse baan inderdaad afslaat en er maar 2 doorgaan. Er is geen verschil tussen die 2 situaties. Linker is het nog op 2-baans autowegen, daar doen ze hetzelfde.
– Zeker de helft van de Italianen zit met de telefoon aan het oor, of in de hand te sms-en. Er ontstaan echt levensgevaarlijke situaties. Gelukkig zie je het vaak al van verre als de auto slingert. Het maakt ze niks uit welke weg het is: in de stad, buitenweg of autobaan.
– Zeker 90% draagt geen autogordel.
– Wie zit er in die auto’s:
- BMW of Audi: jongere of zakenman
Fiat of Renault: de gemiddelde Italiaan
Panda: de oude Italiaanse dames en heren
Oude Panda: stokoude Italiaanse dames en heren
Flink gedeukte Panda: nog oudere.. en de arme sloebers.
Conclusie van het geheel: de Italiaanse autorijder accepteert zo ongeveer alles van iedereen. Niet uit vriendelijkheid, maar uit berusting. Schouders ophalen en doorgaan met ademhalen. Dat leiden we af uit het gegeven dat er veel minder getoeterd wordt als jaren geleden.
Zo kun je je natuurlijk afvragen waarom Europa bij de bevolking niet leeft: los van het feit dat de mensen in Italië het verkeer totaal anders zien als wij, is de lay-out van de wegen helemaal anders. Ieder land in Europa doet maar wat, terwijl je zou verwachten dat daar langzaam eenheid in komt. Maar sterker nog: het groeit steeds verder uit elkaar. Nog even en we hebben van alle landen in Europa een tolkastje in de auto hangen.
Wat men in Brussel blijkbaar belangrijker vindt is europese regelgeving over de inscriptie van een speciale bierpul uit Bayern: die stond eerst binnenin en moet nu buitenop (echt waar!)
Onze evaluatie: Italië is een prachtig land….., boven Rome. Daaronder is het anarchie. Het landschap blijft natuurlijk even mooi, maar wordt continu verkracht door de manier waarop de inwoners ermee omgaan. Ons zul je ten zuiden van Rome zeer waarschijnlijk nooit meer zien.
P1080031 Camping Thöni – San Valentino
Dag 33 vrijdag 8 april 2016.
Km-stand bij vertrek: 76664 (5774)
Weer: vannacht 2-3 graden, ook enkele buien die een paar meter hogerop voor veel wit zorgden.
Route: vandaag geen autobanen, binnendoor naar Resia (I), Nauders (A), Prutz, Landeck, Imst, Nassereith, Lermoos, Reutte, Füssen (D), Pfronten
De planning van vandaag klopt niet helemaal: we zouden wat langer op de camping blijven en lekker nog wat in het zonnetje gaan zitten. Kopje koffie enz. Maar, dat doe je niet bij 2-3 graden en de zon heel ver weg achter de wolken. De toppen van de bergen waren ook nog niet opgeblazen want je zag er niets van.
Het lijkt wel of we terug in de tijd gaan: toen we gingen was het ook koud en sneeuwerig. Van 2 naar 30 en terug naar 2 graden.
Na de verzorging van de camper rijden we maar aan, de eerste 10 km tot Resia. Kort na de grens zien we de afslag Nauders, het inkoopparadijs. Dat doen we maar even, toch tijd zat. Als we wat later weer de berg afgaan, hebben we wat flessen lekkere drank verstopt in de camper (want je moet weer terug de EU inrijden) en € 3,40 (!!!!!) voor een kop koffie betaald. Gelukkig staat aan de grens niemand te controleren, we waren flink nat gegaan. Als ze tenminste die flessen gevonden zouden hebben.
Onderweg zien we nog heel veel sneeuw bij nog steeds temperaturen van 2-3 graden bovenin. In de lagere gedeeltes is het een paar graden meer. Wat blijft is de neerslag, soms wel, soms niet. Het gaat verder allemaal prima en we landen rond half zes op een camperplek in Pfronten waar, aldus de beoordelingen in de app, een uitstekend en Preiswert restaurant bij hoort.
Het weer is na het bezoek aan het restaurant alleen maar slechter geworden: het is koud, zit rondom dicht en het miezert ook nog. Hopelijk is het morgen in ieder geval droog, zon erbij mag, maar hoeft niet perse.
Nu komen de laatste 2 dagen. Dat zal wel even duren voordat die er op staan: voornamelijk rijden over de autobaan, ongeveer een kleine 700 km naar huis. Zal ook niet zo spannend worden verwachten we.
Dag 34 zaterdag 9 april 2016.
Km-stand bij vertrek: 76848 (5958)
Weer: Het begint behoorlijk bewolkt, in de loop van de dag steeds meer zon.
Tsja, Duitse autobaan. Het is behoorlijk druk. Tegen 18 uur zijn we op de camperplek in Koblenz. Keurig geregeld: weliswaar geen voorzieningen, maar het kost ook niets. Van hieruit is het iets meer dan 2 km naar het centrum lezen we ergens. We wandelen daar niet naar toe, wel nog naar de stuwdam met vistrappen in de Mosel, dat is vlakbij. We koken ons eigen potje en bereiden ons voor op de laatste 190 km naar huis morgenvroeg.
Dag 35 zondag 10 april 2016.
Km-stand bij vertrek: 77335 (6475)
Weer: zon.
De terugreis verloopt verder rustig: het is zondagmorgen en er is niet veel verkeer op de weg. Tegen 13 uur zijn we thuis. Voordat de kinderen ’s middags kwamen hadden we de camper al leeg en de eerste wasmachine aan het draaien. De camper zelf komt komende week aan de beurt: binnen en buiten is een poetsbeurt hoogst noodzakelijk.
Eindstand van de reis: 77523, in totaal hebben we dus 6633 km gereden. En nu mag hij even uitrusten: